Het is vrijdagavond tegen tienen als Henk Zijm handenwrijvend de bar van hotel De Lindeboom in Den Burg binnenstapt. Het was zijn idee om voorafgaand aan het interview dat voor zaterdag gepland staat alvast een borreltje te drinken. `Laten we een leuke kroeg opzoeken', stelt hij voor.
Tijdens de wandeling door het centrum begint de nieuwe rector meteen enthousiast te vertellen over `zijn' eiland. `Zie je dat monument? Dat is opgericht ter nagedachtenis aan de Georgische strijders die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog tegen de Duitsers in opstand kwamen.' Het verhaal blijkt het begin van een serie historische verhalen over Texel. In de kroeg bestelt Zijm een biertje. Zijn middelste dochter Svenja vergezelt hem dit weekend, vertelt hij. Vrouw Liesbeth en dochters Ellen en Tessa hadden geen tijd om mee te gaan naar het Texelse pied-a-terre en zijn thuisgebleven, in Hengelo.
Vol trots praat hij over `zijn vier meiden'. `Ik ben een echte familyman geworden', bekent hij. In huize Zijm staan muziek en reizen centraal: de dochters, alledrie op de middelbare school, bespelen een instrument en ze gaan vaak met z'n allen op vakantie. `Ik probeer mijn kinderen wat Europees besef bij te brengen', legt hij uit. `In het voorjaar staat een uitstapje naar Berlijn op de agenda, vorig jaar waren we in Parijs, en daarvoor bezochten we al een aantal klassieke locaties in Griekenland.' Zelf speelt Henk `een beetje' gitaar. Hij luistert graag naar klassieke muziek, vooral naar Bach. `Ik heb met onze chauffeur afgesproken om een stapeltje van mijn cd's in de dienstauto neer te leggen.'
De rector is bijna onafgebroken aan het woord en heeft een duidelijk idee over hoe het weekend er uit moet gaan zien. Hij houdt de touwtjes kennelijk graag in handen. `Morgenochtend haal ik jullie om kwart voor tien op', zegt hij. `Ik wil alle mooie plekjes van het eiland laten zien.'
Rustig stuurt Zijm de volgende ochtend zijn ruime gezinswagen over de smalle Texelse wegen. Hier werd hij in 1952 geboren, als jongste van drie in een katholiek boerengezin. Opgroeien op een eiland vormde hem, in zekere zin. De eilandmentaliteit was er een van `doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg'. Hard werken en gemeenschapszin waren kernwaarden. `Als de buren in het hooi moesten, dan hielpen wij mee, en omgekeerd. Dat deed je gewoon.' Die nuchtere mentaliteit heerst er nog steeds, is zijn ervaring. `Ze vinden het hier hardstikke leuk dat ik rector ben. Maar als ik me daardoor anders zou gaan gedragen, dan zullen ze niet aarzelen me dat recht in mijn gezicht te zeggen.'
Links en rechts wijst de geboren Texelaar op bezienswaardigheden en vertelt hij de bijbehorende geschiedenis. `Elke inwoner van Texel kent deze verhalen. Maar ik heb er een bijzondere interesse voor. Toen ik zeventien was heb ik nog behoorlijk getwijfeld of het wiskunde of geschiedenis moest worden.' Het werd wiskunde, aan de Universiteit van Amsterdam. `Ik was er aan toe om naar de wal te gaan.' Toch keerde hij in de weekenden regelmatig terug. `Destijds was Texel een echt jongereneiland. Er waren grote popconcerten in schuren, waar bijvoorbeeld Cuby and the Blizzards en de Golden Earring regelmatig speelden.' De jonge Henk, schouderlang haar en alternatief gekleed, genoot er met volle teugen van.
Een studie wiskunde was in die `linkse tijd' een verdachte keuze. `Alles wat met techniek te maken had, riekte naar kernwapens en dat soort dingen.' Maar ja, hij hield nu eenmaal van puzzelen en vraagstukken oplossen. De studie verliep niet probleemloos. `Ik heb er bijna acht jaar over gedaan. Dat had met een aantal dingen te maken. Het verongelukken van een goede vriendin en twee maanden daarna het overlijden van mijn vader hakten er nogal in. Ik had het even gehad met Texel en met de studie. Ik zwierf nogal rond en voerde weinig uit. Gelukkig kwam ik een paar goede mensen tegen die mij weer op de rails zetten.' In 1977 studeerde Zijm uiteindelijk cum laude af in de toegepaste wiskunde.
