Het begrip weerbaarheid is onder studenten nauwelijks bekend, maar kent een geschiedenis van honderden jaren. Kleinsmit: `Vroeger oefenden studenten het duelleren en in tijden van oorlog werkte deze weerbaarheid mee bij de bescherming van het land. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten veel weerbaarheden, studenten dus, in het verzet.' Maar dat is veranderd: `Als er nu oorlog uitbreekt worden we meteen ontbonden door Defensie,' grapt Kleinsmit.
Veel studentensteden kennen een eigen weerbaarheid, meestal als onderdeel van het corps. Ares had geluk met de officiële erkenning door Defensie volgens Kleinsmit: `Eigenlijk lieten ze geen nieuwe verenigingen meer toe, maar via een connectie bij het leger zijn we uiteindelijk - min of meer per ongeluk - erkend.'
Onder leiding van een sergeant-majoor mochten enkele leden van Ares afgelopen maandag met een Glock-pistool en een Diemaco C7-geweer schieten. `Zo'n gelegenheid krijgen de mensen normaal nooit,' vertelt de president van Ares trots. Veiligheid staat voorop bij de oefeningen. Een aantal leden heeft bij Defensie een speciale cursus gevolgd en aan elke schietsessie gaat een uitgebreide instructie vooraf. `Zo'n Diemaco schiet de kogel met elfhonderd meter per seconde weg, dus dan moet je wel voorzichtig zijn,' zegt Bas Dijkhuis, wapenmeester van de vereniging.
Prins Bernhard is beschermheer van de (nationale) weerbaarheid en bij zijn uitvaart, aanstaande zaterdag, vormt een aantal verenigingen een erehaag. Net als bij andere plechtigheden van de koninklijke familie. `Wij zijn helaas niet uitgenodigd, daarvoor bestaan we veel te kort. Je moet namelijk eerst de koninklijke status verdienen,' vertelt Kleinsmit.
De vereniging oefent maandelijks, op verschillende legerbases, en ieder jaar vindt een wedstrijd plaats tegen de andere clubs. `Daarnaast proberen we met elf man de Vierdaagse van Nijmegen uit te lopen, met uniformen en kisten van het leger.' Het resultaat bij de Vierdaagse en de schietwedstrijd bepaalt wie de Prins Bernhard-trofee wint, de prijs voor de beste studentenweerbaarheid.
Het leger laat weinig onduidelijkheid bestaan over haar motieven om de studentenweerbaarheid te steunen: `Ze vinden het erg handig om in contact te staan met academici en vragen ons regelmatige voor afstudeer- en stageopdrachten,' legt Kleinsmit uit. Maar de studenten hebben er zelf natuurlijk ook baat bij. `We hebben allerlei besprekingen en borrels met hoge officieren, soms zelfs in het voormalige kantoor van Prins Bernhard.' Netwerken dus.
Hoewel het goed gaat met de zesjarige vereniging, heeft Ares nog wel wat op het verlanglijstje staan: `We zijn nog wel op zoek naar een moederregiment. Om oefeningen mee te doen en zo. Delft vaart bijvoorbeeld regelmatig mee op fregatten van de Marine.'
Aan het eind van de middag, bij de poort van de vliegbasis, vraagt de wapenmeester formeel: `Draag je munitie of delen van munitie bij je?' Kleinsmit: `Ze zijn heel aardig, maar je moet je wel aan de regels en afspraken houden. Als ze ontdekken dat je een huls hebt meegenomen, pleeg je een misdrijf.'