De huidige opzet van de introductie, waarbij faculteits- en campusprogramma verweven zijn, levert twee knelpunten op, volgens de CCO. Eerstejaars nemen de faculteitsintroductie onvoldoende serieus én ze zijn er te moe voor. De Raad voor de Campusvoorzieningen (RCV) vraagt zich af in hoeverre dat ligt aan het campusprogramma en of de voorgestelde scheiding van faculteits- en campusintroductie de knelpunten oplost.
Wellicht, zo stelt de RCV, schort er wat aan de inhoud van de programma's van de faculteiten? Daarnaast wordt geconstateerd dat het veelal de doegroepleiders zijn die hun eerstejaars stimuleren een alternatief programma te volgen. Al met al toont de RCV zich bezorgd over de argumentatie voor het wijzigen van de opzet van de introductie.
Succesvol
'Waarom zou men een unieke succesformule veranderen?', vraagt de raad zich af. De huidige opzet, een verweven faculteits- en campusintroductie, zou worden ervaren als een van de beste in Nederland en de deelnamecijfers zouden in Enschede hoger zijn dan elders. Bovendien hebben slechts twee faculteiten ernstige problemen met de huidige opzet, een smalle basis voor een zo ingrijpende verandering vindt de RCV.
Ook kleven er volgens de raad meer na- dan voordelen aan het voorstel van de CCO. In de nieuwe opzet zou het voor eerstejaars gemakkelijker zijn om alléén de campus- of de faculteitsintroductie te volgen en door de verblokking wordt het programma saaier.
Een principieel meningsverschil hebben raad en faculteiten over de doelstelling van de introductie. Sommige faculteiten, constateert de CCO, zouden de faculteitsintroductie graag gebruiken als een langzame start van het onderwijs. Maar het uitgangspunt is voor de RCV dat de introductieperiode niet het begin van onderwijs is. Weliswaar stelt de hoge opkomst van eerstejaars de faculteiten in staat al tijdens de introductie informatie te verstrekken, maar deelname moet vrijwillig blijven. 'De Campus vindt dat faculteiten de informatie die iedere eerstejaars moet opnemen of weten (ook) in de collegeperiode ter beschikking moet stellen.'
Voordeel
Gerard Fidder, voorzitter van de IK'95, heeft eveneens problemen met het voorstel van de CCO. 'Het voordeel van de verweven introductie is dat er dagen tussenzitten waarop je niet zelf iets organiseert. Zowel voor de IK-leden als voor de superactivisten is dat wel prettig. Het lijkt mij lastig vijf dagen achter elkaar de introductie te organiseren zonder pauze. Ik zie ook weinig reden voor verandering. Als je eerst de faculteitsintroductie organiseert en dan de campusintroductie zit je met de doegroepvorming, doe je het andersom dan zijn de eerstejaars nog steeds moe van de campusintroductie.'
Het College van Bestuur zal uiteindelijk uit moeten maken hoe de indeling van de introductie in 1996 wordt. De IK'95 stelt in haar evaluatieverslag dat het vorig jaar te lang duurde voordat dit bekend was. Ze adviseert de indeling vast te stellen vóór de IK aan de slag gaat.