De Sharan wordt soepeltjes geparkeerd voor strandpaviljoen Paal 9. Zijm laat warme chocolademelk en cappuccino aanrukken. `Tijdens mijn afstuderen kreeg ik de smaak van onderzoek doen te pakken. Na mijn studie ben ik gepromoveerd in Eindhoven', vertelt hij. `Het boeken van nieuwe resultaten is heel bevredigend. Een ander leuk aspect zijn de conferenties. Ik ben op heel veel plaatsen geweest en heb over de hele wereld vrienden. Reizen en mensen ontmoeten is voor mij een heel wezenlijk aspect.' Een techneut met sociale vaardigheden, kan dat wel? Uit die vraag spreekt een vooroordeel, vindt Zijm. Het nerd-idee van de technische wetenschapper die zich alleen op een smal deelgebiedje focust, wuift hij weg. `De narrow-mindedness van de bèta valt heel erg mee. Kijk maar naar major-minor aan de UT. Juist veel technische studenten kiezen voor een sociale minor. Andersom komt dat veel minder voor.' Zijm ziet dat terug binnen het onderzoek op de UT. `Toen wij het woord technisch toevoegden in de omschrijving van de UT brak de hel los. Ik denk juist dat de interactie tussen de maatschappijwetenschappen en de technische hoek een meerwaarde oplevert. Ik bedoel maar, Tinbergen was een fysicus maar hij won de Nobelprijs voor de economie. Psychologie zou zich bijvoorbeeld prima mede kunnen richten op problemen bij industrieel ontwerpen. Waarom sommige ontwerpen het niet redden, heeft vaak veel te maken met perceptie. Ik denk niet dat de UT primair psychologen voor het Riagg op zou moeten leiden. Daar ligt denk ik niet in de eerste plaats onze meerwaarde. Zo'n standpunt kost ons misschien studenten, maar het is wel eerlijk.'
Zijm ziet het totstandbrengen van interactie tussen de disciplines als een van zijn missies. `Hoe ik de onderzoekers zo ver wil krijgen? Voorbeelden geven en zo draagvlak creëren.' Maar, geeft hij toe, het is niet allemaal vanzelfsprekend. `Het onderzoekslandschap is niet op interdisciplinair onderzoek ingesteld. NWO bijvoorbeeld is er niet op ingericht. Maar daar moeten wij als UT dan desnoods het voortouw maar in nemen.'
Hoe denkt Zijm toponderzoekers op de campus te houden, vooral nu net Vos, Lagendijk en Van Hulst hun vertrek aangekondigd te hebben. `Het is toeval dat ze alledrie tegelijk opstappen, overigens om heel verschillende redenen. Maar voor de beeldvorming is het ongelukkig', aldus Zijm. `We zullen financiële ruimte moeten creëren voor de toppers. Met het oog daarop moeten we terug in het aantal leerstoelen, want anders blijft de spoeling dun. Nee, ik noem geen cijfers. Maar we moeten af van het idee dat als een hoogleraar vertrekt we die leerstoel per definitie opnieuw moeten invullen. Kortom, scherper kiezen. Maar natuurlijk zullen wij ook op alle mogelijke manieren proberen de eerste geldstroom te vergroten.'
Onder het genot van een tweede schuimige cappuccino vertelt Zijm dat hij het maandelijkse ontbijt met de rector niet zal voortzetten. `Ik ben zo vaak weg, ik wil in ieder geval met mijn gezin ontbijten. Bovendien wil ik wat anders doen. Misschien een maandelijks café.' Zijm realiseert zich dat Frans van Vught bijzonder populair was onder studenten. `Ik ga niet proberen om hem daarin na te doen. Ik hoef niet de populairste rector aller tijden te worden. Natuurlijk vind ik het contact met studenten belangrijk. Ik schrijf regelmatig een voorwoord in een almanak en ja dat doe ik zelf. Ook heb ik met de Student Union gesproken. Een goede organisatie. Studenten zijn volwassen mensen en die moet je de verantwoordelijkheden geven die daar bij horen.'
