Lacht, steekt een verse sigaret op en verzekert dat hij zijn peuk direct terzijde legt als zijn bezoek daar last van zegt te hebben. 'Ik rook alleen op deze kamer.' Zijn gedreven relaas over al het goede dat de UT herbergt (een fraaie campus, eerste plaatsen in de visitaties van onderwijs en onderzoek, excellent speerpuntonderzoek in de instituten) doet vermoeden dat hij zich in twee weken tijd al aardig in de materie heeft verdiept. De maanden ervoor natuurlijk ook, in zijn vrije tijd. Dat moet wel, want vanaf nu is hij de man die verantwoordelijk is voor het financiële reilen en zeilen van deze universiteit.
Die functie bekleedde hij ook vier jaar lang bij de TU Eindhoven, waar hij eind vorig jaar vertrok nadat studentleden in de U-raad een begrotingsgat van zeven miljoen gulden hadden ontdekt. Volgens krantenberichten achtte Te Beest zich daarvoor verantwoordelijk en stapte hij op, al had menigeen hem graag binnen de poort gehouden. Over de werkelijke toedracht van zijn vertrek wil de nieuwe bestuurder het niet hebben. 'Zeker niet in het openbaar. Ik heb uit het voorval mijn conclusies getrokken. Punt. Het was trouwens geen gat, maar een rekenfout: dat geld was nog niet uitgegeven. Ik kon er niets aan doen, voelde me niet schuldig.' Te Beest erkent dat er 'natuurlijk meer' aan de hand was. 'Hou het er maar op dat de relatie erg dun was.' Hij genereert een fikse rookwolk en wil graag naar een ander onderwerp.
Hoe dan ook, lang hoefde de oud-consultant en economie-geschoolde Te Beest niet op zoek naar ander werk. 'Er waren verschillende aanbiedingen', legt hij uit. 'Daarmee was ik al een eind gevorderd toen de UT belde. Ja, inderdaad zó gaat dat: een simpel telefoontje. Ik koos voor Twente omdat ik graag in het hoger onderwijs werkzaam wilde blijven. En de UT is een prachtige instelling met veleparels. Ik mag wel zeggen dat ik over een grote kennis van deze sector beschik. Ik ken de weg bij de ministeries, weet van de voetangels en klemmen, ken de grapjes, weet dat de universiteiten samenwerken maar elkaar ook beconcurreren. Ik zit in allerlei commissies en overlegorganen van de VSNU (de werkgeversorganisatie van de universiteiten, b.g.). Ik ben naar Twente gekomen omdat ik de behoefte heb om dat wat ik kan, te kapitaliseren'.
Hij vertelt dat hij in zijn Eindhovense tijd steeds volledig op de hoogte was van de handel en wandel van de andere TU's. 'Hoe dat komt? Simpel, ik krijg het UT-nieuws al jaren op mijn privé-adres - zo hoort dat ook vind ik- evenals Delta (het blad van de TU Delft, b.g.). Dat klinkt als een compliment voor deze bladen. Te Beest: 'Zo zou je dat kunnen opvatten, ja'.
Vervolgt: 'De UT past goed bij mij. Ik hou van de menselijke maat. Iedereen tutoyeert elkaar hier, dat mag ik wel. Van Vught is toch ook voor iedereen 'Frans'! De cultuur hier voelt toch weer anders dan in Brabant.' Het impliceert ook dat hij zeer te spreken is over de koers die de UT vaart. 'De breedte van het opleidingspakket geeft iets extra's. De laatste tien jaar is daar bewust op ingezet. Dat doe je niet zomaar, dat vergt de opbouw van basiscompetenties om het zover te krijgen. Het financiële argument is dat je door die breedte minder kwetsbaar bent dan wanneer je alleen techniek in huis hebt, zoals Eindhoven en Delft. Inhoudelijk is het een pré, omdat je op deze manier multidisciplinair kunt werken. Ik denk dat het major-minor principe uitstekend in dat plaatje past.'
Te Beest bevestigt dat de TU Eindhoven een andere weg bewandelt. 'Dat leidt tot een andere strategie, dat klopt. Ze kiest puur voor de techniek en wil daarmee de internationale top halen. Dat is zeer verdedigbaar, zeker als je bedenkt dat ze, meer dan de UT, is gelegen in een industrie-regio.'
Wat kan de meerwaarde zijn van Willem te Beest voor de UT?
'Een helder financieel beleid met duidelijke doelen. Je mag van me verwachten dat ik de wegen aangeef die ertoe leiden dat de UT financieel gezond blijft, schuine streep, wordt. Ik zal duidelijk maken hoeveel geld daarvoor nodig is. Het kan betekenen dat je sommige bestaande dingen moet durven te stoppen. Ik noem dat oud voor nieuw: waar stop je mee is een van de belangrijkste vragen in een vernieuwende organisatie. Verder wil ik weer een prikkel in het systeem. De faculteiten en instituten moeten weer een incentive krijgen om financieel aan de weg te kunnen timmeren en niet op het eind van het jaar overschotten moeten inleveren of laten bevriezen. Nu, in deze tijden van krapte, kan dat voorlopig niet. Iedereen begrijpt dat, we hebben liquiditeiten nodig. Maar ik wil er in de nabije toekomst zeker naar toe.'
