Hoezo links? Kleren maken de man, en een vouwfiets ook. Karel Glastra van Loon (38) meldt zich 13 december 2001 op Amsterdam Centraal in afgesleten jeans met Borselescheur op kniehoogte. Aan zijn hand voert hij het geëikte vervoersmiddel van de milieu- en vredesactivist: een fiets met hele kleine wieltjes en een enorme scharnier in de stang. 'Ik heb ook een auto hoor', zaagt hij aan de poten van het vooroordeel.
Want op het tweede gezicht vraag je je af waar deze jongensachtige man staat. Waar staat deze man?
Hij laat zich namelijk kennen in twee tamelijk verschillende hoedanigheden. Enerzijds als romancier van bestsellers waarin het met een lantarentje zoeken is naar politieke standpunten. Die met een ton van Libris naar de prairies van Arizona vertrok om daar een werk van duurzame schoonheid te concipiëren.
Anderzijds als geëngageerde bewoner van het meest extreme linkse kamp dat Nederland tegenwoordig rijk is: de Socialistische Partij. Hoewel officieel geen SP-lid, treedt Glastra van Loon steeds duidelijker op de voorgrond als een ouderwetse partij-ideoloog, als een geschoolde arbeider, als de man van het woord binnen een gemeenschap van noeste werkers.
'Mijn voordeel is dat ik tamelijk ongrijpbaar ben', zegt hij. 'Maar toevallig werk ik op dit moment aan een roman met een hoofdpersoon die mijn twee kanten in zich verenigt. Iemand die zich onderdompelt in deze krankzinnige tijd. Een romantisch idealist % net als ik. Of een idealistische romanticus, dat mag ook.'
Een politieke roman?
'Je denkt toch niet dat ik een pamflet van mijn roman ga maken, hè? Mooi zo.'
Een zondagskind, dat is-ie zeker. De schrijver, journalist, programmamaker en politiek activist mag zijn zegeningen tellen. Als Nieuwe Revu-verslaggever stond hij in 1989 'min of meer toevallig' nog op het Plein van de Hemelse Vrede toen Chinese tanks hardhandig de studentenopstand uitelkaar dreven. Niet onaardig voor een jongen die na het gymnasium leerlingjournalist bij Libelle werd, in plaats van netjes te gaan studeren aan de hogeschool voor journalistiek.
Televisie leek hem 'ook wel leuk', en dus zegt hij 'ja' wanneer Karel van de Graaf hem begin jaren negentig vraagt als redacteur voor zijn praatprogramma. Na wat omzwervingen in omroepland, schopt Glastra van Loon het tot documentairemaker bij VPRO's Lopende zaken.
En toen was het tijd voor een roman, De passievrucht. De rest is geschiedenis: tweehonderdduizend warme broodjes en de Librisprijs 1999.
Het etablissement waar we hebben afgesproken schat de schrijver van liefdesromans en socialistisch angehauchte geschriften in als te sjiek voor zijn vouwfiets. 'Laten we uitwijken naar de stationsrestauratie', stelt hij voor. Zijn mobiele telefoon, een bakbeest waar nog net geen draaischijf op zit, gaat uit - zoals altijd eigenlijk, want hij 'vindt zo'n ding in wezen maar onzin.'
Glastra van Loon is al de hele dag op pad - hij komt net terug van overleg met de Engelse vertaler van De passievrucht, die de wereld over gaat in zeker tien talen - en dus heeft hij de nieuwe Vrij Nederland nog niet gezien. De Republiek der Letteren, het literaire katern, opent met een essay van zijn hand over de oorlog in Afghanistan.
'Ha!' roept hij verheugd, 'laat zien.' Op de cover staat: Karel Glastra van Loon over de strijd tegen het terrorisme: 'Allemaal leugens'. Hij verkneukelt zich. 'Allemaal leugens', leest hij hardop % 'geweldig. Precies goed. Perfect.' Gnuivend bladert hij naar het stuk. 'Ziet er mooi uit', mompelt hij, de pagina's monsterend. 'Lekker prominent ook.'
Die prominente plek dankt hij enerzijds aan zijn status als successchrijver, beseft hij zelf. 'Ik zeg precies dezelfde dingen als vroeger, maar sinds De passievrucht' - hij geeft zijn stem een spottende buiging % 'ben ik ineens iemand, weet je wel. Maar belangrijker vind ik natuurlijk dat die mening ergens vandáan komt, ik bedoel: ik was verslaggever in de Golfoorlog, ik heb met Jan Marijnissen een boek over de Balkanoorlogen geschreven - dit onderwerp gaat me aan het hart, snap je.'
Dat boek van hem en SP-fractievoorzitter Marijnissen, De laatste oorlog, bevat behalve interviews met mensen als Hans van den Broek, Noam Chomsky, Rob de Wijk en Lord Carrington, essays van beide auteurs over het decennium dat zo hoopvol werd ingeluid met de val van de Muur, maar dat een desastreus vervolg nam in de Golf en voormalig Joegoslavië.
