Linksom of rechtsom, het collegegeld blijft niet voor iedereen gelijk. Kort na het verbod op 'dure' topmasters van de Tweede Kamer biedt een rapport van het UT-onderzoeksinstituut CHEPS stof voor nieuwe discussie.
Het Twentse instituut schildert in het - nog niet definitieve - rapport drie scenario's voor de financiering van masteropleidingen in het wetenschappelijk onderwijs.
Hermans was twee weken geleden zo onhandig op een nog niet verschenen concept van het stuk te reageren. Tegen een journalist van dagblad Trouw zei de onderwijsminister masters via studenten te willen betalen. Zij krijgen een pakket 'leerrechten' van het Rijk, die ze mogen besteden bij de universiteiten. De instellingen moeten elkaar in de strijd om studenten dan beconcurreren, onder andere met de hoogte van het collegegeld.
De Kamer reageerde geërgerd en dreigde zelfs even de net afgeronde discussie over het bachelor-mastermodel te heropenen. De storm ging snel liggen toen Hermans de parlementariërs bezwoer de zich bij het veto van de Kamer neer te leggen. Het rapport is bovendien nog niet af en beslist géén officieel beleidsstuk.
Hermans' voorkeur voor leerrechten is geen geheim. Maar ook de andere twee scenario's moeten voor de liberale bewindsman charme hebben. Differentiatie, concurrentie en private financiering zijn de toverwoorden in het rapport.
In het tweede scenario staan de instellingen centraal. Die beconcurreren elkaar niet alleen met de kwaliteit van onderwijs en faciliteiten, maar ook met beurzen. De masterstudenten krijgen hun studiefinanciering namelijk niet meer uit 'Groningen', maar 'op maat' van de universiteit, bijvoorbeeld in samenwerking met werkgevers of via leningen.
Collegegelden hangen niet alleen af van de kosten die de opleiding maakt, maar ook van de verwachte opbrengst voor de student zelf. Een advocaat zal doorgaans meer verdienen dan een archeoloog, en betaalt dus ook meer voor zijn studie.
De derde variant heeft de voorkeur van de onderzoekers. De overheid bepaalt het onderwijsaanbod en vergeeft de opdracht voor een studie via een aanbestedingsprocedure. Onderwijsinstellingen uit binnen- en buitenland beconcurreren elkaar in de strijd om contracten op kwaliteit en rendement. Economisch onrendabele opleidingen kunnen zo beter worden beschermd. Het is niet te verwachten dat het bedrijfsleven bereid is een masteropleiding Talen en Culturen van Mesopotamië te financieren, maar de overheid kan die studie toch in de lucht houden.
Opleidingen die wel bedrijfseconomisch profijt bieden, krijgendaarentegen geen overheidsbekostiging meer. Gedifferentieerde collegegelden, en geen studiefinanciering van het Rijk. De markt betaalt.
De scenario's van het gezaghebbende instituut zullen in de discussie over de financiering van masteropleidingen ongetwijfeld een rol gaan spelen. Hermans beloofde de Kamer weliswaar niet te tornen aan collegegeld en bekostiging van de universitaire masteroplei-
dingen, maar zijn voorkeur is duidelijk. En de verkiezingen zijn niet ver meer.