Miljoen gulden voor voor composieten

| Redactie

De Pionier-subsidie van het Onderzoeks Stimulerings Fonds (OSF) voor excellente onderzoekers gaat dit jaar naar prof.dr.ir. H. Verweij van de faculteit Chemische Technologie. De U-raad stemde dinsdag in de sectievergadering unaniem in met de voordracht van het College van Bestuur. Hoogleraar anorganische materiaalkunde Verweij krijgt de één miljoen gulden voor zijn onderzoeksvoorstel 'Ongestructureerde composieten met bijzondere eigenschappen'. Hij is na dr. W. Rutten (EL) de tweede OSF Pionier.

Verweij heeft een uitstekend plan ingediend dat bovendien uiterst helder is geschreven, vond de OSF-beoordelingscommissie op wiens advies de voordracht van het College is gebaseerd. De commissie acht het onderhavige vakgebied van groot belang voor de (chemische) industrie, terwijl het perspectief op lucratieve toepassingen groot is. Daarnaast past het plan prima in de actuele ontwikkelingen rond topinstituten, aldus de OSF-commissie.

In totaal zijn dit jaar tien Pionier-voorstellen ingediend. De kwaliteit was volgens de OSF-commissie in het algemeen goed, maar het ging niet in alle gevallen om echte OSF-voorstellen. Het OSF is bedoeld voor het stimuleren van veelbelovend experimenteel onderzoek dat anderszins moeilijk financierbaar is. Vorig jaar is voor de selectie een wisselende procedure ingevoerd waarbij het ene jaar een excellente onderzoeker, het andere jaar een voorstel uit de gammawetenschappen wordt geselecteerd.

Het gehonoreerde Pionier-programma van Verweij betreft de ontwikkeling van nieuwe composiet-materialen met mogelijk spectaculaire toepassingen. Composieten zijn mengsels van vaste verbindingen die door hun structuur bijzondere eigenschappen hebben. Ze zijn bijvoorbeeld extra sterk, zoals in het geval van een natuurlijke composiet als graniet, maar ook van uiteenlopende synthetische composieten als beton, rubber en vezelversterkte kunststof. Dit soort materialen wordt 'structurele' composieten genoemd.

Het Pionier-programma van Verweij draait met name om ongestructureerde 'functionele' composieten, materialen die uit zulke kleine, fijnverdeelde bestanddelen zijn opgebouwd dat ze bijzondere functionele eigenschappen krijgen. Tot nu toe was het maken van zulke ongestructureerde materialen extreem moeilijk. Inmiddels zijn onder meer vanuit de zgn. 'collodchemie' methoden beschikbaar waarmee de bestanddelen veel beter kunnen worden gemengd.

Met deze nieuwe bereidingstechnieken acht de CT-hoogleraar allerlei nuttige toepassingen haalbaar, zoals extreem slijtvaste materialen voor toepassing in turbines, pompen en motoren, materialen met een zeer hoge ladingscapaciteit voor elektronica en energieopslag, uiterst stabiele hoge-temperatuur materialen voor hittewerende lagen en elektrodes voor batterijen en brandstofcellen. Hij ziet volop kansen voor utilisatie.

Wanneer in de toekomst eenmaal meer ervaring is opgedaan met het bereiden van ongestructureerde composieten, komen volgens Verweij nog 'wildere ideeën' in beeld. Eén van die wilde ideeën is het maken van composieten voor uiterst compacte en snelle drie-dimensionale massageheugens voor telematica- en multimedia-toepassingen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.