Bang dat activisme wringt met de ingezette snoei in de studiefinanciering zegt hij niet te zijn. `Studenten kunnen best wat harder werken. Studeren is een veertigurige werkweek en veel studenten geven aan nauwelijks aan de dertig uur te komen. Er kunnen goede redenen zijn om uit te lopen, maar voor een bestuursjaar word je nog altijd gecompenseerd. Ik heb zelf ook lang over mijn studie gedaan vanwege persoonlijke redenen en omdat ik veel heb gereisd. Maar dat heb ik ook allemaal zelf moeten betalen. En ik ben wel zo calvinistisch om dat ook van anderen te verwachten.' Eigen verantwoordelijkheid bijt volgens Zijm niet met het bindend studieadvies. `Dat bindend studieadvies wordt wat mij betreft pas effectief in uiterste gevallen. Ik hoop dat het zo werkt dat we het niet hoeven te gebruiken. Dus dat studenten het niet zo ver zullen laten komen dat wij ze moeten wegsturen.'
De rector stelt voor een strandwandeling te maken. De lucht is strakblauw, de zon schijnt en een frisse wind zorgt voor een gezonde Hollandse blos. Op dit strand komt Zijm helemaal tot rust. `Hier kan ik goed nadenken. Zoals ik heb gedaan met mijn nieuwjaarsspeech bijvoorbeeld.' Zijm, spijkerbroek, jack en stevige schoenen, zet de pas er flink in. `In de weekenden loop ik meestal tien kilometer hard. Aan de Batavierenrace zou ik best mee willen doen. Maar dan wel de laatste etappe', geeft hij toe.
De rector wil meer van het eiland laten zien en rijdt door het pittoreske dorpje Oudeschild met herberg De Zeven Provinciën waar Michiel de Ruyter altijd placht te slapen, langs natuurgebied de Slufter, het karakteristieke kerkje van Den Hoorn en de buurtschap waar zijn roots liggen. Af en toe mindert hij vaart voor details. Hij doceert graag: `Let op de schapen. Texelse schapen zijn wat breder in de schouders.'
Tijd voor de lunch in restaurant De Slufter. Zijm bestelt een pannenkoek met kaas en spek en vertelt dat het rectorschap wat hem betreft wel wat later op zijn pad had mogen komen. `Op een gegeven moment was duidelijk dat Frans niet voor een nieuwe termijn opging. Op verzoek van de raad van toezicht moesten de decanen onder wie ikzelf en de wetenschappelijk directeuren kandidaten voordragen. Iedereen zit elkaar dan een beetje aan te kijken. Het was al snel duidelijk dat het iemand uit een technische omgeving moest zijn. Of ik er toch niet serieus over na wilde denken, vroeg men. Dat wilde ik. Maar, als decaan bij EWI heb ik tropenjaren achter de rug. De faculteit staat er nu, maar de klus is nog lang niet af. Die had ik graag afgemaakt. Ik heb Frans eerder ook gevraagd of hij niet een paar jaar langer wilde blijven. Maar hij had zijn keuze al gemaakt en daar had ik ook alle begrip voor. Die acht jaar waren een aanslag op zijn gezin en zijn leven. Ik vond uiteindelijk dat ik mijn verantwoordelijkheid moest nemen.'
Ook zijn gezin zal hem de komende jaren nog minder vaak zien. `Ze zijn wel wat gewend, want ik heb de laatste jaren ook een hele demanding baan gehad. En we hebben goeie afspraken gemaakt. In de zomer gaan we drie weken met elkaar op vakantie. Dat is heilig. De kinderen zijn ook wel trots hoor. Ze denken dat het een belangrijke baan is.'
