Manon Vrielink propt haar blonde haren onder het blauwe mutsje. Een paar plukjes steken er nog onder uit. `Dat geeft niet', zegt ze. `Een mutsje hoeft niet per se, maar laten we het maar zo steriel mogelijk doen. Dat stellen ze hier wel op prijs.' Het groene pak heeft ze al aan. Nu nog even de plastic zakken om de schoenen en ze is klaar om de OK te betreden. `Het grondige wasritueel moet gelukkig alleen als je echt bij de operatie wilt zijn.'
De TBK-studente voelt zich als een vis in het water, op deze elfde verdieping van het Erasmus MC, locatie Dijkzigt. Hier bevinden zich 16 operatiekamers. Bedden worden - leeg of met een slaperig persoon - af en aan gereden. Op een whitebord hangt het schema van vandaag met alle te opereren patiënten, van blinde darm tot levertransplantatie. Lopende band werk is misschien niet de juiste omschrijving, maar voor een ervaren chirurg zal het een routineklus zijn. Tegenover het whitebord staat een bak met zojuist gebruikte operatieklemmen, tangen en slangetjes die naar de sterilisatieafdeling moet. Het bloed druipt er nog af.
Manon gluurt door een raampje en wenkt het bezoek. `Operatie zien? Hier zijn ze volop aan de gang. Tjee, geen idee wat ze daar nu uit de buik halen. Een lever kan het niet zijn en de maag is het volgens mij ook niet.' De chirurg houdt een rond orgaan in zijn handen en bekijkt het van alle kanten. Manon herkent het niet. `Baarmoeder misschien?', fluistert ze, terwijl ze gefascineerd naar het - voor ons - onbekende orgaan kijkt. Het is niet te zien of de patiënt, die helemaal bedekt is met groen zeil, een man of vrouw is. De anesthesioloog knikt Manon even vriendelijk toe via het raam.
Het is niet zo gek dat Manon zich hier thuisvoelt. Ze heeft al een paar nachtdiensten op de OK achter de rug. Haar afstudeeronderzoek gaat over die nachtdiensten: hoeveel operatieteams zijn er `s nachts nodig om alle spoedpatiënten te kunnen behandelen? `Er bestaat namelijk het vermoeden dat er teveel personeel aanwezig is in de nachtdienst. Uit historische gegevens blijkt dat gemiddeld maar zeven keer per jaar een beroep wordt gedaan op het tweede team, dat `s nachts in huis beschikbaar moet zijn voor spoedpatiënten', vertelt ze. `Het management van de OK beraadt zich daarom op de mogelijkheid minder personeel in de nachtdienst in te zetten en daarmee besparingen te realiseren. Maar belangrijk is wel dat de patiënten veilig de nacht doorkomen. Spoedpatiënten mogen geen letsel overhouden omdat er te weinig personeel zou zijn. Het Erasmus MC dient namelijk ook als regionaal traumacentrum en heeft een 24-uurs beschikbaarheidsfunctie.' De afstudeeropdracht van Vrielink omvat een simulatiestudie, waarin wordt gekeken naar deze effecten op de veiligheid van de patiënt.
`Het is daarom goed om live te zien hoe het er `s nachts op de OK aan toe kan gaan', vertelt Manon. `Vandaar dat ik al wat diensten heb meegedraaid. Best heftig hoor. Zo kwam er laatst een vrouw binnen die aangereden was. Haar hele buik was één bloederige massa. Ze stierf op de operatietafel. Heel raar om daar bij te zijn, het ging me niet in de koude kleren zitten.'
UT-docent dr.ir. Erwin Hans van de faculteit BBT begeleidt veel van de studenten die momenteel in het Erasmus MC afstuderen. Daarnaast zijn ook professor Richard Boucherie en collega Johann Hurink van de faculteit EWI bij het onderzoek betrokken. Erwin Hans reist, zoals vandaag, gemiddeld eens per maand af naar Rotterdam om een bezoek te brengen aan de UT-studenten en te overleggen met de afstudeerbegeleider vanuit het Erasmus: clustermanager Mark van Houdenhoven.
`De samenwerking tussen het Erasmus MC en de UT hebben we eigenlijk te danken aan het bedrijf B-Sim', vertelt Erwin. `Bertwin Bonenberg is directeur van dat B-Sim. Het is een spin-off van de vakgroep van mijn promotor professor Henk Zijm bij de toenmalige faculteit Werktuigbouwkunde. Vorig jaar won hij met zijn bedrijf, in samenwerking met Erasmus MC, de KIVI- Speurwerkprijs voor een OK-planningssysteem. Zijn onderzoek leidde er toe dat tien procent van de operatiecapaciteit beter benut kan worden. Het Erasmus MC wilde meer onderzoek naar capaciteitsverbetering. Bonenberg tipte de Universiteit Twente, waar immers dé wis- en bedrijfskundigen zitten. Ongeveer een jaar geleden zijn we met een aantal kleine afstudeerprojecten gestart.'
Mark van Houdenhoven, clustermanager van de OK's, IC en Anesthesiologie, vertelt dat ziekenhuizen de laatste jaren steeds meer het belang gaan inzien van samenwerking met technici en managers. `Het ziekenhuis groeit uit tot een heus bedrijf, waarbij allerlei logistieke, technische en operationele vraagstukken om de hoek komen kijken. En daarbij ook gedwongen wordt om aan efficiency te werken. Kosten besparen dus. De samenwerking die er nu ligt, tussen het Erasmus MC en de UT, is uniek in de wereld. Dat durf ik rustig te zeggen. Uniek, omdat technici, dokters en managers hier samen nadenken over oplossingen en ze ook gezamenlijk implementeren.'