De jaren negentig beloofden het tijdperk van het zegevierende kapitalisme te worden - Marijnissen en Glastra van Loon keken sceptisch toe. 'Na de ineenstorting van het Oostblok', luidt hun flaptekst in 2000, 'zou er een nieuwe wereldorde komen. Een orde waarin de laatste oorlog spoedig zou zijn gestreden, met Amerika in de rol van politieagent van de wereld. Tien jaar later is van dit optimisme niets meer over.'
Nee, dan elf jaar later, om precies te zijn sinds 11 september 2001. Binnen een half uur ontaardde dat al verdwenen optimisme in een pessimisme van de zwartste soort. In de meest courante lezing staat de wereld opnieuw in brand, en dit keer is de vijand een onzichtbare: het internationale terrorisme.
De Terroristische Internationale. En de Westerse wereld heeft er maar mee af te rekenen. Toch?
Het blijkt precies de juiste formulering om Karel Glastra van Loon in stelling te brengen. Iets van zijn natuurlijke vriendelijkheid maakt plaats voor, wat is het? Ongespeelde verontwaardiging. 'Onzin', zegt hij '- Grote kul.' Juist aan die courante lezing - de lezing van Bush, van Tony Blair, van Kok en Frank de Grave - heeft hij het land, en stevig ook. 'Wat nou dé oorlog tegen hét terrorisme', fulmineert hij. 'Volstrekte flauwekul, dat is het helemaal niet. De Amerikanen voeren geen oorlog tegen hét terrorisme - ze zijn financiers van het terrorisme. En ze voeren geen oorlog tegen zichzelf. Kom nou.'
Nou...
'Nou? Ja! Ik bedoel, de Amerikanen financieren terrorisme in allerlei vormen op allerlei plekken in de wereld - van Nicaragua tot aan Osama Bin Laden zelf toe. Dat die Al-Qaedastrijders meevochten met het UCK in de Kosovo-oorlog, dat wist iedereen. En dat vonden de Amerikanen prima. Dat in Afghanistan getrainde guerrilla's naar Tsjetsjenië gingen om Rusland, de oude vijand, te ontregelen % idem dito. Wat mij dus mateloos irriteert is dat er geen haan kraait naar het terroristische verleden van de VS. De Verenigde Staten zijn in de jaren tachtig door het internationale gerechtshof herhaaldelijk veroordeeld voor het door de contra's laten plegenvan terroristische aanslagen op Nicaraguaanse havens. Ze hebben zich er nooit wat van aangetrokken! En diezelfde boeven zitten nu weer doodleuk in de regering van George W. Bush.'
Iets vergelijkbaars geldt voor de Taliban, schrijft hij in VN. 'Feit: de Amerikanen hebben, via de bevriende regimes van Pakistan en Saoedi-Arabië, de Taliban jarenlang gesteund. Tot 11 september kwam Afghanistan niet voor op de lijst van 'schurkenstaten' die zich volgens de Amerikanen schuldig maken aan steun aan het 'internationaal terrorisme'.' Terwijl Amerika precies wist wat er in dat land gaande was, aldus Glastra van Loon.
Zijn VN-stuk is een schotschrift, met name geadresseerd aan de westerse media. Volgens de auteur zijn zij, de media, de gewillige boodschappers van Bush' leugens. 'Nieuws is, zoals alles in dit neoliberale tijdsgewricht, een product dat verkocht moet worden', schrijft hij. En dat gaat volgens hem ten koste van de onafhankelijkheid waarop die westerse media zich doorgaans zo beroemen.
De hypocrisie van de media maakt hem kwaad. 'Netwerk liet onlangs een Servische terrorisme-expert aan het woord over Bin Ladens betrokkenheid bij de oorlogen in voormalig Joegoslavië - let wel, een Serviër! Deze man vertelde hoe Al-Qaedastrijders destijds meevochten aan moslimzijde en hoe ze, met medeweten van de Amerikanen talloze onschuldige Servische burgers vermoordden.'
'Natuurlijk was dit in de zomer van 1995 ook al bekend. Alleen kwam het toen bij niemand op om een dergelijke reportage te maken. Tóen waren alle Bosnische moslims slachtoffers, en alle Bosnische Serviërs schurken. Op dat moment zat niemand te wachten op berichten over ene Bin Laden die - bewapend door het westen - Servische burgers over de kling joeg % en al helemaal niet uit de mond van een Serviër! Nú smullen we juist van dit soort verhalen. Dat heeft Netwerk goed begrepen.'
De 'neoliberale ideologie, die aan de onzichtbare hand van de vrije markt een goddelijke goedheid toekent', heet het in zijn stuk, is er debet aan dat de geschiedenis door machthebbers als Bush onopgemerkt kan worden vervalst. Oude vriendjes van de VS zijn de schurkenstaten van vandaag, en iedereen - de meerderheid van de Tweede Kamer, het NAVO-bondgenootschap, en Elsbeth Etty (de pro-Amerikaanse oud-communiste die er bij Glastra van Loon ongenadig van langs krijgt) - gaat ongezien akkoord.
