Een aantal UT-ganzen heeft sinds vorige week een nieuw onderkomen. Ze doen mee aan een terugfokprogramma van de Twentse Landgans, een initiatief van de Nederlandse Vereniging van Gedomesticeerde Watervogels. Dit soort is nagenoeg uitgestorven, maar enkele campusganzen tonen verassend veel kenmerken van het zeldzame dier.
De UT-plantsoenendienst Huib van den Hoven, het Facilitair Bedrijf en de Dierenbescherming Enschede sloegen de handen ineen bij het vangen van de vogels. Directeur Tom Koppen van het FB: `De dieren zijn gevangen door een soort fuik van bouwhekken te plaatsen tussen de vijvers van de Langezijds en ze daar tien dagen bij te voeren. Toen de ganzen gewend waren aan het bijvoeren, is de fuik gesloten en zijn ze vorige week donderdag overgebracht naar fokkers.' Van de 74 dieren zijn er nu nog 40 over, maar de UT is niet echt rouwig om die drastische reductie. `De populatie was binnen een paar jaar tijd verdubbeld en veroorzaakte daardoor te veel groenschade en overlast.'
Volgens de Nederlandse Vereniging van Gedomesticeerde Watervogels gaat het in Nederland niet goed met de Nederlandse ganzenrassen. Van alle rassen die hier ooit werden waargenomen, lopen er van de Twentse Landgans - al dan niet zuiver- nog enkele dieren rond. Op de website van de vereniging staat te lezen dat de Twentse Landgans een middelzware, vrij slank en beweeglijk beest is. In tegenstelling tot veel andere ganzen heeft de gent (mannetjesgans) geen huid- en buikplooien. De kop is middellang, iets gewelfd, met daarin sprekende blauwe ogen met lichtoranje oogleden. Benen en tenen zijn oranjegeel. De buiklijn is rond, de vleugels liggen strak tegen het lichaam en overlappen elkaar niet.
Om uitsterven te voorkomen startte de vereniging vorig jaar met een terugfokprogramma. `Een belangrijke aanwinst bleek vorig jaar een aantal dieren uit vijvers in Enschede-Zuid. En nu dus uit de vijvers van de campus. Dankzij de UT is de werkgroep van het terugfokprogramma van de Twentse Landgans weer een stapje in de goede richting', aldus de vereniging.
