`Een octrooi op zich, daar heb je niets aan'

| Redactie

Als er zoveel nadelen aan octrooien vastzitten, moeten wetenschappers dan wel doorgaan met octrooieren? Zeker wel, meent bijna iedereen die je over het onderwerp spreekt. Maar het moet geen blinde octrooienjacht worden. `Als ik hoor praten over doelstellingen als een kwart meer octrooien, dan denk ik: het zal wel', vertelt Frank Groot, die als jurist onderzoekers van de Universiteit Twente onders


Als er zoveel nadelen aan octrooien vastzitten, moeten wetenschappers dan wel doorgaan met octrooieren? Zeker wel, meent bijna iedereen die je over het onderwerp spreekt. Maar het moet geen blinde octrooienjacht worden.

`Als ik hoor praten over doelstellingen als een kwart meer octrooien, dan denk ik: het zal wel', vertelt Frank Groot, die als jurist onderzoekers van de Universiteit Twente ondersteunt bij octrooiaanvragen. Voorlopig kan hij het werk wel in zijn eentje aan. `Bij ons gaat het om tien, hooguit twintig octrooiaanvragen per jaar.'

Dat mogen er van Groot meer worden - `zoveel mogelijk, wat mij betreft' -, maar dan moet er wel goed worden nagedacht over de exploitatie van de vindingen. Want een octrooi op zich, daar heb je niks aan. `Essentieel is om een goeie ondernemer te vinden die op basis van een uitvinding binnen drie à vier jaar met een product op de markt komt. Want dat is nodig; anders gaat een octrooi erg veel geld kosten.'

De jurist ziet dan ook meer in een andere doelstelling van de drie TU's: namelijk om het aantal spin-off bedrijven - starters die een bedrijf beginnen op basis van kennis van de universiteit - met een kwart te verhogen. `Als je zegt: we willen een kwart meer bedrijven die een octrooi exploiteren, dan steun ik dat streven van harte.'

In dat licht is Groot in principe ook een voorstander van octrooieren. Want octrooien mogen voor een universiteit dan wel geen doel op zich vormen, voor bedrijven zijn ze cruciaal, legt hij uit. `Alleen nieuwe kennis genereert echt economische groei. En dat moet beschermde kennis zijn die de concurrent niet heeft, anders kunnen bedrijven er niets mee verdienen.'

Groot wijst op de drie manieren waarop universiteiten kennis overdragen aan de maatschappij: `Dat gebeurt allereerst in de vorm van onderwijs, direct aan studenten; ten tweede wordt er, in de vorm van publicaties, kennis overgedragen aan de maatschappij als geheel; en ten slotte zijn er de octrooien. Daarmee wordt beschermde kennis overgedragen aan de industrie.'


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.