Vis en zeewier als ontbijt

| Redactie

Lichtreclames op oude tempels en blikjes cola als offer. Hoogopgeleide intelligente vrouwen die als secretaresse prullenbakken moeten legen en voor medewerkers appeltjes schillen. Bij de studentenadministratie van de universiteit moet het collegegeld contant worden voldaan en wordt de transactie met een stempel in het grote boek bijgeschreven, terwijl op straat hypermoderne elektronische apparatuur voor dumpprijzen wordt verkocht.

Japan: het vreemdste land ter wereld, noemen Bas Vellekoop en Roger Bergs het. De twee TN'ers liepen drie maanden stage aan de Tohoku Universiteit in Sendai, een stad met één miljoen inwoners ten noorden van Tokyo. Bergs is inmiddels afgestudeerd en Vellekoop beklimt de laatste sporten van de UT-ladder. Voor Vellekoop was zijn verblijf in Japan vooral een experiment om te onderzoeken hoe hij zich 'in een vreemd land zou gedragen' en of het hem 'zou lukken vrienden te maken'. Studiegenoot Bergs vertelt dat hij 'best een beetje natuurkunde heeft geleerd, maar veel meer over Japan'.

De stage van Bergs en Vellekoop kwam tot stand dankzij persoonlijke contacten van hun afstudeerdocenten. Vellekoop heeft er de vakgroep op uitgezocht: 'In mijn speurtocht naar een geschikt afstudeeronderwerp kwam ik bij de vakgroep Transductietechniek en Materiaalkunde uit. Ik hoorde dat zij leuke stagemogelijkheden hadden en wilde graag naar Japan, vanwege het enorme cultuurverschil en de hoogwaardige techniek die daar wordt ontwikkeld.'

Bergs, die afstudeert bij de vakgroep Lage Temperaturen, had voor zichzelf bepaald dat hij 'zo ver mogelijk weg wilde' met zijn stage. Hij dacht aan de Verenigde Staten, maar een beurs voor Japan bleek sneller voor handen. 'Ik wilde gewoon wat anders zien.' Vellekoop: 'Een stage is een buitenkans, die je niet mag laten liggen. Als het in het buitenland een puinhoop blijkt, kun je gewoon terugkomen en afstuderen. Ik merk het nu ik een baan probeer te regelen in het buitenland. Dat is toch een stuk minder veilig.'

Emancipatie

Hoewel de TN'ers goede vrienden zijn, regelden ze onafhankelijk van elkaar hun buitenlandse verblijf. Vellekoop vertelt zelfs dat 'hij niet blij was toen hij hoorde dat Bergs ook in Sendai zou zijn'. Want: 'Ik ging naar de andere kant van de wereld om nieuwe dingen mee te maken en nieuwe mensen te ontmoeten. Eenmaal daar was het toch wel leuk om je ervaringen te kunnen delen.'

Beide studenten werkten drie maanden in een aan de Tohoku Universiteit gelieerd onderzoeksinstituut. Bergs stortte zich op supergeleidende laagjes en Vellekoop hield zich bezig met magnetische informatie-opslag. Zover mogelijk, want de communicatie werd door een flinke taalbarrière bemoeilijkt. 'De Japanners spreken bijna geen Engels. Ze kunnen het wel lezen en schrijven, maar de woordenschat is heel beperkt. Dat maakt het onderzoek doen er niet gemakkelijker op. Ik wist vaak niet wat ik moest doen. Dat betekent niet dat ik het niet naar mijn zin heb gehad. Ze waren ook zeker blij met mijn onderzoeksresultaten.'

Vellekoop had meer geluk op dit gebied. De secretaresse van het laboratorium waar hij werkte sprak twee westerse talen: Frans en Engels. 'Ze was goud waard voor de afdeling, al was daar weinig waardering voor. Ondanks haar kwaliteiten werd ze geacht appeltjes voor iedereen te schillen en ook het legen van de prullenbakken behoorde tot haar taak. Emancipatie staat niet hoog op hetlijstje in Japan.'

Wonen deden Bergs en Vellekoop respectievelijk in een internationaal studentencentrum en op de campus, in een speciaal deel met enkel en alleen buitenlanders. Het centrum werd voornamelijk bevolkt door Aziaten. Daarnaast verbleven er een paar westerlingen en een handjevol Japanners. Met die Japanners bouwde Bergs goede contacten op. 'Ik e-mail er nog steeds mee. Je bent als westerling vreselijk interessant', lacht hij. Vellekoop vult hem aan: 'Ja, en dat gaat je op een gegeven moment vreselijk tegenstaan.'

