Drie van de vier deeltijders kwamen deze week bijeen in collegezaal BB6, om hun colloquium voor te bereiden. Een gezonde nervositeit hangt in de lucht als het drietal bekijkt of alle apparatuur wel werkt. 'Vrijdag studeren we af, dan moet alles perfect in orde zijn.'
Jeroen Oude Egberink, leraar aan een Hengelose basisschool, wilde ooit wel eens wat anders na tien jaar voor de klas staan in het basisonderwijs. Berthold van Leeuwen, leraar in het speciaal onderwijs, besloot zijn kennis op universitair niveau te brengen. Johan Maas, docent arbeidsmarktproblematiek aan Saxion Hogeschool Deventer, voorzag dat digitalisering een grote rol zou gaan spelen in het onderwijs en wilde zich daarop specialiseren. De keuze om opnieuw te gaan studeren vergde veel inzet van de heren, maar ook van het thuisfront.
'Als mijn vrouw hier niet achter stond, was ik er niet aan begonnen. Studeren naast een fulltime-job is toch leven in twee werelden. En zonder TeleTop had ik het niet gered', vertelt schoolmeester Oude Egberink. 'Elke week nam de studie minimaal 20 uur in beslag, eenmaal per veertien dagen een lange dag colleges en eenmaal per week kwamen we 's avonds bij elkaar om te werken aan een project.' Studiemaatje Van Leeuwen vult aan: 'Dat laatste deden we heel bewust, want samen studeren is immers leuker. En zo ontstond een goed contact met elkaar.' De docent arbeidsmarktproblematiek: 'Waardoor we nu ook vrienden zijn.'
In de colleges zaten de vrienden altijd vooraan in de bank. De studie verliep nominaal, vertraging trad er niet op. 'Studiebollen dus', lacht het drietal. Volgens Maas is dat een mooi voorbeeld van het verschil tussen de - vaak jongere generatie - voltijdstudenten en de deeltijdstudenten. 'Wij studeren met een andere insteek, doen het puur voor het vak en zijn zeer praktijkgericht.' Niet voor niets werd de deeltijdstudenten wel eens verweten té praktijkgericht bezig te zijn, waardoor het wetenschappelijke belang te weinig profiel zou krijgen. 'Maar', zegt Van Leeuwen, 'we hebben een referentiekader, er is veel koppeling naar de praktijk. Ons belevingswereld was groot.'
De stof vond het drietal niet lastig. Oude Egberink geeft schoorvoetend toe wel eens moeite te hebben gehad met 'statistiek'. 'De kwaliteit van het onderwijs verschilde per vak. Over het algemeen kan ik concluderen dat TO een goede opleiding is. Ik heb het meerdere collega's aangeraden om in mijn voetsporen te treden. Enkele van mijn afgestudeerde HBO-studentenzijn inmiddels begonnen aan de opleiding', vertelt Maas.
Hoewel officieel student, vierde de gelijkwaardigheid hoogtij in relatie tot docenten. En dat werd wederzijds als prettig ervaren. Maas: 'Laatst op een treinstation riep een docent mijn voor- en achternaam. Geen idee dat hij mij zo goed kende. Het gevoel een studentnummer te zijn heb ik dus nooit gehad.'
Deze week studeren de heren dus af. Eerst vakantie vieren, daarna op zoek naar een passende functie. Voor Oude Egberink en Maas zal dat in ieder geval richting ICT en onderwijs zijn. Van Leeuwen heeft inmiddels een baan bij het Instituut voor Leerplan Ontwikkeling in Enschede.
Maaike Platvoet
Oude Egberink, Van Leeuwen en Van Maas:...studiebollen...
![]()