'Het is een bepaald soort mensen dat civiele techniek studeert', vindt Van Maarseveen. En hij kan het weten. De UT-hoogleraar Verkeer en Vervoer en voorzitter van de lustrumcommissie is vanaf het begin betrokken bij de opleiding. 'Het zijn mensen met een liefde voor techniek, maar ook met maatschappelijke betrokkenheid. Ze moeten een beetje alfa- en bètahersens hebben.'
In februari 1992 kwam het groene licht van de minister: Twente mocht van start met een nieuwe opleiding, toen nog Civiele Technologie en Management geheten. Direct liep het storm met aanmeldingen. Op de allereerste voorlichtingsdag die maand komen maar liefst 1000 belangstellenden af: de ene helft wordt opgevangen in de Vrijhof, de andere helft in het WB-gebouw. Sprekers rennen op en neer.
Van Maarseveen herinnert het zich nog goed: 'Dat was even schrikken. Als het aan ons had gelegen waren we pas in 1993 met de opleiding gestart, maar het college van bestuur wilde in september '92 beginnen. De UT had een frisse wind nodig, het aantal aanmeldingen van andere opleidingen daalde.'
Die snelle start blijkt zes jaar later té snel geweest te zijn. Een gedeelte van de eerste lichting afgestudeerden krijgt 2400 gulden als compensatie voor de studievertraging die zij door aanloopproblemen van de opleiding hebben opgelopen. De problemen ontstonden door een gebrek aan docenten en een onvoldoende ontwikkeld curriculum.
Was het een dieptepunt in de opleiding? Van Maarseveen vindt van niet: 'Het was een klacht en die hebben we goed opgelost. Ook ik was in die beginjaren heel druk met het geven en ontwikkelen van onderwijs. Een pittige opgave. Inmiddels hebben de uitstekende resultaten bij de recente onderwijs- en onderzoekvisitaties aangetoond dat we op de goede weg zijn.'
Die drukke beginjaren van een opleiding in ontwikkeling, leidden wel tot sterke betrokkenheid tussen medewerkers en studenten. 'Dat is gebleven. Ook nu met de lustrummarkt is er een hoge participatievan studenten. Ik vind dat bijzonder op een universiteit. Het maakt het werken en studeren hier plezierig,' aldus Van Maarseveen.
Morgen viert Civiele Techniek feest. Onder meer met een fotowedstrijd, een bouwtentoonstelling, workshops, quizen, computersimulaties en alumnipresentaties. Bijzonder is de lustrummarkt, die vrijdagmiddag vanaf drie uur te bezoeken is in de hal van het WB-gebouw, de westvleugel, Hal V en het betonlab. Bedoeling is dat de vier afdelingen (Bouwtechnologie, Verkeer, Vervoer en Ruimte, Waterbeheer en Bouwprocesmanagement) zich presenteren aan het publiek. Van Maarseveen: 'Wat doen we? Wat zijn onze resultaten? Dat willen we graag laten zien aan UT-medewerkers, studenten, oud-medewerkers en afgestudeerden. Wij zijn geen opleiding die zich sterk intern profileert: Civiele Techniek is een toegepaste wetenschap en is heel interdisciplinair gericht. Mensen die hier werken zijn vrij nuchter, maar willen ook iets bereiken. Externe gerichtheid is belangrijker. Toch zou Civiele Techniek meer gebruik willen maken van de overig aanwezige kennis op de UT, maar dan wel van diegene die openstaan voor wetenschap op multidisciplinair gebied.'
Maaike Platvoet
Van Maarseveen hoopt met deze posterpresentatie bezoekers van de lustrummarkt inzicht te kunnen geven in het onderzoek van de afdeling Verkeer en Vervoer van Civiele Techniek.
