De management-ziekte aan de UT

| Redactie

De onderwijsraad publiceerde kort geleden een rapport over de besteding van de miljarden die de laatste jaren extra naar het onderwijs zijn gegaan. Dat geld ging over de hele linie van het onderwijs op aan meer management en administratie in plaats van besteding aan het onderwijs zelf.


Is dat aan deze ondernemende universiteit met zijn vermeende bedrijfsmatige aanpak beter?

`Nee!' zullen de docenten aan de UT uit eigen ervaring roepen.

Na enige analyse van begrotingen moet ik ze gelijk geven: er doemt een somber beeld op van de bekostiging van het onderwijs en zijn docenten aan de UT.

Een getalsmatig voorbeeld maakt dat eenvoudig duidelijk. We gaan daarbij uit van een docent die een stukje onderwijs in de techniek verzorgt: onder zijn bezielende leiding halen 14 technische studenten een voldoende voor een 3-studiepunten vak (samen 42 studiepunten ofwel een jaar studeren voor 1 student).

Dat levert de UT ruim € 10000 aan inkomsten op, zodat het grote afromen kan beginnen:

Eerst houdt het CvB € 3400 in voor het centrale bestuur en de centrale dienstverlening.

Vervolgens houdt de faculteit € 3600 in om alle bestuurlijke en organisatorische kosten van het onderwijs te bekostigen.

Van de resterende € 3000 moet nog ruim € 600 leerstoeloverhead bekostigd worden: de kamer, ICT-voorzieningen en secretariële ondersteuning van de docent.

Resteert voor het daadwerkelijke onderwijs: € 2400, dus minder dan een kwart van de inkomsten.

Het enorme overheadpercentage van 300 procent wordt overigens mede veroorzaakt door evidente fouten in het verdeelmodel, maar daar wil het college niets van weten. Nog schrikbarender is de manier waarop nu met tekorten in het onderwijs wordt omgegaan. Die tekorten ontstaan door de invoering van het nieuwe verdeelmodel, voortgaande bezuinigingen door het kabinet en verdubbeling van de huisvestingslasten.

Het college van bestuur vindt, gesteund door decanen en wetenschappelijke directeuren, dat het onderwijs de tering naar de nering moet zetten. Het management brengt de bezuinigingen uiteraard niet ten laste van de overhead, maar deze worden bijna geheel ten laste van de `restpost' gebracht, de leerstoelen. De eerste voorbeelden van de gevolgen worden al zichtbaar: binnen EWI krijgt het INF-onderwijs een bezuinigingstaakstelling van 40% opgelegd, het TW-onderwijs zou meer dan de helft moeten bezuinigen. Bij andere faculteiten zoals BBT zijn schaalvergroting en extensivering de eufemismen voor bezuiniging en onderwijsverschraling.

Studenten weten nog niet wat ze volgend jaar voor hun collegegeld kopen, maar dit zijn de plannen: het aantal contacturen terugbrengen van 20 naar 12 uur per week (`studenten moeten gewoon meer zelf doen'), minder projecten of kleine werkgroepen en meer hoorcolleges, inzet goedkopere (niet-universitaire) docenten, tentamens van 3 naar 2 uur en maximaal 1 herkansing, docenten krijgen minder tijd voor lesvoorbereiding en individuele contacten, hogere slagingspercentages door aanpassing normen.
URekanen, nog steeds zo positief over het beleid van het college? Studenten en docenten, gaan we wat doen tegen de sluipmoord op het (nog) relatief goede UT-onderwijs in de bachelorfase? Van het CvB hoeven we niet veel te verwachten: dat zit zijn zittingstermijn in zelfgenoegzaamheid uit.

Dick Meijer, kritisch managementwatcher in de CC-fractie


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.