Sir Bakx, directeur ITBE, destijds waarnemend directeur CIV, tekent er wel bij aan dat een aantal 'gelukkige omstandigheden' ten grondslag lagen aan de snelle wederopbouw van de centrale netwerkvoorzieningen.
Het meest in het oog springend: het feit dat het voormalige PTT-gebouw als stand in ICT-ruimte voor calamiteiten 'in aanbouw' was én dat het glasvezelnet op de campus al in een vergevorderd stadium van upgrading verkeerde ten behoeve van WLAN, het UT-experiment met draadloze netwerkverbindingen. De afronding van deze laatste vernieuwingsoperatie was reeds op een oor na gevild en maakte dat de UT vrijwel direct na de brand kon overschakelen van UTnet-2 op UTnet-3. Dat was toch al de bedoeling, maar kon nu versneld geregeld worden, aldus Bakx: kwestie van de glasvezelkabel een paar meter doortrekken naar het PTT-gebouw. 'We wisten dat de centrale locatie van het UTnetwerk in TW/RC een single point of failure was. Een reserveplek buiten de campus was een optie, maar peperduur.'
Het PTT-huisje (in de nieuwe naamgeving Seinhuis) bleek een uitstekend alternatief: dichtbij, binnen het zicht van de hoofdportier en goed te beveiligen. 'De gravers konden direct aan de slag.' Nog voor het eind van dit jaar gaat Bakx met verzekeringsmensen kijken of deze nieuwe centrale computerruimte voldoet aan alle eisen. Een betere brandbeveiliging maakt deel uit van de voorzieningen.
De voormalige CIV-chef prijst de vlotte assistentie van de vaste leveranciers van systemen en onderdelen en de gemotiveerde inzet van zijn eigen mensen en collega-IT'ers in de faculteiten, die elkaar na de brand direct wisten te vinden. Al met al kon daardoor Surfnet, de landelijke provider van netwerkvoorzieningen, al na een dag de lucht weer in. Waarmee het ergste leed geleden was. Bakx: 'Onze voortvarendheid ontlokte collega's buiten de UT waardering en verbazing, maar gaf ook een schokgolf. Het had hen immers ook kunnen overkomen. Daardoor kregen ze van hun colleges het groene licht voor bepaalde vernieuwingen die anders veel langer hadden geduurd. Dus in feite waren ze ons nog dankbaar ook.'
'Wat er -wat het CIV betreft- echt verloren is gegaan? Een paar dagen werk en een paar dagen mailverkeer. We hadden het geluk dat we -met al ons hebben en houden- in portacabins zaten en niet in het getroffen gebouw.'
Intussen gaat Bakx er vanuit dat er in het voorjaar van 2004 bij het informatica-gebouw (Zilverling), op de plek waar nu nog motoren kunnen worden gestald, een begin wordt gemaakt met de aanleg van een tweede IT-ruimte, want die noodzaak blijft. Een locatie die net als het voormalige PTT-pandje voldoet aan alle eisen terzake van beveiliging, toegang en calamiteiten. 'De ruimte wordt zo gedimensioneerd dat faculteiten er ook gebruik van kunnen maken.'
Sir Bakx
