Vertekend beeld financiën en foutje

| Redactie

In UT-Nieuws van twee wekene geleden week stelt Dick Meijer dat het UT financieringssysteem onderwijs 'volstrekt onvoldoende' financiert. TW is daar extra van de dupe omdat het zoveel onderwijs toelevert. Ter illustratie uit 2003 haalt hij aan dat TW 11% van het UT-onderwijs verzorgt en wel 20% van de kosten van poolruimtes betaalt (die dus nu in het model gerelateerd zijn aan SSP). Dick haalt hie

In UT-Nieuws van twee wekene geleden week stelt Dick Meijer dat het UT financieringssysteem onderwijs 'volstrekt onvoldoende' financiert. TW is daar extra van de dupe omdat het zoveel onderwijs toelevert. Ter illustratie uit 2003 haalt hij aan dat TW 11% van het UT-onderwijs verzorgt en wel 20% van de kosten van poolruimtes betaalt (die dus nu in het model gerelateerd zijn aan SSP). Dick haalt hier kosten en baten door elkaar: TW huurt voor haar onderwijs nu eenmaal onevenredig veel poolruimtes terwijl andere opleidingen voor hun onderwijs naast poolruimtes zelf grote voorzieningen onderhouden zoals zeer dure practicumruimtes en specifieke onderwijszaaltjes. Het is dus geheel terecht dat TW 20% betaalt; ze gebruikt gewoon 20% en krijgt daar ook voor gefinancierd.

Belangrijker vind ik dat een beeld wordt geschapen (bij veel meer mensen overigens) dat het UT-onderwijs ondergefinancierd zou worden in het UT-model. Ik ben het daar niet mee eens. In het model wordt meer dan 50% van de totale middelen verdeeld op basis van de onderwijsinspanning. Die middelen zijn bestemd voor onderwijs zelf en 'het bijhouden' van je vak door onderwijsgebonden onderzoek. Voor bacheloronderwijs is 109 euro per ssp beschikbaar en ca 60 euro voor de zogenaamde O&O-component. Samen zeg 170 euro. Het is eenvoudig uit te rekenen dat een docentsalaris van 90.000 euro zich terugverdient wanneer die docent (die dus geen 2e of 3e geldstroom onderzoek doet) aan een groepje van 30 (slagende) studenten 18 sp (dus 3 sp per blok) aan onderwijs per jaar moet verzorgen. Dat zijn 2 dubbele collegeuren per week en mogelijk nog 2 dubbele werkcollegeuren in een klassieke HC-WC setting (ervan uitgaande dat HC-contacttijd 25% is van de door studenten te besteden tijd). Docenten op het HBO hebben over het algemeen een 2 keer zo zware belasting, docenten op het VWO 3 keer. (Hetzelfde sommetje voor master onderwijs met een O&O component van 220 euro komt nog 'gunstiger' uit.) Nu is het model gebaseerd op zowel onderwijs- en onderzoekstaken (organiseer het maar eens zo dat een medewerker onderwijs keurig elk blok een groep van 30-40 studenten heeft voor 3 sp) en er zijn natuurlijk behalve salaris nog andere kosten, maar het beeld dat de financiering "volstrekt onvoldoende" is klopt niet.

Ton Mouthaan

Afdelingsvoorzitter EL en opleidingsdirecteur


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.