De Europese Commissie heeft met de Networks of Excellence een nieuw instrument in handen om de samenwerking tussen Europese onderzoekers te stimuleren en op die manier wetenschappelijk onderzoek in Europa een impuls te geven. Op bepaalde researchgebieden doet de Commissie zogenoemde calls. Netwerken van instellingen kunnen daarop een aanvraag indienen. Zo deden ook de BBT-onderzoeksgroepen Filosofie van Wetenschap en Technologie, CHEPS en Bestuur & Beleid mee in het gebied 'Citizens and governance in a knowledge based society'. Samen met collega onderzoekers uit Europa werd een vanuit Frankrijk gecoördineerde aanvraag gedaan voor het netwerk PRIME: Policies for Research and Innovation in the Move towards the European Research Area.
De aanvraag van 12 miljoen euro eindigde als eerste, vooral vanwege de samenhang tussen onderzoek, opleiding en kennisverspreiding. Nu beginnen de onderhandelingen. Rip: 'De Commissie vindt het bedrag te hoog, maar ziet ook dat een drastische bezuiniging op het budget de coherentie aantast. De Commissie zoekt daarom naar mogelijkheden om delen van de aanvraag op een andere wijze te financieren binnen het zesde Kaderprogramma.'
Het netwerk bestond al goeddeels. 'De kern is een netwerk dat al sinds de jaren tachtig bestaat', zegt Rip. 'Maar er zijn nadrukkelijk een aantal nieuwe groepen toegevoegd. Veel uit Frankrijk. Dat vind ik zelf heel leuk, hun aanpak is vaak wat intellectueler.'
In totaal doen 200 onderzoekers en 150 PhD-studenten uit 58 onderzoeksgroepen van 43 organisaties mee. Dat versterkt de brug tussen fundamenteel en beleidsgericht onderzoek. Rip: 'Veel van de groepen die meedoen zitten in de derdegeldstroom. Zij zijn dus erg afhankelijk van het geld. Onze groepen zijn in eerste instantie eerste geldstroomgroepen. Voor ons is dit netwerk van belang vanwege de inhoud, grensverleggend onderzoek doen en de grensoverschrijdende contacten, maar voor de directe inkomsten hoeven we het niet te doen.'
Het netwerk wil enerzijds onderzoek doen naar veranderingen in wetenschap-en innovatiebeleid en naar de dynamiek van het publieke onderzoekssysteem. Maar belangrijker nog is dat de onderlinge samenwerking tussen jonge onderzoekers wordt versterkt. Rip: 'In die zin omhelzen wij de achterliggende gedachte van de commissie, namelijk samenwerking en interactie. Het is voor ons wetenschapsterrein van levensbelang dat er een nieuwe generatie opstaat. De mensen die met dit terrein zijn begonnen, gaan zo langzamerhand allemaal met pensioen. Neem mijzelf! Ik ben in dejaren zeventig begonnen en stap over een paar jaar ook op.' Daarom wil het netwerk een Europese infrastructuur creëren voor de opleiding van Masterstudenten en PhD's en fora opzetten om de interactie tussen onderzoekers en beleidsmakers te verbeteren.
De activiteiten beginnen in januari 2004, maar dankzij een startsubsidie wordt nu al gewerkt aan het onderzoeksprogramma.
BBT is niet de enige faculteit die in een Network of Excellence participeert. Ook de aanvraag waaraan de faculteit Gedragswetenschappen van de UT meeschreef, in dat geval naar aanleiding van een call op het gebied van ICT en Onderwijs, eindigde als eerste in de evaluatie. En MESA+ neemt deel aan een NoE op het gebied van nanotechnologie. Een gebied dat ook binnen PRIME als een belangrijk terrein geldt voor wetenschap- en technologiebeleid, vertelt Rip. De groep van Rip werkt al samen met MESA+ op het gebied van Technology Assessment van nanotechnologie.