STERKSTE GROEI. De afgelopen tien jaar was de TH Twente de hardst groeiende instelling voor het wetenschappelijk onderwijs. De groei van het aantal studenten bedroeg in die periode maar liefst 104 procent, terwijl het landelijk gemiddelde op 36 procent lag.
Dat blijkt uit een reportage getiteld 'KHT-Marktverkenning', recentelijk uitgevoerd door het Tilburgse Hogeschool, die het zinvol vond om de ontwikkelingen en vooruitzichten betreffende studentenaantallen in kaart te brengen en een vergelijking te maken tussen de afzonderlijke instellingen.
De aantallen studenten en eerstejaars zijn voor een universiteit of hogeschool namelijk van zeer groot belang. Forse veranderingen beïnvloeden de financiële positie van de wo-instelling in zeer sterke mate.
De Katholieke Hogeschool Tilburg eindigde zelf als een goede tweede met een groei van 83 procent; Rotterdam breidde zich uit met 80 procent. Het laagst scoorden Utrecht, Nijmegen en de VU in Amsterdam; zij behaalden respectievelijk 27, 17 en 13 procent.
Een soortgelijk beeld komt naar voren ui t de cijfers van de eerstejaarsinstroom. Hier breekt de Erasmus Universiteit Rotterdam het record, opde voet gevolg door de THT. De periode vanaf 1975 tot heden leverde de THT 153 procent meer eerstejaars op, bij een landelijk gemiddelde van 41 procent.
De instroom van vrouwelijke studenten geeft daarentegen een spiegelbeeld te zien. De TH%s en de EUR zitten ver onder het landelijk gemiddelde van 40 procent. De THT haalde het laatste jaar net 15 procent aan nieuwe studentes. Dat was in 1975 nog maar 2 procent van het totaal.
Het totaalbeeld toont aan dat het aantal extra mannelijke studenten dat een universitaire studie startte rond de 17 procent ligt. De toename bij de vrouwelijke studenten die een academische opleiding begonnen bedraagt 95 procent. Bijna een verdubbeling dus.
Uit de gegevens valt op te maken dat vrouwen voor het overgrote deel nog steeds studies in de zogenaamde zachte sector kiezen. Het zijn echter ook deze studies die de minste groei te zien geven. De cijfers bevestigen het beeld dat bedrijfskunde, recht, bestuurskunde en economie in de lift zitten. (...)