`Ik heb Balkenende nog nooit gehoord over goed burgerschap'

| Redactie

De roep om een harde aanpak van asociaal gedrag en buurtterrorisme wordt met de dag sterker. De Nederlanders zijn het zat, die Diamantbuurttaferelen. Minister Donner gaat een proef doen met het Doe Normaal-Bevel: veelplegers met een bevel aan hun broek draaien bij hun eerstvolgende vergrijp de bak in. Harteloze en redeloze symptoombestrijding, vindt UT-socioloog Ringo Ossewaarde.


In een week waarin heel Nederland zich bemoeit met twee weggepeste bewoners uit de Amsterdamse Diamantbuurt, verschijnt ook nog eens het tweejaarlijkse rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau: somberheid en collectieve angstgevoelens over gettovorming in de grote steden zetten daarin de toon.

Glijdt Nederland af? En is een Doe Normaal Bevel een adequaat middel om normen en waarden te handhaven? De Britse premier Tony Blair zweert bij zijn anti social behaviour order (`asbo'): wie zich - jong of oud - herhaaldelijk asociaal gedraagt, krijgt van de rechter een Doe Normaal-Bevel opgelegd. Bij de volgende overtreding volgt oplegging van een tevoren aangekondigde cel- of geldstraf. In een middelgrote Nederlandse gemeente start binnenkort een proef met deze vorm van overlastbestrijding.

Ringo Ossewaarde, universitair docent maatschappelijke organisatie bij de faculteit BBT en gespecialiseerd in de sociologie van maatschappelijke problemen, gelooft niet in een structurele werking van asbo's. Zeker niet als middel om het collectief bewustzijn van normen en waarden op te vijzelen.

`Het gebruik van asbo's kan ik begrijpen in gevallen waarin de situatie volstrekt uit de hand is gelopen: als er sprake is van bedreigingen, extreem onderling wantrouwen, mensen die niet meer naar elkaar luisteren. Dan is het enige wat je kunt doen het vastleggen van harde afspraken in asbo's. En massaal blauw op straat brengen, of voor mijn part het leger, om toe te zien op de naleving. Maar dan praat je echt over een crisissituatie.'

Zoals in de Amsterdamse Diamantbuurt bijvoorbeeld. Maar ook daar zou deze aanpak alleen een korte termijnoplossing bieden, volgens Ossewaarde. `De misdaad zal een tijdlang afnemen. Maar het is een min of meer despotische maatregel, die gebaseerd is op collectieve angst. En die zou je niet structureel moeten willen toepassen in een democratische samenleving, die normaal gesproken burgers stimuleert om iets goeds te doen.'

Blind

Maar het grootste ongewenste effect van asbo's, vooral als die ook in minder extreme situaties worden uitgedeeld, is volgens Ossewaarde dat ze voorbijgaan aan de onderliggende oorzaken van het gewraakte gedrag. `Het is een maatregel die zo blind en plat is als het maar kan. Oké, als je als overheid even je spierballen moet laten zien in het kader van crisismanagement, dan kan het, maar het is onzin om onze democratische samenleving als één grote crisis te beschouwen.'

De manier waarop de Nederlandse overheid reageert op de toenemende roep uit `de samenleving' om hardere maatregelen en handhaving van regels, heeft niet de sympathie van Ossewaarde. `Er is bij de overheid een sterke neiging om `normen' te vertalen als `regels'. Als je dat doet, maak je van een sociaal probleem een technisch-juridisch probleem. En waarom doet men dat? Omdat een juridisch probleem nu eenmaal veel makkelijker te beheersen is dan een complex sociaal probleem. Geef een probleemjongere een asbo en je hoeft niet meer na te denken over de oorzaken van zijn gedrag. Je schakelt de politie in voor de handhaving en je hebt een nette ordening aangebracht tussen goed en fout, legaal en crimineel.'

De asbo als symptoombestrijding dus. Want wat moet een kind uit een gezin met psychische, verslavings- en opvoedingsproblemen aan met een Doe Normaal-Bevel, terwijl zijn gedrag zijn leven lang nog nooit gecorrigeerd is? Dat werkt dus niet, volgens Ossewaarde. Maar wat dan wel?

`Het gaat in dit soort gevallen niet om een juridisch probleem, maar om een socialisatieprobleem en dat vereist een volstrekt andere aanpak. Dat vergt een andere inrichting van de lokale samenleving, van `de buurt' dus, van de scholen; het vergt interventies in steun voor gezinnen, meer waardering en faciliteiten voor vrijwilligerswerk. En ja, er is ook een pak geld voor nodig. Maar dat geld is beter besteed dan de miljarden die de asbo-handhaving kost aan extra politie, meer bureaucratie bij het Openbaar Ministerie en meer cellen en cipiers.'

Jeugdzorg

Een instantie als de jeugdzorg kan bij het `maken van een buurt' een belangrijke rol spelen, maar de manier waarop de jeugdzorg in Nederland is georganiseerd is `volstrekt fout', volgens Ossewaarde, want ook heerst de symptoombestrijding: `Het Nederlandse jeugdbeleid is niet gericht op de vraag: hoe bouwen wij een goede buurt van democratische burgers. Als er een signaal uit een buurt komt dat er iets fout gaat, wordt er via allerlei bureaucratische procedures geprobeerd mensen met elkaar in gesprek te brengen. Maar dan ben je in feite al te laat en ben je bezig met het bestrijden van symptomen. Het ligt niet aan de mensen die daar werken, maar die raken snel gedemotiveerd zodra ze merken dat hun mogelijkheden om iets voor de jeugd te betekenen beperkt worden door de bureaucratie van de organisatie waar ze voor werken.

`In feite gaat het om de vraag hoe je van mensen goede burgers maakt. En ik heb Balkenende en Donner nog nooit gehoord over goed burgerschap. Wel over normen en waarden. Maar met normen bedoelen zij regels. En hun waarden zijn vooral financiële waarden.'

Foto: Arjan Reef

Menno van Duuren

Ringo Ossewaarde


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.