`Maar ik ben niet eens gepromoveerd', dacht Arthur Eger (54) toen hij twee jaar geleden de herhaalde oproep voor een hoogleraar productontwerp bij de opleiding industrieel ontwerpen las. Zijn jarenlange ervaring als ontwerper bleek het ontbreken van de doctorstitel echter ruimschoots te compenseren. `Toch ben ik nu alsnog promotieonderzoek aan het doen', vertelt Eger. Lachend: `Ik moet de bestbetaalde aio van Nederland zijn!'
Op het moment dat Eger de bewuste vacature onder ogen kreeg, werkte hij als directeur van Space Expo, een ruimtevaartmuseum in Noordwijk. `Ik riep altijd dat ik daar alleen weg zou gaan voor het hoogleraarschap of voor een baan als directeur van de Kleine Komedie.'
Zulke dingen moet je kennelijk niet te hard roepen.
Waarom hij hoogleraar wilde worden, kan hij moeilijk uitleggen. `Het was een buikgevoel. En dat heeft me niet bedrogen, want dit eerste jaar was geweldig. Wat ik doe, voelt helemaal niet als werk. Het is iedere dag feest.' Dat Industrieel Ontwerpen nog maar een paar jaar bestaat, vindt hij een pluspunt. `Ik ben blij dat ik niet in Delft zit waar ze al 35 jaar bezig zijn. Hier moet alles nog bedacht worden. Zo heb ik pas met collega's Maarten Bonnema, Eric Lutters en Mascha van der Voort een boek geschreven. We vonden dat er geen goed lesboek voor eerstejaars was, nou, dan schrijven we het toch zelf?'
Na zijn studie technisch en industrieel ontwerpen aan de TU Delft runde Eger tussen 1979 en 1996 samen met een oud-studiegenoot het ontwerpbureau Van Dijk en Eger. Ze ontwierpen van alles, fietsen, kinderzitjes, koffiezetapparaten, betaalautomaten. Heel wat anders dan zijn huidige producten, een boek en straks een proefschrift. Eger: `Maar ook dat zijn creaties. Ik vind het leuk om iets te maken. De kick als het er is, daar doe ik het voor.'
Op z'n vijfenveertigste verkocht hij - `in goede harmonie hoor'- zijn aandelen. `Typisch geval van midlifecrisis.' Het `ik wil wat anders' mondde uit in een baan als projectmanager van science center Da Vinci in Enschede. `Ik heb daar de hele collectie opgezet. Zie je, ook daar was ik weer iets aan het maken. Na anderhalf jaar kon ik directeur worden van Space Expo in Noordwijk en ben ik begonnen met het vernieuwen van de tentoonstelling. Dat was ook fantastisch.'
Le Corbusier
Maar het hoogleraarschap past hem. `Onderwijs geven is leuk. Vooral gevorderde studenten zijn erg gemotiveerd en komen soms met oplossingen waar ik van sta te kijken. In het eerste jaar heb je er nog weleens mensen bij zitten die zonder al te veel inspanning hun punten willen halen. Die vallen snel genoeg door de mand. Of ze denken dat de studie heel artistiek is. Maar het is geen kwestie van alleen leuk tekenen. Dan moet je naar de academie gaan. Ik vind het trouwens verbijsterend hoe weinig eerstejaars weten. Rietveld, Le Corbusier, ze hebben geen idee! Wat kom je hier doen, denk ik dan. Maar ach, toen ik zo jong was, waren mijn keuzes ook niet zo weloverwogen.'
In zijn oratie, donderdagmiddag, laat Eger ondermeer zien welke fasen een product doorloopt en wat een ontwerper daar mee kan. Op dat onderwerp hoopt hij ook te promoveren. `In het begin is een product alleen functioneel. Een fiets moet iemand van A naar B kunnen vervoeren. Wanneer iedereen eenmaal een fiets heeft, moet je als ontwerper iets nieuws verzinnen, een fiets van titanium bijvoorbeeld. In dat stadium ga je betekenis aan het product toevoegen, emotie. Neem een horloge. Mensen dragen een bepaald horloge omdat ze het esthetisch mooi vinden, omdat het ze status verleent of omdat er handige functies op zitten. Wat kun je als ontwerper met die informatie? Status kun je bijvoorbeeld toevoegen door het product schreeuwend duur te maken. Maar esthetiek is nogal ongrijpbaar. Er zijn wel een paar instrumenten die een formule geven voor wat mensen mooi vinden. Ik wil graag binnen de vakgroep verder onderzoek verrichten en tot meer bruikbaar gereedschap komen dat de ontwerper ondersteunt.'
Snappen
`Maar voorlopig zijn we hier met onderwijs bezig. We willen studenten afleveren die zich onderscheiden doordat ze in staat zijn toekomstscenario's te ontwikkelen. Vandaar ook de titel van mijn oratie. Voor een bedrijf is het vaak helemaal niet eenvoudig om een nieuw product te maken. De Twentse ontwerper moet mee kunnen denken, zich in kunnen leven in de toekomstige wensen van de doelgroep. En natuurlijk beschikken over de technische kwaliteiten. Je moet snappen wat wel en niet kan met een bepaald materiaal. Je moet kennis van de markt hebben, noem maar op. Een ontwerper moet heel breed zijn georiënteerd.'
Kritisch denken hoort daar bij. `Ik probeer studenten te leren dat ze niet klakkeloos hoeven te doen wat hen wordt verteld. Laatst kregen ze de opdracht een mobieltje met een afstandsbediening te combineren. Dat conflicteert want een mobiel is een individueel en een afstandbediening een gezamenlijk product. Slechts een enkeling kwam vragen om aanpassing van de opdracht.'
Het werk van de hoogleraar houdt niet om vijf uur `s middags op. Eger bracht zijn vrouw regelmatig in verlegenheid door op terrasjes de constructie van stoelen te inspecteren. En door -in de tijd dat zijn bureau bezig was met de ontwikkeling van een stortbak- in hotels de deksels van stortbakken te lichten. De laatste tijd is hij vooral druk met het ontwerpen van zijn eigen huis. `De ultieme ervaring voor een ontwerper. We zijn van Amsterdam naar Enschede verhuisd, hier kan dat nog, je eigen huis bouwen. Dát en een geweldige baan; ik heb sterk het idee dat ik in Twente mijn pensioen ga halen.'
Mocht de Kleine Komedie bellen, het antwoord luidt nee.
Voorlopig dan.
Jannie Benedictus
Arthur Eger