In het plan gaat het CvB uit van een gelijk blijvende instroom van 1630 eerstejaars. Die stroom kan echter alleen op peil blijven als aan de UT een aantal nieuwe opleidingsmogelijkheden van de grond komt. Als mogelijke studie worden genoemd industrieel ontwerpen, bedrijfsinformatiekunde (bij TBK en INF), technische bedrijfsvoering (bij WB) en communicatiekunde (WMW).
Bovendien wil het college drie jaar lang een ton uittrekken voor het aanboren van de buitenlandse studentenmarkt. Daarbij wordt vooral gemikt op zogeheten bachelors of science die aan de UT Engelstalige onderwijsprogramma's van één tot anderhalf jaar kunnen volgen. Dat zijn dan geen masterscursussen, maar 'gewone' Nederlandse doctoraalprogramma's.
Het CvB wil in de komende planperiode meer vaart zetten achter de internationalisering van de UT. Extra geld wil het college voor dit doel binnen het Innovatiefonds vrijmaken ten koste van de post stimulering onderwijskwaliteit. Daarnaast zou er jaarlijks nog eens 2,5 tot 3 ton uitgetrokken moeten worden om de 'studentenmobiliteit' te bevorderen en zowel de inkomende als uitgaande studentenstroom beter over de UT-faculteiten te verdelen. Adequate huisvesting van buitenlandse studenten aan de UT heeft daarbij de aandacht van het CvB.
Om de uitstroom van TU-ingenieurs op de Nederlandse markt op te voeren, tegen de trend van afnemende studentenaantallen in, blijft de UT samen met Delft en Eindhoven werken aan voorlichting en werving van techniekstudenten onder speciale doelgroepen. (...)
