`Was dit vroeger moeras?'

| Redactie

Geen Broodje Cultuur in een bedompte theaterzaal, afgelopen maandag, maar in de onbedorven buitenlucht. Tijdens een zonovergoten lentewandeling trokken zestig belangstellenden langs architectonische en kunstzinnige highlights van de campus. Onder deskundige leiding. `We moeten wel een beetje doorlopen', zegt de gids van groep vier. `Normaal doen we tweeëneenhalf uur over de hele route.' Broodje C


Geen Broodje Cultuur in een bedompte theaterzaal, afgelopen maandag, maar in de onbedorven buitenlucht. Tijdens een zonovergoten lentewandeling trokken zestig belangstellenden langs architectonische en kunstzinnige highlights van de campus.

Onder deskundige leiding.

`We moeten wel een beetje doorlopen', zegt de gids van groep vier. `Normaal doen we tweeëneenhalf uur over de hele route.' Broodje Cultuur mag maar een uur duren, dus zetten we er de sokken in.

Het Information Plaza van Andrea Blum ligt inmiddels achter ons. De betonnen kolos, ooit bedoeld als `ontmoetingspunt' ligt er verlaten bij. Een ton of vijf, zes aan guldens kostte het in `96. Wel erg veel geld voor erg veel beton, erkent de gids.

Op de boulevard worden en passant de principes van de functionalistische campuslayout uit de doeken gedaan: gescheiden wijken voor wonen en werken, met daar tussenin de recreatieve voorzieningen. Ter hoogte van de campussupermarkt vraagt een lentewandelaar halfluid aan zijn buurman: `Was dit vroeger niet een moeras?' Aan hem is de becommentarieerde wandeling in elk geval goed besteed.

`Hier gaan we het dak op,' wijst de gids bij de patiowoningen. `Maar niet te ver, want daar hebben de bewoners last van.' Het woningencomplex van architect Herman Haan is geïnspireerd op Afrikaanse voorbeelden, aldus de gids: half ondergronds gebouwde hutten en een hoge knusheidsgraad. Geheel in tegenstelling tot de strenge torenflat van Van Wensveen, naast de tennisbanen. Hier doet de anekdote van de `hunkerbunker' het nog steeds goed: ongehuwde, mannelijke medewerkers waren de eerste bewoners van de appartementen, die uitkeken op de tegenovergelegen meisjeshuisvesting ...

De glorieuze Bastille van Piet Blom heeft na de recente verbouwing veel van zijn charme verloren, vindt een deel van de UT'ers volgens de gids. Het gebouw had twaalf vloerniveaus (waarvan er nu nog drie over zijn) om `toevallige ontmoetingen' in het doolhofachtige gebouw mogelijk te maken. Maar die bedoeling van de architect heeft nooit gewerkt, bekent de gids. `Kun je daar straf voor krijgen, als architect,' vraagt een wandelaar zich hardop af. Of word je daar extra beroemd door?'

Vijfdejaars civiele techniek Michael hoort vandaag weinig nieuws. De meeste weetjes over de campusgebouwen heeft hij in de loop van zijn studie al wel her en der opgepikt. Maar het wandelingetje in de voorjaarszon bevalt hem wel. `Ik vind het jammer dat ze niet vertellen dat de Bastille eigenlijk verkeerd om staat. Op de tekentafel is-ie 180 graden gedraaid: vandaar dat de hoofdingang aan het sportveld kwam te zitten in plaats van aan de boulevard.'

De campusbeiaardiers bespelen het Carillon en de gids legt uit dat het instrument er is gekomen omdat elke Amerikaanse campus er ook een heeft. En dat de beroemde Rietveld op deze plek eigenlijk een bezinningscentrum had willen bouwen; zijn voortijdige dood maakte een einde aan die plannen.

`Wat komt er nou in die schuur?', vraagt een student, wijzend op het onttakelde gebouw naast de Faculty Club. `De keuken van UT-Catering voor het studentenrestaurant', weet een medewandelaar. `O ja? Kunnen we binnenkort dan wél weer lekker eten? Misschien dat ik dan toch maar weer eens naar de Bastille ga.'

Cubicus is een prachtig spel van land en water, binnen en buiten en zich herhalende units: `En we treffen het dat de zon schijnt,' zegt de gids goedgemutst. `Let u dus vooral op de reflectie van het water op het beton. Precies zoals de architect het bedoeld heeft.'

Een snelle blik op het eerste campusgebouw met schuine lijnen (het voormalig TO-gebouw) kan er nog net af. `Daarginds ziet u de Hallen; ook erg mooi, maar daar gaan we niet naartoe.' De tijd dringt. `Na afloop krijgt u ons nieuwe routeboekje. Gaat u vooral zelf nog een keertje kijken.'

Oud-UT-medewerker Max Lips kent de campus eigenlijk op zijn duimpje, maar loopt toch mee. `Ik vind het altijd leuk om te horen wat anderen over de campus te vertellen hebben. Ik woon aan de Reelaan; die huizen zijn net als de patiowoningen gebouwd door Herman Haan. Ik heb laatst een boek over Haan gekocht, geschreven door een van zijn leerlingen. Razend interessant.'

De wandeling eindigt bij het Torentje van Drienerlo, neergezet eind jaren zeventig . `Hier doen veel verhalen over de ronde,' zegt de gids. `Het was ook de bedoeling van Wim T. Schippers dat er een soort mythevorming zou ontstaan. Dat is ten dele gelukt, maar niets van die mythes is waar.'

TN-student Hans neemt belangstellend het routeboekje in ontvangst. Nog eens rustig nalopen zal hij de wandeling voorlopig niet, verwacht hij. `Maar het lijkt me wel een leuke hardlooproute,' zegt hij met een blik op de plattegrond. `Vijf kilometer schat ik. Moet kunnen.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.