Civiele Techniek komt goed uit visitatie

| Redactie

Het Nederlandse onderzoek in Civiele Techniek en Geodesie staat er goed voor. Aan de TU Delft en de Universiteit Twente scoren twee onderzoeksgroepen onvoldoende, maar daar staan vier programma's tegenover die de absolute internationale top halen. Dit zegt de commissie die voor de VSNU het onderzoek doorlichtte dat tussen 1995 en 1999 in deze discipline is verricht. De commissie noemt het Nederlan

Het Nederlandse onderzoek in Civiele Techniek en Geodesie staat er goed voor. Aan de TU Delft en de Universiteit Twente scoren twee onderzoeksgroepen onvoldoende, maar daar staan vier programma's tegenover die de absolute internationale top halen.

Dit zegt de commissie die voor de VSNU het onderzoek doorlichtte dat tussen 1995 en 1999 in deze discipline is verricht. De commissie noemt het Nederlandse onderzoek in Civiele Techniek en Geodesie 'alive and well'. Internationaal staat Nederland sterk op het gebied van bijvoorbeeld waterbouwkunde en mechanica, materialen en constructies.

Van de 26 beoordeelde onderzoeksprogramma's krijgen er twaalf een rapportcijfer van een acht of hoger. Vier krijgen zelfs een maximale score op alle vier de gebieden kwaliteit, productiviteit, relevantie en toekomstperspectief.

Gemiddeld scoren de 22 Delftse onderzoeksprogramma's hoger dan hun tegenhangers in Twente. De vier topprogramma's bevinden zich ook allemaal in Delft: Vloeistofmechanica, Verkeerskunde, Structurele Mechanica en Mathematische Geodesie en Puntbepaling.

Prof.dr.ir. M. van Maarseveen, onderzoeksdirecteur van Civiele Techniek op de UT, was woensdag niet bereikbaar voor commentaar. Professor Cees Vreugdenhil, eveneens lid van het CiT-Management Team, kent alleen de conceptversie van het visitatierapport en weet dat het UT-onderzoek daarin het cijfer vier scoorde op een schaal van vijf. 'Daar zijn we zelf redelijk tevreden mee. Zeker als je bedenkt dat we nog maar betrekkelijk kort bezig zijn - nog geen tien jaar - om het vak hier op te bouwen. Eerst het onderwijs en daarna het onderzoek. Het terrein is natuurlijk nog niet zo breed als in Delft, maar de dingen die we wèl doen, proberen we zo goed mogelijk te doen. Wat dat betreft denken we dat we net zo goed zijn als Delft.'

De commissie onder voorzitterschap van prof.ir. Jelle Witteveen (ex-TNO, ex-TU Delft) uit ondanks de positieve bevindingen wel de nodige zorgen op. Zo staat de bemanning van het onderzoek onder druk door onderwijsverplichtingen en vacatures. Een van de oorzaken is het groeiende aantal part-time aanstellingen. 'Zelfs naar verhouding zijn deeltijders niet sterk betrokken in het onderzoek', aldus het visitatierapport. 'Noch hebben ze zware bestuurlijke verplichtingen. Dat kan tot overbelasting van de full-time staf leiden.'

Het belang van multi- en interdisciplinair onderzoek neemt toe in de civiele techniek en geodesie. Veel onderzoeksgroepen zijn echter te klein om daarop in te spelen. Dat geldt onder meer voor constructietechniek en management in Twente, waar zowel de kwaliteit, de productiviteit als de levensvatbaarheid onvoldoende worden beoordeeld. 'Een pijnlijke conclusie, maar niet onterecht', aldus programmadirecteur prof.dr. A.G. Doree. Hij ontleent echter ook enige steun aan het visitatierapport, dat overbelasting als voornaamste reden aanvoert voor de problemen. Een negatieve beoordeling, maar dan op alle punten, kreeg ook Infrastructuurplanning van de TU Delft.

Hop


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.