Uit het lood

| Redactie

Afijn, dus de pot is 60 minuten oud. We leiden met 2-1. Over en weer regent het kansen, de een nog mooier dan de ander. `t Is maar goed dat de scheidsrechter het spel elke twee minuten even stillegt, anders is het voor het publiek niet meer te volgen. Een daar doe je het toch voor - het publiek. In Nederland zit nog een enkele zuurpruim te mokken over het ontbreken van dat ettertje, ach hoe heet ie ook alweer, Sneijder. Maar voor de rest zijn alle commentatoren dol enthousiast. Dit is voetbal zoals voetbal bedoeld is, zwijmelen de Britten. Twee ploegen die vol in de aanval gaan. Fantastische acties, fantastische passes, fantastische schoten en briljan­te reddingen. Laat deze demonstratie eeuwig voortduren!


Offer

Dus dan zit je op de bank en wat doe je dan? Een vermoeide speler vervangen door een verse kracht? Een geboekte verdediger vervangen door eentje die meer risico kan nemen? Sneijder inbrengen? Dat is allemaal zo voorspelbaar. Dat kunnen die 15 miljoen bondscoaches thuis ook. Die zeggen dan: hè, hè, en die hebben het dan zelf gedaan. Nee, zeg ik tegen mijn assistenten, als wij werkelijk geschie­denis willen schrijven, dan moeten we nu komen met een geniale ingreep. Iets dat niemand kan verzin­nen. Een verrassing.

Dus Willem haalt zijn schouders op en verzucht: wat wil je doen dan? Onze beste man eruit halen, ofzo? Die Tsjechen lachen zich een deuk! En dan zie ik het. Ik zeg: denk je dat? Denk je werkelijk dat ze lachen? Joh, die gasten weten niet wat ze overkomt, als ze opeens hun grootste zorg van het veld gehaald zien worden. Want zeg nou zelf, dat is toch het toppunt van arro­gantie. Ik denk dat de Tsjechen zich zwaar beledigd zullen voelen. Ja, weet je wat ik zou doen als een tegenstander mij dat zou flikken? Ik zou met gelijke munt terugbetalen. Echt, ik zou meteen ook mijn beste speler van het veld halen. Misschien wel twee.

En dan wordt Jan wakker. Kennen jullie schaken? Ik zeg, nee, dat is te moeilijk voor mij. Da's toch met die stenen, zegt Willem. Van Gaal heb zo'n bord. Mijn jongens noemen het altijd haasje-over. Ze verslaan me telkens weer. Nee, zegt Jan, schaken is met stukken. Hoe het precies gaat weet ik ook niet, maar het schijnt dat ze die soms uitruilen. Een paard voor een paard. Een loper voor een loper. Dat is in het voordeel van degene die voorstaat. Okee, Robben speelt goed. Maar Robben offeren voor Nedved, me dunkt, dat zal ons geen windeieren leggen.

Dus zo besluiten we. Voor de zekerheid zoek ik eerst nog even contact met de Tsjechische bank. Ik vraag: Check? De coach knikt bevesti­gend. Maar achteraf blijkt hij mij toch niet te hebben begrepen. In de catacomben komt hij naar mij toe: Why did you ask I was a Czech? Didn't you know who you were playing?


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.