Volgens voorlopige gegevens van de IB-groep groeit het aantal deeltijd-eerstejaars dit jaar met twaalf procent, tot 2100. Veel groter nog is het aantal ouderejaars studenten dat plotseling is overgestapt op deeltijd. In Utrecht stijgt daardoor het aantal deeltijdstudenten in één klap met veertig procent, naar 1186. In Nijmegen is er zelfs een groei van tachtig procent, tot 484 parttimers.
De nieuwe populariteit van deeltijdstudies komt niet helemaal als een verrassing. Het collegeld voor deze opleidingen is recent verlaagd; en ook de schrale studiefinanciering lijkt meer studenten weg te jagen bij de voltijdstudies. Bij de ouderejaars gaat het volgens een woordvoerder van de Utrechtse rechtenfaculteit - dit jaar van 316 naar 580 deeltijders - gaat het vooral om mensen van jaargang 1991 die hun vijf jaar beurs hebben opgebruikt. Voor hen is een voltijdstudie, met lening en hoog collegegeld, niet meer aantrekkelijk. 'In deeltijd hebben ze nog over alle faciliteiten, tegen een lager tarief'. En als ze slim zijn kunnen ze misschien zelfs een uitkering krijgen.
Niet bij alle universiteiten is de groei van het aantal deeltijders zo pectaculair. Zo heeft Rotterdam nog maar zeven deeltijd-eerstejaars meer geteld dan de 232 van vorig jaar. Aan de andere kant registreren de al jaren kwijnende deeltijd- opleidingen informatica in Leiden en Delft dit jaar een sterke groei.
Lang niet alle universitaire studies kennen overigens een deeltijdvariant. Ze zijn vooral te vinden bij rechten, sociale wetenschappen en (kunst-)geschiedenis. Utrecht, Leiden en de UvA zijn het meest actief op dit terrein. Ook het absolute aantal deeltijdstudenten is bescheiden; het zijn er zo'n dertienduizend, tegen meer dan 150 duizend voltijd-studenten. Maar in verhouding is de groei van dit jaar spectaculair.
Bij de Universiteit Utrecht maakt men zich intussen wel zorgen over het `calculerend inschrijfgedrag' van studenten. Zo is er ook een groep ouderejaars die zich om financiële redenen slechts voor een deel van het jaar inschrijft. Maar wie zich pas in januari meldt dreigt niet mee te tellen voor de bekostiging.