De raad van toezicht had liever een simultane voordracht gezien, vertelt hij: een rector en een voorzitter. Maar een voorzitter ontbreekt tot op heden nog. `Tot de zomer doe ik het samen met Willem te Beest, die is vice-voorzitter. Mij is wel gevraagd hoe ik stond tegenover de verhouding tussen rector en voorzitter. Ik heb echter geen enkele moeite met de positie van de voorzitter als eerste man. Ik hoef dat zelf ook niet zonodig te zijn. Misschien is dat ook iets Texels. Wel wil ik voor medewerkers en studenten de eerste man zijn. Daarom wil ik ook dat de mensen mij kennen. Binnenkort beginnen Willem en ik met een kennismakingsronde langs instituten, faculteiten en diensten. Wij moeten het vertrouwen van de vloer hebben, anders kunnen we niet werken. Frans heeft, met name in zijn tweede termijn, zijn gezicht wat minder laten zien op de werkvloer, puur omdat zijn dubbelfunctie dat ook niet meer toeliet. Maar zijn eerste advies aan mij was: ga rondlopen.'
Zijm prikt een stuk koudgeworden pannenkoek aan zijn vork. `Maar laten we duidelijk zijn: ik vind dat hij het heel goed gedaan heeft. De UT staat uitstekend op de kaart. Frans is wel duidelijk meer een politiek dier dan ik. Hij weet zijn doelen te bereiken, is het niet linksom, dan wel rechtsom. Ik ben wat minder goed in politieke spelletjes, ben een rechtlijniger persoon.'
De Volkswagen moet hard rijden voor de boot van drie uur. Zijm brengt zijn bezoek tot aan de loopplank. `Ik ga vanavond nog even met mijn dochter naar het strand. Als zij in bed ligt, moet ik aan het werk. Ik heb een enorme map met stukken bij me voor de collegevergadering van maandag. En morgenochtend moet ik ook het tuinhek van onze vakantiewoning nog repareren.'
Henk Zijm
Henk Zijm (1952) rondt in 1969 de HBS-b op Texel af, waarna hij wis-, natuur- en sterrenkunde gaat studeren aan de UvA. In 1977 studeert hij cum laude af in de toegepaste wiskunde. Hij solliciteert nog bij het CBS, wordt daar zelfs aangenomen maar besluit dan toch om een promotiestudie op het vakgebied Operations Research aan de Technische Universiteit Eindhoven te beginnen. In 1981, een paar maanden voor zijn promotie, vertrekt hij weer naar zijn oude universiteit, de UvA, waar hij aan de slag gaat als wetenschappelijk medewerker op de interfaculteit Actuariaat en Econometrie. Philips vraagt Zijm in 1983 als senior consultant Operations Research. In die baan ontwikkelt hij zijn inzichten in industriële processen wereldwijd. In 1987 aanvaardt hij daarnaast het deeltijdhoogleraarschap Mathematical Models for Operations Management aan de TUE . In 1990 vertrekt Zijm naar de UT, , waar hij hoogleraar productiemanagement wordt in de toenmalige faculteit Werktuigbouwkunde. Maar de TUE doet de UT-hoogleraar in 1998 zo'n `fantastisch onderzoeksaanbod' dat hij dat niet kan afslaan. Zijn gezin wil echter niet mee verhuizen naar Eindhoven. Er breekt een lang jaar aan van op en neer reizen tussen een appartementje in Eindhoven en zijn huis en familie in Hengelo. `Als hoogleraar had ik het uitstekend naar mijn zin op de TUE, maar sociaal was het niks', zegt Zijm terugkijkend op die periode. Na een gesprek met de toenmalige rector Frans van Vught - die Henk al voorspeld had dat hij gauw genoeg op zijn schreden zou terugkeren - krijgt hij in 2000 een baan als hoogleraar wiskunde aangeboden. Daarnaast heeft hij als nevenfunctie de taak om het Centrum voor Telematica en Informatietechnologie (CTIT) steviger op de kaart te zetten. Dat lukt, mede nadat Zijm eind 2000 wetenschappelijk directeur van het instituut is geworden. `Het CTIT was toen serieus in gevaar en dat konden we zo niet laten.' Hij haalt voldoening uit zijn managementfunctie en dat bleef bij het CvB niet onopgemerkt. Het is dan ook bijna logisch dat Zijm in 2002 het decanaatschap aanvaardt van de faculteit EWI, een faculteit die dan nog niet eens bestaat. Drie jaar later wordt Henk Zijm, op 52-jarige leeftijd, rector magnificus van de UT.
(Foto's: Maaike Platvoet & Jannie Benedictus)