Over en sluiten

| Redactie

We hebben er binnen de UT een nieuwe naam bij: Willem. Hartelijk welkom. Willem te Beest, maar laat die achternaam voor het gemak maar even weg. 'Iedereen tutoyeert hier elkaar', fluistert Willem ons blij toe. 'Dat geeft een goed gevoel. Daar blijf je ook jong bij'. Willem doet het lekker tussen de erkende driehoek Frans-Peter-Huib en, niet te vergeten: Joop. Vooral Joop doet het overal lekker. Joop ziet er ook echt uit als Joop. Hebben we het over de commisie Sistermans dan hebben we het over Joop. Joop ligt lekker in de mond, Joop bekt zogezegd.

Joop

Maar wie heet er nou in godsnaam Joop? Weten? Fiets op een zondagmorgen op je racefiets langs de eerste beste golfbaan, negeer de man met hond, hou één hand aan het stuur, de andere aan je mond en schreeuw voluit: 'Hé Joop'. Graag wat ordinair. Korte 'o' ook. Gegarandeerd dat de eerste de beste golf-joop zich aangesproken voelt en terugzwaait. Raak, hole-in-one. Een beetje Joop reageert altijd. Dat komt omdat mensen die Joop heten er een soort ambachtelijke plichtsgetrouwheid op na houden. Jaren veertig, begin jaren vijftig. Geldt ook voor Frans of Peter. Of een Hans. Of Frits. Gewone jongens, met oerdegelijke hollandse namen. Allemaal zware vijftigplussers, kan niet missen. Wie wil weten hoe het zit met de vergrijzing op topniveau hoeft alleen maar naar de voornamen te kijken. Willem past daar goed bij, maar een Jeroen bijvoorbeeld niet. Of een Arwin. Zelfde geldt voor Truus en Bep.

Wij zouden het wel weten als het het CvB binnenkort indikt tot drie vijftigplussers. Dan noemen we die gewoon Jan, Piet en Klaas.

Trekker

Op een dag kom je thuis en je zegt tegen je vrouw: 'Schat, ik moet je iets vertellen ... Ik ben clustertrekker.'

Stilte.

'Clustertrekker?'

'Ja, clus-tur-trek-kur.'

Nog meer stilte.

Je wederhelft is wel wat gewend, maar toch ...

Nog niet zo lang geleden had je het opeens en wilde je conducteur worden. Het was even wennen, maar daar kon ze inkomen. Een midlife crisis krijgt iedereen op z'n tijd. En een rondje om de kerk met pet en spiegelei heeft beslist z'n aantrekkelijke kantjes voor een met ontslag bedreigde UT-medewerker. Maar dat ging weer over.

En dan dit. Clustertrekker.

Je vrouw dacht dat je voor haar tijd alle mogelijke seksele voorkeuren wel verkend had. De wilde haren waren er wel af, dacht ze, en de grenzen verkend. En ach, een beetje bi blijft ieder mens, daar zit niemand mee.

En toch komt je man dan op een klamme junidag als clustertrekkeruit de kast. Even schuift ze haar vrees voor het allerergste nog opzij. Ze hoopt op een functie bij Defensie: een clustertrekker is een veredelde boordschutter, gespecialiseerd in het afwerpen van clusterbommen, zo redeneert ze tegen beter weten in.

Maar even later dringt de naakte waarheid tot haar door: de seksindustrie is een beroep rijker. De clustertrekker: een loverboy die een willekeurige groep seksegenoten tegen vergoeding en met vaardige hand collectief aan hun gerief helpt ...

Einde huwelijk.

Bron van bovengeschetst echtelijk misverstand is het verjaardagsfeestje van het Bedrijfstechnolgisch Centrum, vorige week. Twintig jaar BTC werd gevierd met de start van Netlab Twente, vijf clusters van regionaal researchpotentieel. In elk cluster zit een UT-onderzoeksinstituut. En elk cluster kent een trekker.

Een universiteit verleent op haar lustrum bullen aan eredoctoren. Het BTC benoemt clustertrekkers.


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.