Afstudeerscriptie Caroline Liedenbaum

| Redactie

Een zucht van verluchting moet er op het Utrechtse hoofdbureau van politie hebben weerklonken toen ze daar de conclusies van Caroline Liedenbaums afstudeeronderzoek bekeken. De bestuurskundestudente vergeleek de prestaties van de Utrechtse politie met die van Münster en constateert geen fundamentele verschillen. In tegenstelling tot geruchtmakend eerder onderzoek, dat de Nederlandse dienders op forse achterstand zette.

Utrechtse politie blij met Twents onderzoek

Vijftien van de honderd geregistreerde misdrijven worden er maar opgelost in Nederland, constateerden twee Nijmeegse hoogleraren vorig jaar, tegen vijftig van de honderd in Duitsland. Een golf van verontwaardiging trok door het land, want veiligheid is een hot issue en een ondermaats presterend politieapparaat dus ook. Liedenbaum, bezig met haar stage bij de politie in Münster, zag een tv-optreden van de Nijmeegse hoogleraar Tak en dat bracht haar op een idee: 'Tak presenteerde alleen maar droog de cijfers over het verschil in ophelderingspercentages tussen de Nederlandse politie en die in Noordrijn-Westfalen. Dat maakte mij nieuwsgierig naar wat er achter die cijfers zat. Voor mij was dat de aanleiding om daar eens wat verder in te duiken.'

Liedenbaum verdiepte zich in de cijfers en de werkwijze van de politie in Münster en in de stad Utrecht. In haar afstudeeronderzoek, uitgevoerd bij IPIT, het Instituut voor Maatschappelijke Veiligheidsvraagstukken van de faculteit Bedrijf, Bestuur en Beheer, komt zij tot de conclusie dat het allemaal wel meevalt met de Duits-Nederlandse resultaatverschillen. Als tenminste ook de 'vraag naar opsporing' (de omvang van de criminaliteit dus) en de beschikbare 'tactische opsporingscapaciteit' betrokken worden bij het cijferwerk.

Utrecht en Münster hebben weliswaar bijna even veel inwoners en agenten, maar het aantal geregistreerde misdrijven blijkt in Utrecht bijna twee keer zo groot als in Münster. Daar komt nog eens bij dat Münster van zijn totale aantal politiemensen (net als in Utrecht een kleine 450 man) ruim twee keer zoveel mensen inzet voor opsporingsactiviteiten. Liedenbaums herberekening wijst uit dat de

Utrechtenaren per beschikbare opsporings-fte een veel grotere case load hebben en slechts een fractie minder misdrijven ophelderen dan hun Münsterse collega's. En dat staat een stuk prettiger dan de vorig jaar gepresenteerde ophelderingspercentages van 15 (Nederland) tegen 50 (Noordrijn-Westfalen).

Eer: werkstuk opgenomen in IPIT-publicatiereeks

De politie in Utrecht was zeker wel blij met je onderzoeksresultaten?

'In het begin waren ze wel wat huiverig voor mijn onderzoek, maar nu zijn ze inderdaad blij dat het uitgevoerd is. Uit de resultaten blijkt waar die veelbesproken verschillen vandaan komen. Dat ligt dus niet aan de kwaliteit van hun werk, maar vooral aan de hoeveelheid personeel en hoe je het personeel inzet. Met die gegevens uit mijn onderzoek, daar kunnen ze wat mee.'

Alle publiciteit over haar onderzoek werd tot halverwege deze week angstvallig vermeden, zodat Liedenbaum afgelopen dinsdagmiddag in alle rust haar afstudeerpraatje kon houden. Haar afstudeerbegeleider, dr. Guus Meershoek, verwacht dat het onderzoek nog wel wat discussie zal losmaken, vooral waar het gaat om de rol van de recherche.

Meershoek: 'De zittende politieleiding in Nederland vindt de basispolitiezorg het belangrijkste. Er heerst daar enige weerstand om het accent meer op de recherche te leggen. Maar als je naar dit onderzoek kijkt, zit de oplossing om meer misdrijven opgehelderd te krijgen niet in 'meer blauw op straat', maar zou je juist om meer capaciteit voor de recherche moeten vragen.'

Overigens heeft een korpschef - in overleg met de burgemeester en de officier van justitie - ook nu al de vrijheid om binnen zijn budget en formatieplaatsen meer capaciteit te reserveren voor opsporingsactiviteiten. Maar die keuze wordt niet gemaakt, zo blijkt uit Liedenbaums onderzoek. 'Vanuit het idee dat een politieman alles moet kunnen, worden rechercheurs bijvoorbeeld ook regelmatig ingezet voor ME-taken. Elke keer als er in Utrecht een voetbalwedstrijd is, gaat dat dus ten koste van de opsporingscapaciteit,' aldus Liedenbaum.

Op 'interne efficiëntie' scoort Münster beter dan Utrecht in Liedenbaums onderzoek: 'In Münster waren ze heel verbaasd over die cijfers. Ze hadden daar een hele hoge pet op van de Nederlandse politie. Dat zal nu een klein beetje minder zijn.' Hoewel op de Duitse efficiëntie ook nog wel wat valt af te dingen: er heerst een enorme papierwinkel, de automatisering is nog niet vergevorderd en hele dossiers worden nog overgetikt.

Veel politie op de been bij je afstuderen?

'Nee, ik heb het niet zo aan de grote klok gehangen. Alleen wat vrienden en familie.'

En daarna een baan bij de politie?

'Nee. Ik heb een aanbod van het IPIT gehad om nog tot het einde van het jaar verder te werken aan een derdegeldstroomonderzoek over de verschillen tussen taakgebieden bij de Nederlandse en Duitse politie: hoe gaat men bijvoorbeeld om met de opvang van zwervers en psychiatrische gevallen en wat voor beslag legt dat opde capaciteit.'

Caroline Liedenbaums afstudeeronderzoek is onder de titel 'Opheldering gezocht' opgenomen in de IPIT-publicatiereeks; een eer die gemiddeld slechts één op de 35 afstudeerders te beurt valt.

Menno van Duuren

Caroline Liedenbaum


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.