Iedere organisatiedeskundige kan het bevestigen: voor het veranderen van een organisatie is draagvlak nodig onder de betrokkenen. Goede communicatie is essentieel. Ook is het nodig alle input vanuit het werkveld mee te nemen en open te staan voor discussie en kritiek. Op de UT zijn op dit moment veel veranderingsprocessen bezig. Naar de mening van CaBaal wordt er bij deze veranderingsprocessen niet altijd optimaal gewerkt.
Een voorbeeld is de continu in verandering zijnde Student Union. Laatst nog werd er tijdens het ontbijt met de rector gesproken over de meerwaarde en de plaats van de Student Union. Wat blijft hangen is het (laatste) woord van Frans van Vught: 'De Union is bedoeld om te bundelen en sterk te staan. Fragmentisatie is uit den boze!'
De spreekbuisfunctie van de Union komt zó in een merkwaardig daglicht te staan. Kritiek wordt weggesaneerd ten behoeve van de weg die de Union wil inslaan.
Het dilemma voor de Union is dat ze enerzijds als spreekbuis wil optreden namens de verenigingen, maar anderzijds ook regelmatig hoog van de toren staat te verkondigen welke kant iedereen op zou moeten. Degenen die dat niet willen, vallen in ongenade en horen er niet meer bij. De Union zweeft.
Hoewel het belangrijk is dat een krachtige Union de bundeling van de verenigingen naar buiten toe belichaamt, moet dat niet geheel ten koste gaan van de eigen identiteit van de verenigingen en hun mening. Dit is waar CaBaal voor wil waken.
Intern bekeken zou de Union dus zeker niet het laatste woord moeten hebben bij het uitmaken wat kan, mag en moet. Verenigingen willen hun onafhankelijke mening kunnen blijven hebben, vormen en uiten. Wanneer de Union ergens overheen walst, zal de meningsvorming zeer sterk van bovenaf gestuurd gaan worden. CaBaal keurt dat af. Dit is geen fragmentisatie, maar diversiteit, en dat is tevens een bron van kracht en creativiteit.
Een tweede voorbeeld: de organisatieveranderingen van de UT waar het CvB drie werkgroepen voor heeft aangesteld. Het nieuwe CvB-lid Sistermans geeft leiding aan deze werkgroepen die zich bezighouden met belangrijke bestuurlijke onderwerpen: de facultaire herindeling, de kanteling van de instituten en de centralisatie/decentralisatie van de diensten. Onder het CvB, decanen en wetenschappelijk directeuren is het draagvlak voor deze beleidszaken kennelijk groot. Dat is niet geval bij de U-raad, decentrale raden en de 'werkvloer'. Oorzaak? CaBaal heeft ervaren dat dat voornamelijk ligt aan een gebrek aan communicatie, tijdige informatievoorziening en wederzijds overleg. Conclusie: alleen door goed te communiceren, anderen betrokken te maken, en een 'bottom-up' in plaats van een 'top-down'-benadering, kun je draagvlak creëren. Dat geldt niet alleen voor het CvB, maar ook voor de Student Union. Het betekent dat je soms je plannen moet aanpassen om weerstand weg te halen. Het eindresultaat is echter wel een verandering waar iedereen achter staat.
Namens CaBaal, Maarten Mulder