Arlo Griffiths bestudeerde twee hoofdstukken van de zogenaamde Atharvaveda. Dit is een oudindisch boek uit ongeveer 800 jaar voor Christus. De teksten bestaan uit mysterieuze spreuken, ook wel hymnen genoemd. Griffiths vertaalde in totaal 43 hymnen naar het Engels en voorzag ze van commentaar.
Priesters gebruikten de hymnen uit de Atharvaveda al eeuwenlang voor de verering van goden, het uitbannen van kwaadaardige wezens of het genezen van zieken door middel van planten met magische krachten. Enkele hymnen worden nog steeds gebruikt bij hindoeïstische rituelen. Om de teksten goed te vertalen, probeerde Griffiths de oorspronkelijke rituelen vast te stellen. Welke rituelen oorspronkelijk bij de spreuken hoorden, stond in de handschriften zelf namelijk niet beschreven.
De Atharvaveda is oorspronkelijk geschreven in het Vedisch, de oudste vorm van het Sanskriet. De overgebleven handschriften komen uit Kashmir in het noorden en Orissa in het oosten van India. Ze zijn geschreven in de twee lokale alfabetten, het Sarada en het Oriya. De handschriften stammen uit de zestiende eeuw. Door vergelijking van de handschriften uit Kashmir en Orissa kan de oorspronkelijke Vedische tekst worden gereconstrueerd. De Vedische teksten, beter bekend als de Veda's, behoren tot de oudste documenten in een Indo-europese taal. Dat is de taal waar naast het Sanskriet, ook het Latijn en het Grieks uit voort zijn gekomen. De Atharvaveda is één van de vier Veda's die bekend zijn. De oudste Vedische tekst is de Rigveda. De Veda's zijn de oudste heilige teksten uit het hindoeïsme. (bron: NWO)