De eerste groep wordt gevormd door de lange afstand bommenwerpers zoals de B1, B2 en de B52. Deze machines kunnen vluchten van wel 30 uur maken zonder te tanken en hebben dan ook nog hun start- en landingsbaan in het thuisland. Een vracht van 25 ton bommen is mogelijk. De B2 werd nog niet ingezet in de vorige Golfoorlog. Dit vliegtuig is moeilijk zichtbaar voor de radar vanwege de speciale bekleding van het oppervlak.
De tweede groep bestaat uit tactische gevechtsvliegtuigen. Deze maken vaak korte vluchten waarbij ze een of twee personen en maximaal vijf ton bommen aan boord hebben. Bekende types zijn de F15 en F16, nieuw zijn de FA 18, E en F. De belangrijkste taak in deze is het transporteren en droppen van precisiebommen, terwijl de vliegtuigen oorspronkelijk ontwikkeld zijn voor luchtgevechten.
De ondersteunende vliegtuigen vormen de derde groep. Voorbeelden zijn de transportvliegtuigen zoals de C17 en de Hercules, tankvliegtuigen en verkenningsvliegtuigen. Vooral de laatstgenoemde zijn door de grote vooruitgang van de informatietechnologie zeer belangrijk geworden. Er kan binnen een paar minuten gereageerd worden op meldingen van de verkenners.