Nooit meer klagen

| Redactie

Het UTnet is eigenlijk het slachtoffer van zijn eigen succes. Het actieve gebruik dat UT-ers van het netwerk maken, heeft geresulteerd in een overbelast systeem en stapels klachten op het bordje van de netwerkbeheerder, het Centrum voor Informatievoorziening (CIV). In de enkele maanden geleden verschenen nota 'UTnet2' presenteerde het CIV echter moderniseringsplannen die aan het eeuwige klagen over het net een eind moeten maken.

Klachten over het UTnet en CIV zijn voor wie weleens in de UT-nieuwsgroepen snuffelt een welbekend verschijnsel. Klagen hoort, zeker voor studenten, tot de lokale net-folklore: de mailserver is vaak onbereikbaar, de toegang tot WWW is regelmatig geblokkeerd, de capaciteit van de newsserver is te klein, het CIV geeft buiten kantoortijd bij netwerkproblemen niet thuis. Al kost het maar 15 piek per maand, zeggen critici, toch moet het werken. Wie zou accepteren dat zijn kabelaansluiting zo vaak defect was?

De oorzaak van de netwerkconstipatie is wel duidelijk: het aantal aangesloten computers, en de intensiviteit waarmee die worden gebruikt, zijn veel groter dan men in 1988 bij de aanleg van UTnet voorzag. Daardoor is de 'backbone' die de verschillende delen van het net met elkaar verbindt, overbelast en de toegangspoort van het UTnet tot SURFnet/WWW te nauw. In het algemeen is de 'hardware' van het net inmiddels verouderd.

Toen een half jaar geleden de nota UTnet2 verscheen waren de problemen zelfs acuut geworden. Het CIV moest in februari - vooruitlopend op UTnet2 - een nieuwe krachtige 'router' aanschaffen om de ergste verstoppingen van het net te verhelpen. 'Dat was geen duur noodverband, maar meteen al een investering in de eindoplossing', zegt CIV-directeur T. Koppen.

Die eindoplossing is een ingrijpende modernisering van het net, niet alleen om traagheid en andere storingen te verhelpen, maar ook om op nieuwe technische ontwikkelingen in te spelen, zoals de opkomst van de 'multimediale werkplek' met complete integratie van data, spraak en video. De verbeteringen zullen stapsgewijs en niet overal in hetzelfde tempo worden ingevoerd, waarbij eerst naar de grootste knelpunten wordt gekeken.

De eerste fase is het 'opwaarderen' van de zogeheten 'actieve componenten'. Dat betekent concreet de aanschaf van een nieuwe 'router', het opknippen van het net in kleinere segmenten, het afsluiten van de backbone tussen gebouwen en CIV voor lokaal netwerkverkeer, en het situeren van 'fileservers' dichtbij de gebruikers. Het CIV wil de capaciteit van de backbone verder opwaarderen van Ethernet (10 Megabit per seconde) tot Fast Ethernet (100 Megabit per seconde), en de toegangspoort naar Surfnet/WWW verruimen.

Daarna volgt de opwaardering van de 'passieve componenten' (ofwel de bekabeling). Hierbij gaat het om de vervanging van de verouderde 'lusvormige coax-kabel' tussen de werkplek-aansluitingen en het net door 'stervormige UTP-kabel', het vervangen van de verticale bekabeling in gebouwen door glasvezel en het plaatsen van 'wire centers' op elke verdieping.

De finale stap behelst het opwaarderen van basisaansluitingen tot geavanceerde voorzieningen waar dat nodig en gewenst is. Daarbij moet gedacht worden aan nog kleinere segmenten, nog snellere schakelkasten en het opkrikken van de backbone van Fast Ethernet tot ATM, de techniek waarmee nog grotere bandbreedtes mogelijk worden. Aan faculteiten of diensten die daarvoor willen betalen kan ATM ook eerder worden aangeboden.

Volgens UTnet2-coördinator G. Meijerink (CIV) is ATM in principe de ideale netwerktechniek. 'Bij Ethernet zit iedereen als het ware op de snelweg in de file, bij ATM heb je carpoolstroken en vrije busbanen ter beschikking, bijvoorbeeld voor een gereserveerde videoverbinding.' Toch is invoering van ATM op dit moment onverantwoord, vindt hij. 'Fast Ethernet is nog steedsgoedkoper. ATM is verder onvoldoende gestandaardiseerd. De techniek is gewoon nog niet rijp voor succesvolle implementatie tegen aanvaardbare kosten. Andere universiteiten kregen ATM niet aan de praat!'

Qua investeringen is met UTnet2 volgens de nota tot en met 1999 twaalf miljoen gulden gemoeid. De deels door te berekenen exploitatiekosten belopen daarnaast zes miljoen per jaar. Het CIV stelt een nieuwe bekostigingssystematiek voor waarbij men actieve en passieve componenten en basis- en geavanceerde voorzieningen loskoppelt. Doorberekening zou dan moeten plaatsvinden op basis van het aantal netwerkaansluitingen of de gebouwgrootte in vierkante meters (nu gebeurt dat via een omslagstelsel).

