Nadenken over de bewijskracht van dadersporen, KLM's ideale vluchtschema en de wildgroei van Japanse oesters in de Oosterschelde. Dat doen vijftig wiskundigen volgende week tijdens de 45e werkgroep 'Wiskunde met de Industrie'.
'De studiegroep Wiskunde met de Industrie is een soort reizend circus dat ieder jaar ergens anders gehouden wordt', legt TW'er Frits van Beckum uit. 'Een paar jaar geleden was het nog in Twente.' Van Beckum is zelf niet van de partij in Leiden. 'Voor ons is het volgende week geen onderwijsvrije week. Ik heb zelf geen tijd. Wel ga ik misschien op vrijdag kijken naar de presentatie van de oplossingen.'
Als het goed is presenteren de wiskundigen dan onder meer een manier om de bewijskracht van dadersporen te beoordelen. Het microscopische krasjespatroon in misdaadsporen wordt door openbare aanklagers regelmatig als bewijs gebruikt. Men vergelijkt bijvoorbeeld lijntjes in een schoenafdruk met de schoenzool van de verdachte. Amerikaanse forensisch onderzoekers vinden het krasjesbewijs spijkerhard als vijf of meer lijntjes in het spoor aansluiten op die van het werktuig. De studiegroep wil volgende week exact berekenen hoe groot de kans op een match bij aaneensluitende krasjes nu precies is. Hiermee wordt de status van het bewijs duidelijker. Opdrachtgever: het Nederlands Forensisch instituut. Maar ook geven de wiskundigen volgende week vrijdag hopelijk antwoord op de andere, prangende, vragen.
Wiskunde met de Industrie, 17 t/m 21 februari, Lorentz Center in Leiden
