Een mens moet een bijzonder verhaal hebben bij een bijzondere gebeurtenis. Anders is hij er niet bij geweest. Althans, niet echt. Dus op de dag dat de Europese ministers aankondigden de euro in te voeren, heb ik resoluut besloten dit niet zo maar te laten passeren. Ik zou mijn eerste euro's niet aan zo maar iets spenderen. Nee, deze historische uitgave zou een bijzondere bestemming krijgen. Bloemen voor mijn vriendin bijvoorbeeld. Dat mijn kleinkinderen later zouden vragen: Opa, weet u nog dat de euro kwam? En dat ik dan zou zeggen: Ja, opa weet het nog precies. Opa heeft met zijn eerste euro's rozen voor oma gekocht. En dat oma dan die bijzondere lach weer op haar geplooide gelaat zou krijgen. Die bijzondere lach die mijn vriendin altijd toont wanneer ik laat blijken hoeveel ik van haar houd. Maar mijn vriendin zit in het buitenland. Tegen de tijd dat ze terugkomt zullen mijn eurorozen reeds lang verwelkt zijn.
Zo zit ik op de dag van de invoering van de euro alleen op de bank. In mijn samengebalde knuist de inhoud van de zalmkit. Mijn eerste euro's. Ik voel mij weer het jongetje in de snoepwinkel. Ik kan maar niet besluiten. En ik begin honger te krijgen. Ik ben net twee
weken bij mijn vriendin geweest, en mijn koelkast is nog leeg. Dan toch maar rozen. Het gaat om het gebaar. Ik trek mijn jas aan en loop de stad in.
Helaas, de bloemist is vandaag gesloten. Net als de meeste andere winkels. Alleen bij de snackbar brandt licht. Ik bestel een hamburger, een portie friet en een milkshake. En pas als ik wil betalen zie ik dat briefje hangen: Vanaf 1 januari accepteren wij uitsluitend euro's.
De ellende is nog niet compleet. Ik heb de laatste hap nog niet door de keel of ik word overvallen door een hevig gevoel van verhoogde liquiditeit. Ik kan nog net het toilet halen. Zo snel kan fastfood dus zijn. Weemoedig werp ik een blik in de pot. Ook dit is weer een historische gebeurtenis geworden waarover ik mijn kleinkinderenniets bijzonders zal kunnen vertellen.