Uit het lood

| Redactie

Toen ik onbewust in de eindfase van mijn studie was beland, kreeg ik een briefje van de onderwijsadministratie of ik nu eindelijk eens een afstu­deerprofessor wou kiezen. Na enige oriëntatie klopte ik op de deur van professor Terpstra. Ik vertelde dat ik wel bij hem wou afstuderen, maar dat de onderzoeksvoorstellen die bij zijn secretaresse ter inzage lagen mij absoluut niet aanspraken. De professor stond lachend op uit zijn stoel. Die onderzoeksvoorstellen lagen daar alleen maar omdat de faculteit had gezegd dat hij te weinig afstudeerders had. Als ik als Toegepast Wiskundige wou afstuderen, moest ik van de campus af. Ik moest zelf in het bedrijfsleven een echt probleem opzoeken. En als dat ook maar enigszins aan zijn vakgebied raakte, wou hij mij daar graag bij begeleiden.

Opruiing

Was dat opruiing? Eerder een schop onder m'n kont. Mocht ik gedacht hebben dat de universiteit een school was waar ik mij gewoon door het curriculum heen kon laten rollen, dan was ik nu uit die droom ontwaakt. Ik moest mijzelf ontwikkelen. De professor gaf mij nog een Intermediair mee, waaruit ik thuis een tiental potentiële opdracht­gevers viste. Ik schreef een serie (achteraf bezien) vreselijk knullige brieven. En een maand later kon ik kiezen uit twee interessante opdrachten. De schop onder m'n kont was hard aange­komen, dus ik koos het minst gespreide bedje.

Inmiddels ben ik directeur Research bij het bedrijf waar ik indertijd ben afgestudeerd. Zo af en toe plaatsen wij nog weleens een advertentie in de Intermediair. En altijd hoop ik dat er dan ook weer studenten reageren die vertellen dat ze ons een heleboel te bieden hebben en dat ze daarom graag bij ons komen afstuderen. Maar helaas, er werkt geen professor Terpstra meer op de Nederlandse universiteiten. Afgestudeerden die komen sollicite­ren stellen ook steeds vaker vragen van de categorie "Hoe laat begint het eerste lesuur?" in plaats van "Wat is het probleem en welke middelen krijg ik ter beschikking om het op te lossen?".

De universitaire opleidingen lijken ten prooi gevallen aan een vreselij­ke verschoolsing. En natuurlijk zijn dit gevoelens van heimwee. Vroeger was alles beter. Of misschien is het ook gewoon een generatiekloof die ik probeer te slechten door van de jeugd nu te verlangen dat ze zich net als ik vroeger blijven gedragen. Maar als ik in een café of op een feestje een student ontmoet, dan vertel ik altijd nostalgisch het verhaal van de onderzoeks­voorstellen van professor Terpstra. Ik deel nog net geen Intermediairs uit. Is dat opruiing?

Toen Mark Rutte nog studeerde, voerde hij actie als het beleid van de minister hem niet aanstond.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.