Lohse en Thomassen zijn de enige universiteitshoogleraren aan de UT. Tot zijn vertrek had ook Ad Lagendijk deze status. `Deze eer valt uitsluitend te beurt aan wetenschappers die in hun vakgebied een absolute wereldnaam hebben opgebouwd', aldus rector Henk Zijm. `Een excellente publicatielijst dus, hoge scores in de wetenschappelijke Science Citation indices en externe erkenning middels diverse awards. Zoals ook geldt voor andere Nederlandse universiteiten wil de UT op deze manier graag haar waardering uiten voor deze excellent presterende hoogleraren.'
De voordracht is volgens Zijm een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de betrokken decanen en wetenschappelijk directeuren. Voor Lohse waren dat dus Bliek en Feijen, voor Thomassen Van Vucht-Tijssen en Van Rossum.
Een technische en een niet-technische kandidaat: toeval?
Zijm: `Puur toeval. Het belangrijkste criterium is wetenschappelijke excellentie, terwijl daarnaast het belang van het onderzoeksgebied voor de UT meeweegt. En verder heb ik inmiddels al een aantal keren laten weten dat voor mij het onderscheid tussen technisch en niet-technisch onderzoek niet wezenlijk is, al vraagt het technisch onderzoek qua infrastructuur duidelijk meer aan voorzieningen. Ook in het begrip innovatie wordt tegenwoordig onderscheid gemaakt tussen technische en sociale of bestuurlijke innovatie. Beide zijn nodig.'
Is het een afdoende maatregel om te voorkomen dat toppers de UT verlaten?
`Dit is ten eerste een erkenning, géén maatregel. En de erkenning is al helemaal niet bedoeld om te voorkomen dat mensen vertrekken, dat zou betekenen dat dit college zich laat leiden door angst. Overigens: Lagendijk was universiteitshoogleraar en vertrok toch, overigens op grond van vooral persoonlijke overwegingen. Ik weet dat er in de kranten wel gespeculeerd wordt over redenen om personen tot universiteitshoogleraar te promoveren; zo zou de fysicus Dijkgraaf naar de VS vertrokken zijn als hij niet was benoemd tot universiteitshoogleraar aan de UvA . Ik weet niet of dat zo is, het enige wat ik weet is dat dat voor ons geen motief vormt.'
Kunnen we in de toekomst op meer benoemingen rekenen?
`In principe hebben wij fondsen om maximaal drie universiteitshoogleraren tegelijk te financieren, ofwel er is 450.000 euro per jaar beschikbaar. Dat betekent dus zeker niet jaarlijks een benoeming, gezien ook het feit dat er voor vijf jaar financiering aan vast zit. Het moet ook een exclusieve gebeurtenis blijven, slechts bedoeld voor de absolute top.'
Maximaal drie tegelijk: is een derde benoeming te verwachten?
`Nee. Ik heb ook geen voorstel in die richting ontvangen.'
In je kennismakingsinterview zei je meer financiële ruimte voor de toppers te willen creëren. Dit is een eerste stap?
`Het is een misverstand dat de positie van universiteitshoogleraar aan de UT een uitvinding van dit CvB zou zijn. Ook onder het vorige CvB kwam het al voor. Wel is het zo dat wij in het CvB en met het UMT hebben afgesproken dat het niet zo zou mogen zijn dat naar alle maatstaven uitstekend presterende groepen voortdurend toch in de min zitten. Dat betekent opnieuw: keuzes maken en daar de financiering op afstemmen. Dat heeft consequenties voor het verdeelmodel en daar wordt onder leiding van Willem te Beest hard aan gewerkt. De kern is dat de UT een aantrekkelijke werkgever moet zijn voor alle werknemers, en faciliteiten biedt om werkelijk toponderzoek en -onderwijs te laten gedijen. Ik ben ervan overtuigd dat dat op den duur meer uitstraling heeft dan wat dan ook.'
Jacques Thomassen (59) is sinds 1977 hoogleraar politicologie aan de faculteit Bedrijf, Bestuur en Technologie. Zijn onderzoeksgroep heeft een excellente plaats verworven in de politicologie en bestuurskunde, en is volgens interne en externe reviews `uitzonderlijk productief'. Niet alleen in Nederland wordt zijn impact erkend op het gebied van vergelijkende empirische politicologie: Thomassen is ook trekker van grote internationale vergelijkende studies. Een van zijn eerste publicaties `Party Identification as a Cross-Cultural Concept' uit 1976, wordt sinds zijn verschijnen beschouwd als een klassieker en vestigde zijn naam voorgoed in de wereld. Zijn recente onderzoek richt zich op het systeem van politieke representatie in de Europese Unie en de legitimiteit van de politieke instituties binnen de unie. Thomassen studeerde sociologie in Tilburg en promoveerde aan dezelfde universiteit. Zijn onderzoek is onderdeel van het Institute for Governance Studies (IGS) van de UT.
Thomassen noemt deze eervolle benoeming `een volslagen verrassing'. Ik ben er buitengewoon verguld mee moet ik zeggen. Dit is een erkenning door je eigen universiteit, een forse opsteker dus. Ook naar buiten toe is het een mooie impuls voor de groep. Als universiteitshoogleraar ben ik vrijgesteld van bestuurlijke taken en krijg ik dus meer ruimte voor onderzoek. De toekenning komt op een mooi moment in mijn carrière. Ik ben bijna zestig en kan me de komende vijf jaar meer dan ooit richten op onderzoek. Gezien mijn overbezette onderzoeksagenda heb ik daar ontzettend veel zin in.'
Detlef Lohse (41) is sinds 1998 hoogleraar Vloeistoffysica aan de faculteit Technische Natuurwetenschappen. Zijn groep heeft een grote reputatie opgebouwd op het gebied van onderzoek naar stromingsleer, turbulentie en granulaire media. Dit heeft geleid tot meerdere publicaties in gezaghebbende bladen als Science, Nature en Physical Review Letters. Lohse geniet wereldwijde faam door zijn verklaring van het verschijnsel sono-luminescentie. Hij is in 2002 benoemd tot Fellow van de American Physical Society, nadat hij in hetzelfde jaar tot lid was verkozen van de Duitse Akademie der Naturforscher `Leopoldina'. In het lopende studiejaar 2004/2005 is hij visiting professor aan de Ecole Normale Supérieure de Lyon. Lohse studeerde natuurkunde in Kiel en Bonn en promoveerde aan de Universität Marburg. Zijn onderzoek is ingebed in de UT-onderzoeksinstituten Institute for Mechanics, Processes and Control Twente (IMPACT) en het Biomedisch Technologisch Instituut (BMTI).
Detlef Lohse reageert vanuit Lyon: `Ik ben natuurlijk erg verheugd met deze benoeming', zegt hij. `Het is een grote eer voor mijn groep en mij. Inhoudelijk denk ik erover het onderzoek naar turbulentie en naar micro- en nanofluidics te versterken. Maar hoe we de middelen precies gaan gebruiken, dat moeten we eerst maar eens rustig bekijken.'
Jacques Thomassen
Detlef Lohse