Uit het lood

| Redactie

De moderne man wil de maatschappelijke carrière van z'n vrouw niet in de weg staan. Maar hij wil ook een vrouw die het huishouden doet, die een lekkere maaltijd op tafel zet. En een vrouw die voor de kinderen zorgt. En als dit teveel gevraagd is van een vrouw alleen, is de logische oplossing: polygamie. Gun de man een carrièrevrouw, een huis­houdster, een kokkin én een au pair, dan is iedereen gelukkig. Zelfs Zalm, die zo bespaart op gesubsidieerde kinderopvang. Inderdaad, professor Vingerhoets, dat is slim bedacht. Zo'n prikkelende stelling garandeert een hoop publici­teit voor uw nieuwste boek. Maar is het eigenlijk wel polygamie wat u beoogt? Wilt u niet gewoon terug naar de traditionele samenleving?

Partners

Vroeger waren onze huishoudens fors groter. Kinderrijke gezinnen, met drie generaties in dezelfde woning. En ieder droeg een steentje bij. Pa zorgde voor het inkomen, opa deed de moestuin, oma verstelde de kleren, de middelste kinderen namen de jongsten mee naar school, de oudste dochters deden het huishouden, de oudste zonen schilder­den de kozijnen, en moeder de vrouw dirigeerde dit hele zootje terwijl ze de jongste telg de borst gaf. Werd één der oudjes hulpbehoevend, dan waren er altijd handen aan het bed. En okee, soms pieste er weleens iemand naast het potje, maar dat noemden we dan echt geen polygamie. Hooguit incest.

Economen mogen werk graag verwarren met het hebben van inkomen. Maar definië­ren we werk als wat het altijd is geweest, namelijk zorgen voor jezelf en voor je naasten, dan is er de laatste eeuw weinig veranderd. Nog steeds hebben we vele handen nodig om voor onszelf en onze naasten te zorgen. Maar omdat we die tuinder, die couturier, die kinderverzorgster, die schoon­maker, die winterschilder en al die andere arbeidskrachten niet meer allemaal in onze slaapkamer dulden, dragen we een deel van ons inkomen aan hen over. Noem het huishoudgeld, en alles is zoals het was.

Behalve dan voor de fiscus. Op onze stoep staat een tollenaar. Zodra onze hulptroepen de deur uit gaan, moeten er belastin­gen en premies worden afgedragen. En daar manifesteert zich het lek in ons huishoudboekje. Bijgevolg kent onze geldeconomie inmiddels duizenden kinderen en bejaar­den die niet meer fatsoenlijk worden verzorgd en tegelijk duizenden naasten met lege handen die het wapperen wordt belet. De oplossing voor dit maat­schappelij­ke probleem bestaat inderdaad uit grotere huishou­dens, of uit fiscale partner­schappen die niet eindigen bij de voordeur. U noemt dat polygamie, profes­sor Vinger­hoets. Mijn advies luidt: ga eens naar bed met de fiscus.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.