Te Beest roemt de hoge UT-performance op het gebied van onderwijs en onderzoek. 'Daar is bewust voor gekozen door een deel van de reserves in te zetten. Dat heeft tot resultaten geleid: het aantal eerstejaars stijgt snel en leidt op termijn tot extra inkomsten. Tweede en derde geldstroom scoren uitstekend, maar als je dat zo wil houden moet je de eerste geldstroom, althans de mensen die daaruit betaald worden, ook op peil houden.'.
En ach, zo moeilijk is het allemaal niet, denkt hij. 'Ok, we zitten net als bijna iedere andere universiteit in een benarde situatie. Het probleem is de liquiditeit. Dus moeten we lenen. Of dat betekent dat we voor eens en altijd vastzitten aan die rente en aflossing? Ik vind dat je toe moet naar een situatie waarin je de eerste vijftien jaar het geleende geld aflost en de tweede vijftien jaar spaart. Na dertig jaar investeer je weer en doet dat voor de helft met eigen geld. Je moet er wel voor zorgen dat je altijd een overschot hebt op de exploitatie, winst maakt dus.' Anders is er weinig te sparen.
De geboren Winterswijker, die met zijn moeder slechts plat achterhoeks praat, is niet pessimistisch over de financiële situatie van de UT, mits de minister over de brug komt met een compensatie voor de rente en aflossing voor de investeringen in het vastgoed. 'Ik ga daar van uit. Daar is immers de ellende mee begonnen. Het ministerie erkent de situatie en Cohen, die destijds staatssecretaris was, zei in '95 al dat de universiteiten op een gegeven moment in de problemen zouden komen. Daar was geen woord van gelogen. Vergeet ook niet dat er in de rijksbijdrage aan de hogescholen hiervoor wel een rentevergoeding zit.' Te Beest kan het weten: vóór zijn Eindhovense tijd was hij voorzitter van het college van bestuur van de hogeschool HAS in 's Hertogenbosch. Daarnaast was hij bestuurslid van de HBO-raad.
Wat de UT betreft, gaat het er volgens hem om de inkomsten te maximeren, 'al zit daar een natuurlijke begrenzing aan', en niet meer uit te geven dan nodig. Simpel eigenlijk. Maar wat bijvoorbeeld te doen met het gat van 7 miljoen euro dat rest na de bevindingen van de commissie- Sistermans in de dienstensector. Doel is een besparing van 16 miljoen, maar de reorganisatie van de diensten is niet toereikend.
Te Beest: 'Er zijn twee wegen. Eén: de bijdrage van het ministerie. Twee: geld vrijmaken in het primaire proces. Projecten afbouwen, beknibbelen op budgetten.' Dat dit kan leiden tot reductie van personeel in onderwijs en onderzoek, erkent hij. 'Je moet daar instrumenten voor ontwikkelen. Durf als UT vast te stellen hoeveel mensen je nodig hebt als je de dingen wilt doen die je moet doen. Daarover zal de U-raad een besluit moeten nemen in het belang van de continuïteit van de organisatie.'
De pijn voor de mensen die hun werk zien verdwijnen zal zo klein mogelijk moeten zijn, aldus Te Beest, 'daarvoor hebben we een uitermate aantrekkelijk sociaal plan. Het zal zo gaan dat we eerst afwachten welk deel van de medewerkers vrijwillig opstapt en daarna bekijken of het nodig is mensen te ontslaan.' In Eindhoven, waar zich een soortgelijke reorganisatie voltrok, zijn uiteindelijk geen gedwongen ontslagen gevallen, aldus Te Beest, ondanks de geruchten dat het om honderden banen zou gaan. 'Een knappe prestatie. We hebben wél een aantal medewerkers gedwongen om vervroegd uit te treden (op basis van de FPU, b.g.).'
'Wat dat sociaal plan betreft, ik snap echt helemaal niks van de houding van de Abva-Kabo. We moeten opschieten. Iedere dag vertraging kost geld. Als je het hebt over zestien miljoen euro op jaarbasis, reken dan maar uit wat dat per maand of zelfs per dag kost'.
Van consultant tot bestuurder
Voor zijn aanstelling in Twente was drs. H.W. te Beest van oktober 1997 tot eind 2001 lid van het college van bestuur van de TU Eindhoven, waar hij zich primair bezighield met interne bedrijfsprocessen.
Willem te Beest werd op 31 juli 1951 geboren in Winterswijk. In 1977 studeerde hij af in de bedrijfseconomie (Groningen). In de laatste fase van zijn studie was hij als beleidsadviseur werkzaam voor het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen op het terrein van de bekostiging van het hoger onderwijs. Van 1977 tot 1979 werkte hij als projectmanager marketing-research bij Intomart BV in Hilversum. Daarna was hij vier jaar werkzaam als organisatie-adviseur, respectievelijk senior-adviseur bij Bos en Co Organisatie-adviseurs BV in Utrecht en vervolgens zes jaar als vennoot en senior-adviseur bij de Adviesgroep voor Organisatie-vernieuwing in Amsterdam. Van 1989 tot 1993 was Te Beest managing partner en directeur sector overheid en non-profit bij Adviesgroep Diemen & Van Gestel BV in Utrecht en van 1993 tot 1995 statutair directeur en voorzitter van het managementteam van dit bureau. Voor zijn banen in Eindhoven en Twente was hij voorzitter van het college van bestuur van de hogeschool HAS in 's-Hertogenbosch.
Bert Groenman
Willem te Beest...vrij compleet.