Op de vijfde verdieping van de Hogekamp zijn de onderzoekers blij met de komst van de Française, die al jaren baanbrekend onderzoek naar nanomateriaal verricht. Iedereen wil even met haar praten, en dus heeft ze een druk programma. Pileni zelf blijft er bescheiden onder: `I am not God'.
Haar CV vlakt alle bescheidenheid uit. Op twee A4-tjes is een indrukwekkende staat van dienst samengevat. Driehonderdvijfentwintig publicaties in fysische en chemische tijdschriften, een eredoctoraat van de Chalmers Universiteit in Zweden, ze is de meest geciteerde Franse wetenschapper tussen 1981 en 1998 en was gastdocent in onder meer Israël, Australië, India, Japan en de Verenigde Staten. Pileni is sinds 1969 verbonden aan de Université Pierre et Marie Curie in Parijs en sinds 2000 is ze tevens directeur van het Laboratoire des Matériaux Mésoscopiques et Nanométriques.
`We hebben haar natuurlijk niet voor niets voorgedragen voor de prijs', vertelt Stefan Kooij, onderzoeker bij vastestoffysica tevreden. Doel van de Descartes-Huygensprijs is om de wetenschappelijke samenwerking tussen Nederland en Frankrijk te bevorderen: Nederlandse wetenschappers dragen een Franse kandidaat voor en andersom. De Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen maakt een keuze uit de voordrachten en kent de prijs toe.
Pileni (1945) zal de komende maanden, regelmatig van maandag tot en met donderdag, op de UT gastcolleges verzorgen en experimenten bij de vakgroep Vastestoffysica doen. In de weekenden verblijft ze in Parijs.
Klein cultuurschokje, van Parijs naar Twente? Pileni, vandaag in zwart leren kleding gestoken, lacht. Van Enschede heeft ze nog niet veel gezien, bekent ze. Op een krant tekent ze een driehoek. `Daar is mijn hotel, dit is de Faculty Club en hier zit de vakgroep. Meer heb ik niet nodig.'
Kooij noemt het `heel inspirerend' om de Française op bezoek te hebben. `Eén van onze promovendi, die eigenlijk al klaar was, heeft zelfs gevraagd of hij langer mocht blijven om met haar experimenten uit te voeren. Dat hebben we uiteindelijk kunnen regelen.'
Pileni vertelt dat ze sinds 1987 in de nanotechnologie zit. `Toen was niemand nog op dit terrein bezig. Sommige mensen vonden het maar raar waar ik mee bezig was. Wat ik daarvan vond?' Ze maakt een veelzeggend handgebaar. De laatste tien jaar is nano hot. Pas nu is Pileni in eigen land een bekend expert. Ze doet onderzoek naar de synthese van nanomaterialen en de organisatie en collectieve eigenschappen van nanodeeltjes. Met haar UT-collega's verricht ze de komende maanden research naar de eigenschappen van dunne `films': laagjes opgebouwd uit kristallen met nano-afmetingen.
Pileni tekent ter verduidelijking een krat sinaasappels naast de driehoek Drienerburght, Faculty Club en Hogekamp. `Sinaasappels van dezelfde grootte liggen altijd op een bepaalde manier gerangschikt, in een hexagonaal patroon. Ik doe hetzelfde met nanodeeltjes. Ik wil weten hoe die kristallen zich gaan ordenen. En hoe beïnvloedt die ordening de eigenschappen van het materiaal?'
De bedoeling is dat Pileni enkele maanden in Twente blijft. `Maar als er dan nog niet genoeg resultaten zijn, dan blijf ik langer', zegt ze energiek. `De samenwerking met Twente kan daarna ook nog voortgezet worden, bijvoorbeeld in de vorm van een common lab, waar zowel Franse als Nederlandse wetenschappers samenwerken.'
Gevraagd naar het beste moment tot nu toe in haar professionele carrière, zegt ze: `nu'. `De afgelopen jaren hebben we in Parijs veel vooruitgang geboekt en waren we steeds de eerste.' Van een beetje competitie houdt ze wel, maar in Amerika was het wel eens `really rude'. Ze dist een smakelijk verhaal op over een conferentie in San Francisco waar één van haar Amerikaanse concurrenten een groot deel van haar spreektijd opslokte. `Dat was niet gebeurd als ik een man was geweest', meent Pileni. `Dat wordt wel steeds beter hoor. De wetenschap heeft hoog gekwalificeerde vrouwen gewoon nodig. In mijn eigen vakgroep is het fifty-fifty.'
Als Française moet ze er op haar 68ste uit. `Binnenkort verlaat ik de directie van mijn instituut, want daar heb ik zestien jaar in gezeten. Dan zullen er wel dingen veranderen. Maar we zien wel hoor. I can live without science.' Schaterlacht. `Ik kan bijvoorbeeld ook heel goed marmelade maken, volgens een geheim recept.'
`Hotel, Faculty Club en vakgroep: meer heb ik niet nodig.' (Foto: Arjan Reef)