TARt streeft er naar kunstprojecten bijvoorbeeld als case-studies in het technisch onderwijs op te nemen. Joop Doorman, hoogleraar filosofie aan de TU Delft, stelde in zijn lezing dat kunst in het universitair onderwijs wel degelijk een plek verdient. In een goed technisch ontwerp dienen een humanistisch, een ethish, een wetenschappelijk element en een esthetisch element van verwondering samen te gaan. In een prachtige lezing schetste Doorman de geschiedenis van wetenschap, kunst en techniek. In de antieke wereld stonden kunst en techniek in nauwe samenhang met elkaar. Kunst en techniek hadden weinig aanzien en stonden diametraal tegenover de verheven wetenschap. In de Renaissance werden kunst en wetenschap onder invloed van figuren als Leonardo da Vinci geleidelijk meer met elkaar verbonden, een trend die zich in de Verlichting doorzet. In de negentiende eeuw komt er een sterkere scheiding tussen vooruitstrevende wetenschap en techniek aan de ene en een nostalgische kunst aan de andere kant. Tegenwoordig zijn kunst en techniek nog steeds vrij sterk van elkaar afstaande werelden. Doorman hield een krachtig pleidooi voor een vernieuwde integratie van kunst in het technische ontwerpen.
In de forumdiscussie is rector Popma positief over de inbedding van kunstprojecten in het technisch onderwijs. Een breder opgeleide ingenieur, die zijn technische kennis niet alleen op het puur technische vlak opdoet en toepast, lijkt hem meer waard dan een techneut. En hoewel hij dat niet hardop zei, zou wat de 'financiering' van studenten betreft geput kunnen worden uit de pot studetn-assistenten. Ook Doorman beklaagt zich over de ontwerpers die alleen maar boven de tekentafel of achter de computer zitten. Volgens hem, en demonstraties van geslaagde TARt-projecten in het technische onderwijs steunen hem hierin, kun je wel degelijk aan de hand van kunstprojecten leren hoe verschillende niet-technische elementen in een technisch ontwerp gestalte kunnen krijgen.
Op de vraag wat voor kunstwerk rector Popma en AKI-direkteur Huismans in veertien dagen tijd, afgesloten van de wereld, zouden maken, geeft Huismans een antwoord dat de noodzaak benadrukt een andere manier van denken na te streven dan een puur technische. 'Eerst zouden we ons eens goed afvragen wat ons bezielt. We moeten niet meteen vanuit technische einddoelen denken.'