Toch had Vellekoop, buiten zijn werk om, nauwelijks contact met Japanners: 'Aanvankelijk wilde ik zo weinig mogelijk met westerlingen doen. Maar op de een of andere manier lukte dat niet. Ik heb geen idee waarom. De Aziaten op de campus integreerden nauwelijks. Bovendien wil je op een gegeven moment toch praten over je ervaringen. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat westerlingen met dikke beurzen naar Japan komen en de Aziaten op een houtje moeten bijten. Behalve zich te pletter studeren, moeten ze ook keihard werken.'

Restaurant

Een andere verklaring voor het gebrek aan integratie ligt volgens Bergs in het feit dat de Aziaten over het algemeen drie à vier jaar blijven, terwijl de westerlingen na een maand of vier alweer vertrekken: 'Wanneer je ergens maar kort bent, heb je toch de neiging meer naar je landgenoten te trekken. Je verblijf is te kort om werkelijk ingeburgerd te raken.'

Zelf koken deden de heren amper. Vellekoop had een eigen appartementje en wilde zich weleens bezondigen aan een omelet in de multifunctionele hapjespan, wat 'de verstandigste aankoop in maanden bleek'. Daarnaast ging hij regelmatig eten met twee collega's van het laboratorium: 'Ik vraag me nu nog weleens af wat ik ze heb aangedaan. Ik drong me op aan twee postdocs, die maar moeizaam Engels spraken.' Bergs at voornamelijk in restaurants: 'Aan de ene kant is Japan peperduur. Met een redelijke huur ben je toch twee keer zoveel geld kwijt dan in Nederland. Een appel, per stuk verpakt, kost in de supermarkt twee gulden en vijftig cent. Anderzijds betaal je voor een prima maaltijd in een restaurant slechts tien gulden. Let wel, je gaat er naar toe om te eten en niet voor de gezelligheid.'

Karaoke

De weekeinden gebruikten de heren om Japan beter te leren kennen. De hoogle

raar van Bergs nodigde de twee Nederlanders uit in zijn landhuis buiten de stad, waar ze eendensoep aten, getrokken van de eend die de docent eerder op de middag uit de lucht schoot. Tijdens feestdagen ondernamen de UT'ers uitstapjes naar historische steden en logeerden ze in gastgezinnen. Bergs: 'We verbleven bij een soort professionele gastgezinnen en we waren blij dat we met z'n tweeën waren, want alle aandacht ging naar ons uit. De kinderen werden uit hun slaapkamer verbannen naar de bezemkast om plaats te maken voor ons. 's Morgens stonden de zeewier, rijst en vis als ontbijt voor ons klaar.'

'We probeerden zoveel mogelijk mee te doen met de Japanse gewoonten en gebruiken', vervolgt Vellekoop. 'Een voorbeeld is de badcultuur, het weken in een klein diep badje met gloeiend heet water. Eerst ga je onder de douche om schoon te worden en vervolgens ontspannen in bad. Japanners zijn heel schoon en zien er keurig verzorgd uit.'

Uitgaan doe je in Japan met collega's, en wel zonder vrouwen, want die worden geacht thuis te blijven. 'De bar is gevestigd in een saai grijs flatgebouw waarvan je van tevoren niet had vermoed dat daar een uitgaansgelegenheid was. Je zit altijd aan een tafeltje en drinkt en eet de hele avond. Veel meer is het niet, maar het is wel gezellig', memoreert Vellekoop.

'Eenmaal dronken doen Japanners graag aan karaoke', vult Bergs aan. 'Niet zoals in Nederland waarje op een podium in een café staat en voor allekroeglopers zingt. Nee, je zit in een klein kamertje met je eigen gezelschap en je zingt voor elkaar. In een hele leuke karaoketenten hebben ze nog verkleedpakjes ook. Gelukkig ga je er pas heen als je dronken bent.'

Aanpassen was het sleutelwoord tijdens het verblijf in Japan. Vellekoop: 'Ik snap niet dat je het in een vreemd land naar je zin kunt hebben wanneer je zoveel mogelijk probeert te leven zoals je dat thuis doet. Het was waanzinnig. Ik kende niemand, maar heb toch binnen de kortste keren de leukste contacten opgedaan. Je moet je simpelweg aanpassen. Ik vind het leuk om met stokjes te eten en andere mensen krijgen er misschien alleen maar honger van.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.