Van Houdenhoven is, net als zijn collega Geert Kazemier (chirurg en OK-afdelingshoofd) tevreden over de eerste onderzoeksresultaten van de UT-studenten. De samenwerking met de UT gaat door en wordt zelfs uitgebreid met een aantal promotieonderzoeken. `Artsen raken steeds meer overtuigd van het nut, al kost dat wel tijd. Bij logistieke vraagstukken kijk je een heel eind vooruit. Artsen zijn dat niet gewend. Die kijken juist naar één patiënt, en die willen ze de beste behandeling geven. Dat moet ook, maar we willen ze ook vragen om mee te denken over de problematiek rond groepen patiënten.'
Manon gooit haar groene jasje en broek in de wasmand. `Er liggen hier heel veel interessante vraagstukken', zegt ze. `Logistiek kun je wel allerlei prachtige dingen bedenken en willen, maar toch gaat de patiënt voor. Logisch natuurlijk.' Ze hoopt in juni af te studeren. Door RSI-klachten liep de student enige vertraging op: ze was de eerste die aan een afstudeeronderzoek in het Erasmus MC begon. `Of ik daarna hier blijf hangen? Ik ga emigreren naar Australië. Mijn vriend, ook TBK-student, heeft daar een baan aangeboden gekregen om te promoveren.'
Zover is het nog niet. Vanavond gaan de UT-studenten met elkaar een hapje eten. Doen ze elke maand. Voor de gezelligheid. En om de laatste Erasmus MC-nieuwtjes door te nemen.
Benchmark
Het afstudeerproject van de TBK-studenten Arjan van Hoorn en Nelleke Pullen is onderdeel van een grootscheeps benchmarkonderzoek naar de bedrijfsvoering van de operatiekamercomplexen van Academische Ziekenhuizen, een opdracht van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Bedrijfsvoering is onder te verdelen in `doelmatigheid' en `kwaliteit'. Arjan en Nelleke nemen de ontwikkeling van het benchmarkinstrument voor hun rekening en bereiden het gebruik ervan in het deelonderzoek `doelmatigheid' voor. Na afloop van het onderzoek moeten de partners in staat zijn gezamenlijk een benchmarking uit te voeren om te leren over hun eigen logistieke prestaties en die van andere OK-complexen. Arjan: `De productieprocessen in de medische wereld zijn dezelfde als in elk ander bedrijf. Werken in de zorg maakt het gevoelsmatig wel tot een meer zinvolle tijdsbesteding. Er kan hier namelijk nog zoveel beter.'
Master Surgical Schedule
Jeroen van Oostrum, TW-student, onderzoekt de voor- en nadelen van een Master Surgical Schedule. Een MSS zorgt ervoor dat operaties een langere periode van tevoren te plannen zijn, met alle consequenties vandien voor personele inzet, OK-capaciteit en intensivecare-bedden. Het opstellen van een MSS gebeurt op basis van beschikbare historische gegevens.
Ook WB-student Simone Veldhuis richt zich in haar afstudeeronderzoek op MSS. Zij onderzoekt met welke randvoorwaarden rekening gehouden moet worden en welke optimalisatiecriteria er zijn. Ook bestudeert ze de duur van een operatie en de beschikbaarheid van materialen, kamers, personeel en bedden.
Doorstroming
Marleen van de Pol, TBK-student, is de enige student die stage loopt tussen alle afstudeerders.
`Maar na mijn stage ga ik hier ook afstuderen. Dat is al geregeld.' Ze is nu halverwege haar stagetraject en onderzoekt hoe lang patiënten in het ziekenhuis blijven na een operatie. Op basis daarvan kan de patiëntendoorstroom worden vastgesteld en dus ook hoe lang bedden bezet blijven. Als de uitkomsten bekend zijn kan een betere OK-planning worden ontworpen.
Besturingsmethoden
De scriptie van WB-student Sjoerd Reterink, die in december afstudeerde, presenteerde besturingsmethoden waarmee de dagcoördinator van het Erasmus MC de volgorde kan bepalen waarin het personeel op de operatiekamer zittingen kan uitvoeren. Het doel was om de bezetting van de OK te maximaliseren zonder dat dit leidt tot extra overwerk voor het personeel. Specialismen kunnen de beschikbare OK-tijd niet altijd volledig benutten, maar de resterende periode is vaak weer te kort om een patiënt te opereren. De variatie in de zittingsduur en de onverwachte aankomst van spoedpatiënten veroorzaken het overwerk.
Spoedpatiënten op de IC
TW-studente Marleen van Rijsbergen onderzoekt in haar afstudeeropdracht de mogelijkheid om bedden te reserveren voor spoedpatiënten. In veel regio's is het namelijk een probleem om alle intensive care behoeftige spoedpatiënten van buiten ziekenhuizen op te vangen. Begeleid door EWI-hoogleraar Richard Boucherie en uhd Nelly Litvak ontwikkelde Marleen een wiskundig model dat berekent hoeveel bedden gereserveerd moeten worden om alle regionale spoedpatiënten in de regio op te kunnen vangen.
Fotograaf: Ronald van den Heerik
UT-studenten en hun begeleiders in de OK, van links af: Marleen van de Pol, Jeroen van Oostrum, Mark van Houdenhoven (Erasmus MC clustermanager), Arjan van Hoorn, UT-docent Erwin Hans, Manon Vrielink, Simone Veldhuis en Nelleke Pullen. Niet op de foto Sjoerd Reterink en Marleen van Rijsbergen.