'UT-werkvloer onvoldoende bij vastgoedplan CvB betrokken'

| Redactie

'Het vastgoedplan is van het college en niet van 'ons'. Zo wordt dat gevoeld op de UT. De gebruikers zijn er niet voldoende bij betrokken en dat leidt tot de kritiek en het wantrouwen dat er nu heerst. Het is heel moeilijk om dat weer om te buigen. Te laat is het nog niet, maar dan moet er wel snel iets gebeuren.'

Geert Dewulf is sinds anderhalf jaar hoogleraar 'Bouw/infa: planvorming en conceptontwikkeling' aan de faculteit Technologie & Management en houdt zich daarnaast op diverse fronten bezig met de vastgoedproblematiek van de UT. Maar wel als wetenschapper en niet als consultant. 'Mijn uren bereken ik niet door aan het college, want mijn onafhankelijke positie wil ik absoluut handhaven.'

Maar omdat kennisparken en huisvestingsconcepten onderzoeksspeerpunten van zijn vakgroep zijn, liggen de links met de praktijk voor de hand. Zo start er dezer dagen onder Dewulfs penvoerderschap een vergelijkend onderzoek naar de opzet en exploitatie van de kennisparken in Leiden, Twente en die van het Massachusetts Institute of Technology in Boston, VS. Het jaarbudget van 400.000 euro is voor 40 procent afkomstig uit de economische structuurversterkingspot ICES van de ministeries van EZ en OC&W.

De gemeente Enschede, de Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij en de UT betalen ook mee, want de ontwikkeling van het Twentse kennispark (het business & sciencepark, de campus en wat aanpalende percelen) wordt als een gezamenlijk probleem gezien. Sinds kort overigens, want 'de gesprekken tussen de UT en de gemeente liepen niet zo vlot, om het zacht uit te drukken,' aldus Dewulf. 'Nog geen jaar geleden ging men zich voor het eerst afvragen wat de gemeenschappelijke doelen en belangen zijn.'

De OOM vroeg Dewulf om het Twentse kennispark-overleg op de rails te houden. Een moeizame klus, ondervond de hoogleraar aan den lijve. Vooral in vergelijking met de situatie in Leiden, waar de rector en de wethouder zij aan zij optrekken bij het realiseren van hun plannen. 'In Leiden is de gezamenlijke gedrevenheid veel groter. Gemeente en universiteit schrijven daar samen plannen. Hier ligt alles veel gevoeliger. Als in Twente een van de partijen een verkeerde uitspraak in de krant doet, ligt het hele proces meteen weer een half jaar stil.'

Bijkomend probleem is volgens Dewulf dat er een gat gaapt tussenhet strategische overleg op bestuurlijk topniveau en het op ambtelijk overleg. 'Op strategisch niveau kunnen CvB en B&W het bijvoorbeeld aardig eens zijn, maar als ik vervolgens bij een overleg zit met de consultants van de gemeente, dan wordt daar veel operationeler gedacht en gaat de discussie veel te gauw alleen maar over de opbrengst van grondverkoop door de gemeente of de UT. Maar het gaat er nou juist om zo veel mogelijk in termen van complementariteit te denken: hoe krijg je geschikte bedrijven op de juiste plek, en welke meerwaarde heeft dat voor de gemeente of voor de UT.'

De vraag of er bedrijven op de campus gevestigd moeten worden (zoals in het vastgoedmasterplan wordt voorgesteld) en welke gevolgen dat weer heeft voor het beheer van de campus, speelt ook een centrale rol in de nota over parkmanagement die Dewulf schrijft voor het Facilitair Bedrijf van de UT. Een aantal opties, variërend van alles in eigen beheer tot de commerciële exploitatie van de campus door derden wordt daarin behandeld. Over de uitkomst wil de Wulf nog niet al te veel zeggen, maar één ding is wel duidelijk: een volledige uitbesteding van het parkmanagement is onwaarschijnlijk, zo niet onverstandig. 'Als je, zoals de UT, financieel met je rug tegen de muur staat is het natuurlijk verleidelijk om alles te verkopen en een bom geld te vangen. Dat kan makkelijk, want ik ken genoeg projectontwikkelaars die er tuk op zijn om hier zaken te gaan doen. Maar investeerders kijken alleen naar het risico en het rendement, terwijl een universiteit elke besteedbare gulden het liefst in het primaire proces investeert. Als je vindt dat je gebouwen een strategische waarde hebben voor dat primaire proces, moet je die dus wel in eigen beheer houden. Stel je voor dat een hoogwaardig ict-bedrijf zich tegen Schiphol-prijzen in de Bastille wil vestigen, dan zeg je toch ook niet tegen de Student Union dat die eruit moet omdat-ie niet rendabel is?

Als relatieve nieuwkomer heeft Dewulf de discussies over het eigen vastgoedplan van de UT met enige verbazing gevolgd. 'Ik ben hier nu anderhalf jaar hoogleraar, maar ik denk wel eens: dat plan had er al lang door kunnen zijn.' Het betrekken van gebruikersgroepen (op werkvloerniveau) en het bottom-up organiseren van inspraak zou volgens hem veel tijd en irritatie hebben gescheeld.

'Iedereen klaagt nu over het vastgoedplan: te duur en te pretentieus. Maar hoe de campus er dan wel uit moet zien hoor ik ook niet. De enigen die op een inspraakavond kwamen waren mijn studenten, omdat ik er een case van gemaakt had. Iedereen is met z'n eigen toko bezig, en dat vind ik zorgelijk.'

Beter was het geweest om de wisselwerking tussen bestuur en gebruikers te stimuleren door de werkvloerders te laten stoeien met 'relatieschema's' en ze verantwoordelijk te maken voor het inrichten van hun eigen gebouw. 'Ik zit in het net gerenoveerde WB-gebouw, maar maar met mij als vakgroepvoorzitter is bijvoorbeeld nooit overlegd over de layout van mijn afdeling. Ik had liever een kleinere werkkamer gehad, een gescheiden overlegruimte, meerteamruimtes en aparte stilteplekken. En ik zit hier op de gang met groepen waar ik niets mee te maken heb. Dat is toch raar.'

Gevolg is dat het vastgoedplan door veel gebruikers wordt beschouwd als 'van het college' en niet als 'van ons'. Met alle kritiek en wantrouwen vandien.

De stemming kan nog worden omgebogen, maar dan moet volgens Dewulf wel snel het algemene plan definitief worden vastgesteld. 'Dat mag best vreselijk ambitieus zijn, als je maar duidelijk kunt maken wat de meerwaarde is, anders krijg je het niet verkocht. Als je het daarover eens bent moet je je er daarna als college zo min mogelijk meer mee bemoeien. Laat zien waarover de gebruikers zelf mogen beslissen, binnen bepaalde ruimtelijke en financiële randvoorwaarden uiteraard. Iemand die zijn eigen gebouw mag inrichten zal echt niet tegen het vastgoedplan zijn.

Menno van Duuren

Geert Dewulf; grond en gebouwen verkopen is heel verleidelijk als je financieel met je rug tegen de muur staat ...


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.