De 5 kandidaten verdienen waardering voor hun bereidheid de medezeggenschap voor ons waar te maken, zeker ook die leden die al langer zich daarvoor blijvend inzetten. Deze wijze van "verkiezen" kwam bij TO ook al voor en het zal bij andere faculteiten en diensten ook geen uitzondering zijn.
Maar toch klopt dit niet en waarom laten we dit kiessysteem voortbestaan? In feite benoemt een kandidaat zichzelf door zich kandidaat te stellen. Dit is hem/haar niet te verwijten, men kan immers niet weten dat maar vier anderen zich kandidaat stellen en een minuut voor de sluitingstermijn kan er nog een kandidaat bijkomen.
Kwalijk is dat de medewerkers nu niets te kiezen hebben. Kwalijk is dat geen der oude leden verantwoording aan de kiezers hoeft af te leggen over zijn inbreng in de vorige periode, kwalijk is dat we niet weten wat de kandidaten met ons voor hebben in de komende periode. Kwalijk is dat niets door de kandidaten gezegd hoeft te worden over hoe ze ons in de toekomst willen vertegenwoordigen en raadplegen en informeren over belangrijke zaken. Kwalijk is ook dat de kandidaten geen echt mandaat van ons hebben en dat weet een decaan ook; er is geen werkelijk mandaat van de kiezers alleen in formeel zin.
Daar moet toch met inspiratie van de UR, de vakbonden en door de nieuwe GW-raad wat aan te doen zijn. Bijvoorbeeld een uitspraak van de kiezers vragen, met ja- en nee-stemmen per kandidaat. Heeft een kandidaat te veel nee stemmen dan komt die niet in de raad. Heeft een kandidaat meer ja- dan nee-stemmen dan heeft een kandidaat ons vertrouwen. Dat kan ook als er 'te veel' kandidaten zijn, de kandidaten met meeste ja's en met minder nee's komen in de raad tot alle zetels bezet zijn. Heeft iedere kandidaat te veel nee's, dan doen we de verkiezing over want de kandidaten hebben dan niet ons vertrouwen.
Medezeggenschap is belangrijk en moet een goede basis hebben. Met de MUB bestuurt het personeel niet meer mee maar 'zegt mede' en kan onze bestuurders verantwoording vragen op hun handelen. Dat is belangrijk voor het goed functioneren van onze bestuurders, die steeds zich moeten afvragen: wat vindt mijn raad ervan? Als de basis gaat wankelen, is de medezeggenschap in gevaar.
P.M. Groot, medewerker GW