Lawaai
Dan, eindelijk.
Maandagmorgen.
Rust.
Je schenkt jezelf een heerlijk kopje koffie in en zetelt je achter de computer die van jou alleen is en waar niet de kinderen op emesennen en je vrouw als homepage libelle.nl heeft ingesteld. Even in alle rust een mailtje versturen. Zo. Heerlijk. Even de agenda doornemen. Zo. Al drie hele gedachtes ongestoord afgemaakt.
Je geniet.
Maar dan. Het knált ineens over de campus. `DAMES EN HEREN, DE NUON ENERGY FLASHBACK BEGINT!!! ONZE EERSTE KANDIDAAT STELT ZICH VOOR. HALLO, WIE BEN JIJ???'
Zucht.
Een paar dagen later: de bigband van de UT laat van zich horen, UReka heeft een verkiezingsboulevard ingericht en Stress is aan het paintballen.
Door het open raam hoor je een vlijtige tuinier het gras maaien met een venijnig motortje.
Tegen de muur van het gebouw waar je zit, klappert een reclamevlag in de wind.
Ondertussen bromt de airco.
Vliegtuigen scheren over de campus.
En je vrouw belt: waarom je de vaatwasser niet hebt uitgeruimd.
Maar dat kan je gelukkig niet verstaan.
Beeld
Onderwijsstaatssecretaris Annette Nijs overleefde deze week het kamerdebat over haar wankelende positie. Aanleiding: haar ontboezemingen in de Nieuwe Revu. Niet dat ze zich verhuurd had als centerfold (goddank), maar haar uitlatingen over Maria van der Hoeven vielen verkeerd. Haar baas was een geniepige trut, vond ze, en dat moest ze effe kwijt. Maar verder had ze een goede zakelijk relatie met Maria, stelde ze Revu-lezend Nederland gerust.
Maar ja, in het openbaar boos zijn op je baas mag niet, vond de Kamer, en dus verzon Annette een list om haar prille politieke carrière te redden. `Ik sta voor wat ik zeg, maar niet voor het beeld dat is opgeroepen,' legde ze uit. Briljant: alle citaten kloppen, maar als iemand leest wat er staat, klopt het beeld niet wat hij er bij krijgt.
Kijk, daar kunnen we wat mee. Bij ons eerstvolgende functioneringsgesprek bijvoorbeeld.
`Ik vind jou een ontzettende lul.'
`Wil je ontslagen worden?'
`Hoezo?'
`Je vindt mij toch een lul?'
`Dat beeld heb jíj. Maar dat klopt niet.'
`Je zegt het toch zelf?'
`Ja, maar dat zegt niks.'
`Dus het valt allemaal wel mee?'
`Nee, dat ook weer niet. Je bent en blijft een lul. Ik sta voor wat ik zeg.'
`Nou dan.'
`Maar zakelijk hebben wij toch best een goede relatie?'
`Eh, jawel, maar ...
`Dat bedoel ik: ik kan best door een deur, met jou, als lul.'
`Maar ik wil wel excuses.'
`Waarvoor?'
`Voor die lul.'
`Je bedoelt voor het beeld dat jij hebt van jou als lul.'
`Eh, ja ...'
`Oké, het spijt me dat ik dingen heb gezegd waar ik achter sta en die bij jou hebben geleid tot een negatief lul-beeld van jezelf. Maar eigenlijk kan ik daar niks aan doen.'
Daar hebben we ons weer mooi uitgeluld.