De westerse propaganda werkt beter dan die van Stalins Sovjetunie, schrijft hij in VN, omdat de sovjetretoriek tenminste nog als zodanig werd herkend. 'De War on Terrorism is een kunstig gefabriceerde leugen waarin zelfs intellectuelen van naam en faam geloven, en waar we dus met z'n allen aan meedoen.'
Collegaschrijver Graa Boomsma is zo'n inhakende intellectueel. Dezelfde avond nog krijgt Glastra van Loon via de VN-boekenredactie Boomsma's reactie op zijn pamflet. 'Volgend week krijg ik er van langs in VN van Graa Boomsma', zal hij 's avonds mailen. 'Maar het is een beroerd stuk, waarop ik de week daarop weer mag reageren. Dus da's mooi. Er wordt in ieder geval gedebatteerd!'
Gedebatteerd wordt er zeker. Tussen Boomsma en Glastra van Loon ontspint zich rond de kerstdagen een ouderwets felle polemiek. 'De vulgair-neomarxistische simpelmannenpraat van Glastra van Loon', pakt zijn tegenstrever uit. En: 'Wie als schrijver de partijpoliticus uithangt, raakt verloren en bezoedelt zijn taalgebruik.' En: 'De schrijver als politieke ondernemer? Een doodlopende weg. Zonder één woord vuil te maken aan de duizenden slachtoffers die de zelfmoordaanslagen in Amerika hebben gekost, zonder ook maar te reppen van de succesvolle bombardementen op terroristenhaarden in Afghanistan en de nederlaag van de Taliban, meent hij dit te kunnen opschrijven: 'Het moslimfundamentalisme is, op wereldschaal, een ideologie van de onmachtigen...''
Dat je krijg je ervan, een man van de verbeelding onder ex-communisten.
'Ik weet dat ik een extreem, onpopulair standpunt vertolk. Maar het is mijn standpunt, en ik hoef echt niet eerst naar het politbureau van de SP om aan mijn Grote Roerganger Jan Marijnissen te gaan vragen of ik geen lelijke ideologische misstappen heb begaan. Boomsma probeert mij in een stigmatiserend hokje te zetten, maar hij vergeet mijn argumenten te bestrijden. Dat is niet wat ik onder discussiëren versta. Een gek begrijpt dat ik meer twijfels heb dan ik in zo%n stuk kwijt kan. Maar om een minderheidsstandpunt te ventileren, moet je duidelijk zijn.'
Dus waarschijnlijk je ben ook een Jan Mulderfan? De ongezouten aanpak.
Hij denkt even na. Dan: 'Ja, jazeker. Ook Mulder krijgt mensen aan het discussiëren. Want daar gaat het me om: de meelopers losweken uit de vanzelfsprekenheid. Wij kunnen ons geloof ik niet voorstellen hoe het aanvoelt om aan de andere kant te staan. Hoe het is om zo'n tapijt van bommen en granaten op je dak te krijgen. Een houding van: 'Tja, echt fraai is het natuurlijk niet, en eigenlijk mag het misschien een onsje minder, maar wat moet dat moet - kijk, daar heb je dus geen reet aan.'
Maar de oorlogen zijn, vergeleken met Vietnam en Hiroshima aanmerkelijk schoner geworden, vind je niet?
'Ja en nee. Er zit een adder onder het gras. Wat de Amerikanen doen is bombarderen van grote afstand en hoogte om zelf zo weinig mogelijk levens te verliezen. De keerzijde daarvan is dat ze minder goed kunnen mikken. Dus nemen ze extra burgerslachtoffers aan andere zijde op de koop toe: de zogenaamde collateral dammage. Dat is een omkering van het oorlogsrecht. Burgerlevens zijn in het oorlogsrecht meer waard dan soldatenlevens, maar de Amerikanen draaien dat om. Dat is niet pluis.
Maar wat je mist bij Bushhaters als Mulder en jij zijn de aanslagen van 11 september. Die verdwijnen in jullie redenatie langzaam uit beeld.
Glastra van Loon haalt adem. En begint rustig aan een geserreerd slotbetoog. 'Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd. Wat er 11 september is gebeurd, vind ik hemeltergend en verschrikkelijk. Amerika moest wat doen, ook daar ben ik het mee eens. Alleen niet dit. Want kijk nou eens goed naar dat Al-Qaedanetwerk en welke rol Afghanistan daarin speelt. In Afghanistan werden guerrilla's opgeleid, dat zijn niet die jongens die in die vliegtuigen zaten. De financiering, daarover is vrijwel iedereen het eens, komt grotendeels uit Saoedi-Arabië, niet uit Afghanistan. De enige rol die Afghanistan in dit verhaal speelt, is dat je er een roversgezag kunt handhaven, omdat er een hoge mate van anarchie heerst % net als in Somalië. De relatie tussen de aanslagen op New York en Afghanistan is naar mijn idee dus mager, dunnetjes. De link met Saoedi-Arabië is causaler. Maar zie jij Amerika Saoedi-Arabië al bombarderen? Nee hè? Gek hè?'
Woensdag 16 januari spreekt Glastra van Loon op het symposium Mens en Macht van het studentencomité Symposia. Voor meer informatie zie: www.mensenmacht.nl.
![]()