Dat blijkt uit de jaarlijkse special Studeren van Elsevier Thema. Lijstjes, lijstjes en nog eens lijstjes. De Keuzegids staat er vol mee (zie pagina 1 en 3), maar Elsevier kan er ook wat van. Ook dit overzicht is vooral bedoeld voor aankomende studenten die hun studiekeuze goed willen onderbouwen. Daarnaast is het natuurlijk een aardige graadmeter voor de kwaliteit van universiteiten en hogescholen. Aangezien tegenwoordig alles en iedereen `top' of `excellent' moet zijn, en de instellingen elkaar beconcurreren om de gunst van de student, houdt menig bestuurder zijn of haar hart vast als beide publicaties het licht zien.
Net als de concurrent laat Elsevier elk jaar naar de mening van studenten vragen, zij het op een veel kleinere schaal (nog geen 9000 wo- en hbo-studenten, tegen de Keuzegids circa 20.000). Het gaat alleen om bachelorstudenten, behalve bij geneeskunde en tandheelkunde (daar is het bachelor-masterstelsel veelal nog niet ingevoerd; daarom zijn daar tweede- en ouderejaars studenten ondervraagd). Voor het `deskundigenoordeel' verlaat Elsevier zich niet zoals de Keuzegids op visitatierapporten, maar op hoogleraren, die uiteraard niet over hun eigen universiteit mogen oordelen.
Elsevier liet 23 opleidingen beoordelen door studenten en 26 door hoogleraren. Dat levert een tabel op van de nummers één volgens beide groepen. Vijf studies vielen dubbel in de prijzen: die hebben de meest tevreden studenten en zijn tevens door de hoogleraren aangewezen als de beste. Dat zijn bedrijfswetenschappen in Tilburg, bestuurskunde in Utrecht, pedagogische wetenschappen in Leiden, biologie in Groningen en werktuigbouwkunde in Eindhoven.
De hoogleraren beoordeelden de opleidingen op vier criteria: het studieprogramma, de kwaliteit van de docenten, het academisch niveau van de afgestudeerden en de kwaliteit van wetenschappelijke publicaties. Als we per opleiding kijken, blijken er slechts vijf van de 26 te zijn die op alle vier de punten het best scoren. Daarvan zijn er drie in Utrecht te vinden: sociale geografie en planologie, Nederlandse taal en cultuur, en taalwetenschap. Verder blijkt psychologie aan de UvA zo'n topopleiding te zijn, evenals technische bedrijfskunde in Eindhoven.
Voor een zinvolle vergelijking tussen universiteiten is bij het oordeel van de hoogleraren een onderscheid gemaakt tussen drie soorten universiteiten. Niet verrassend komt Utrecht uit de bus als de beste van de zes `brede universiteiten': de universiteit scoort sterk op alle vier criteria. Daarna volgen Groningen en Leiden (ex aequo op twee). Groningen heeft gemiddeld goede studieprogramma's en docenten. In Leiden hebben afgestudeerden een hoger academisch niveau en is de kwaliteit van wetenschappelijke publicaties beter.
Tilburg is de winnaar van de drie `specialistische, smalle universiteiten', voor Rotterdam en Maastricht. De Brabanders blinken uit met Nederlands recht, economie en bedrijfswetenschappen.
Ten slotte voert Eindhoven het klassement aan van de drie technische universiteiten, met Delft op twee en Twente op drie. De TU/e is behalve in de al genoemde studies technische bedrijfskunde en werktuigbouwkunde ook sterk in informatica en scheikundige technologie. De ondernemende universiteit van Twente heeft volgens Elsevier pech, omdat er bij de doorgaans hoog gewaardeerde studie communicatiewetenschap dit jaar net niet genoeg hoogleraren aan het onderzoek deelnamen. De universiteit krijgt wel een eervolle vermelding voor de studie technische wiskunde. Voor de TU Delft is dat het geval voor elektrotechniek
Opvallend is dat vijf opleidingen van de Vrije Universiteit op de laatste plaats eindigen: geneeskunde, biologie, scheikunde, natuur- en sterrenkunde en psychologie. Toch kent de VU ook twee toppers: geschiedenis en informatica.
Woordvoerster Rianne Lindhout van de VU wil deze cijfers relativeren. Bij de oordelen van de hoogleraren is alleen gekeken naar het aantal keren dat zij een opleiding op de eerste plaats hebben gezet. `Stel dat je altijd als tweede wordt genoemd, dan eindig je toch onderaan.' De studentenoordelen lijken in haar ogen representatiever, omdat daarbij rapportcijfers zijn uitgemiddeld. Zo staat de door hoogleraren als laagst beoordeelde studie psychologie bij de studenten op een gedeelde vierde plaats.
Aangezien het academisch niveau van de afgestudeerden het hoogst is bij de winnaars van de drie categorieën universiteiten (Utrecht, Tilburg en Eindhoven), concludeert Elsevier: `hoe beter de input, des te beter de output'.
HOP, Onno van Buuren