Over en sluiten

| Redactie

Een Amsterdamse psychologieprof heeft zich het hoofd gebroken over gepieker. Wie per dag vijf uur of meer piekert is een zwaar geval. Een slordige veertien procent van de studenten blijkt tot de piekercategorie te behoren en dus is er een anti-piekertraining ontwikkeld.

Piekeren

Anti-tob-tip nummer 1 van de prof: 'Als je piekert, pieker dan goed. Plan er een vast tijdstip voor en spaar je getob voor de rest van de dag op tot dat moment.'

Goed, daar gaat-ie dan. Het is drie uur woensdagmiddag. Piekertijd.

Wij maken ons zorgen over alles wat virus is. Onze jaarlijkse griepprik hebben we al lang gescoord, maar tegen de veredelde mazelen uit Hong-Kong zijn we niet geënt. En omdat de UT nogal wat Aziatische gasten heeft, liggen we dus wel mooi in de gevarenzone. En één van die 379 KLM-passagiers die met die besmette Brit in aanraking zijn geweest, bezoekt binnenkort vast ook de campus en dan zijn we aan de beurt. Bovendien zit een ongeluk in een klein hoekje, dus één gans op trekvlucht boven Bagdad is voldoende om het pokkenvirus op te pikken en bij zijn eerstvolgende Twentse tussenstop de hele campuskolonie te besmetten. De pok-, pest- en mazelcocktail die zich dan in het binnenste van de campusganzen ontwikkelt maakt van de beesten vast een waggelende biobom, waar Saddams scuds speelgoed bij zijn. Ophokken helpt niet meer, afschieten is te explosief. We zijn verloren ...

Vier uur. Einde piekertijd.

Tijd voor anti-tob-tip twee: 'Zet je donkere toekomstvisie eens op papier en kijk er dan kritisch naar.'

Hmm ..., worden we niet echt vrolijk van.

Maar dat potten we op tot morgen. Drie uur, piekertijd.

Snateren!

'Hé Kwak!'

'Jaa??'

'Teveel gezopen gisteren?'

'Hoezo, kwek, dan?'

'Je waggelt zo.'

Ganzenhumor.

Voordat de vogelpest uitbrak konden zulke grapjes er wel af. Maar de stemming in de vijvers is omgeslagen. UT-Nieuws plaatste geavanceerde afluisterapparatuur tussen de waterlelies. Dit is wat we hoorden:

'Hé Kwak!'

'Jaa??'

'Teveel gezopen gisteren?'

'Hoezo dan?'

'Je kijkt, kwek, zo suf.'

'Nou je't zegt. Ik kon m'n ei vanmorgen ook al niet kwijt. Kwek. En m'n scharreltje heeft ook al last van diarree. De kinderen eten hun bord niet leeg en de oudste had vanmorgen al, kwek, last van ademhalingsproblemen. Ze snaterde wat moeilijk, als je begrijpt, kwek, wat ik bedoel.'

'O jee, dat klinkt als de vliegende griep. Daar had die kwikstaart die laatst op de thee kwam het ook al over. Maar we hoeven ons geen zorgen te maken, de UT houdt een oogje in het zeil. We zijn immers, kwek, campusfolklore.'

'Maar waarom hebben ze ons dan niet opgehokt? Dan hadden we, kwek, nooit griep gekregen.'

'Ze zeggen dat we te wild zijn.'

'Tsss. Wild? We waggelen hier, kwek, al veertig jaar! We eten uit hun hand!'

'Weet je wat? Wie het wild hebben wil, kan het wild krijgen.'

'Alle ganzen, ingerukt! We bezetten de bestuursvleugel. Zijn we meteen onderdak.'


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.