TARt wil met dit symposium de aftrap geven voor een interfacultaire werkgroep die kunstprojecten binnen het technisch onderwijs gaat realiseren. Hierbij zijn docenten van diverse faculteiten, de Hogeschool en de AKI betrokken.
Bart van Haaster, al meer dan vier jaar lang student-bestuurslid van TARt, denkt dat er heel veel mogelijkheden zijn om interessante kunstprojecten te realiseren binnen het onderwijs. 'Het opdoen en toepassen van kennis gebeurt nu veelal in standaard-cases. Meewerken in een kunstproject is een heel andere ervaring en kennis wordt op een ongebruikelijke, maar stimulerende en creatieve manier opgedaan en toegepast.' Van Haaster, die zich in zijn studie WWTS bezighoudt met kunst en techniek, wijst er op dat de Grieken het onderscheid tussen kunst en techniek niet kenden en er een en hetzelfde woord voor gebruikten (technè).
Stichting TARt houdt zich al tien jaar bezig met het interferentiegebied tussen kunst, wetenschap en techniek. In het verleden heeft zij dit met succes gedaan door het organiseren van grootschalige festivals, kleinere manifestaties en interessante symposia. Oorspronkelijk is TARt begonnen als samenwerkingsverband tussen de AKI en de UT. Door de komst van de AKI naar de campus en de oprichting van een interfacultaire werkgroep moet dit een structureel karakter moet krijgen.
Van Haaster staat een universiteit naar Amerikaans model voor ogen, waar kunst een veel belangrijker plaats inneemt dan op Nederlandse universiteiten. 'In de VS is het heel normaal dat kunst een plek heeft binnen het reguliere technische onderwijs en niet slechts aan kunstacademies wordt onderwezen. Aan het MIT bijvoorbeeld, een van de meest gerenommeerde technische universiteiten, is een heel aantal artists in residence verbonden. Het zou fantastisch zijn voor de UT als wij aan kunstprojecten ook zo'n plaats zouden kunnen geven. Naast de campus onderscheidt de UT zich dan tevens door haar aandacht voor kunst.'
Tijdens het symposium houdt de filosoof Doorman een inleiding, waarna een aantal succesvolle projecten van kunst en techniek in het onderwijs worden toegelicht. Tevens is er een demonstratie van enkele 'techno-kunstwerken' in het WB-gebouw. In een forumdiscussie gaan Doorman, Popma (rector UT), Huismans (directeur AKI), Van der Hoogt (voorzitter TARt), Ruijter (directeur OC) en Wynant (als student betrokken geweest bij een TARt-project) met elkaar en met de zaal in debat.
De primaire doelstelling van het symposium is kunstprojecten een plaats te geven binnen het technische onderwijs op de UT. Studenten van een voor het project geschikt vak zouden facultatief aan de totstandkoming van een kunstwerk kunnen meewerken. Maar ook de niet technische faculteiten en de Hogeschool Enschede kunnen in de totstandkoming van projecten betrokken worden. Ook kunstenaars van buiten de AKI, de UT en de Hogeschool mogen participeren. 'Maar het onderwijs staat centraal,' benadrukt Van Haaster. 'Iedere kunstenaar mag een verzoek indienen, maar moet dan ook bereid zijn aan een onderwijsactiviteit mee te doen, door bijvoorbeeld een college te verzorgen en met een aantal bereidwillige studenten intensief samen te werken.'
Om kunstenaars en technici direct met elkaar in contact te laten treden heeft TARt bovendien een internet-site gemaakt. 'TARt online' bestaat uit onder meer een virtuele galerie en een virtueel atelier. Bedoeling is dat het een zelfwerkzaam medium wordt.
Naast het symposium, de Internet-site en de kunstwerken in het WB-gebouw is er maandag 25 november tussen de middag een Broodje TARt, waarin Kasper Janse van het Pianola Museum het technische muziekinstrument bij uitstek zal bespelen en hier ook een en ander over vertelt.
TARt-symposium 'Te mooi om waar te zijn? Over het inbedden van kunst in het technisch onderwijs', woensdag 20 november van 13.30 - 17.30 uur in het Amphitheater van de Vrijhof. Opgave bij het Cultuurcentrum (4894400). Toegang gratis.