De modernisering blijft een dure grap, beaamt Koppen: 'Netwerken zijn krankzinnig duur. En dat wordt steeds erger, daar hoeven we geen verstoppertje over te spelen. We hebben de kosten echter zoveel mogelijk beperkt door kwaliteit naar behoefte te leveren: een goede basisvoorziening voor iedereen of geavanceerde voorzieningen voor wie daarvoor wil betalen.'

De reacties op de nota waren gemengd. Hoewel veel faculteiten en diensten de heldere leesbaarheid van de nota en de moderniseringsplannen prezen, was er ook kritiek. De kern daarvan is dat het CIV de faculteiten onvoldoende heeft geconsulteerd, en men aanhikt tegen de financiering. Die kritiek kwam onder meer in de Centrale Commissie Planning (CCP) naar voren.

College van Bestuur en U-raad hebben de nota in juni toch in grote lijnen goedgekeurd. Wel stelde de U-raad dat het CIV opnieuw met de faculteiten over de technische opzet van UTnet2 moet gaan praten, en met die faculteiten goede afspraken moet maken over het beheer van de actieve componenten (zij het dat het CIV eindverantwoordelijke blijft).

Afgesproken is ook dat er voor de bekostiging van de passieve componenten een 'financieel gewenningstraject' komt voor faculteiten en diensten. Dat traject heeft het CvB 19 september vastgesteld. Uit diverse potjes reserveert het College er tot 1999 zo'n 1,75 miljoen voor. De rest van de bekostiging gebeurt structureel via doorberekening op basis van het aantal m2 per beheerseenheid - niet op basis van het aantal aansluitingen - aangezien het volgens het CvB om gebouw-gebonden voorzieningen gaat.

Het College legt zijn besluit in november aan de U-raad voor nadat de CCP er advies over heeft gegeven, meldt portefeuillehouder F. Schutte. Verder heeft het CvB besloten dat UTnet2 inderdaad gefaseerd zal worden ingevoerd, het CIV het beheer van het netwerk tot aan de werkplek zal doen, het CIV 'servicelevel-overeenkomsten' met faculteiten en diensten zal aangaan, en het CIV beter met hen zal overleggen. Ook moeten een UTnet2-stuurgroep en projectgroepen worden opgericht.

Een rondje langs de faculteiten wijst uit dat deze graag alsnog willen meepraten. Zo wil WB-faculteitsdirecteur J. van Jonbergen voor zijn gebouw liefst direct ATM. Ook wil hij meer invloed op het netwerkbeheer. Binnenkort gaat hij hierover (en over de kosten) met het CIV in gesprek. In dat licht noemt Van Jonbergen het 'uiterst prematuur' dat het CvB over financiering en netwerkbeheer al knopen heeft doorgehakt.

Faculteiten als TW, TO en BSK vinden vooral dat UTnet2 hen op hoge kosten jaagt. BSK-faculteitsdirecteur W. Rijkeboer: 'Die aangekondigde geavanceerde voorzieningen zijn volledig afgestemd op de technische faculteiten. Als maatschappijwetenschappelijke faculteit worden we gewoon in het kielzog meegezogen. Hoewel wij die prachtige infrastructuur voorlopig niet intensief zullen gebruiken, moeten we ook aan de basisvoorziening meebetalen: 500 gulden per aansluiting per jaar. We zeggen daarom tegen het CvB: of onze financiering omhoog, of de gebruiker moet betalen.'

Voor CAMPUSnet heeft UTnet2 in technische zin weinig consequenties, laat voorzitter W. Opmeer namens de vereniging Studenten Net Twente (SNT) weten. 'CAMPUSnet is indertijd al zo aangelegd als men UTnet nu wil maken.' Wel relevant voor studentgebruikers zal volgens Opmeer de in de nota aangekondigde verbetering van het netwerkmanagement zijn, met name de reorganisatie van de CIV-netwerkgroep, die het net beheert. Meer personeel, duidelijke verantwoordelijkheden, betere afspraken over service. 'Beter netwerkmanagement kan voorkomen dat een mailserver er uren uitligt.'

Inmiddels zijn de eerste effecten van UTnet2 merkbaar. Sinds de komst van de nieuwe router is het aantal klachten over traagheid van het net afgenomen. De belasting van het net is verminderd en de bereikbaarheid van de centrale servers verbeterd door de inmiddels voltooide segmentering van de EL/TN- en WB-gebouwen. 'Een defecte EL/TN-server of massale computerspelletjes Doom bij WB kunnen dus nooit meer het hele UTnet platleggen', zegt Koppen. Ook is de toegang tot SURFnet/WWW sneller geworden.

Andere klachten zullen blijven bestaan, laten Koppen en Meijerink weten. Er kan altijd onvoorzien iets misgaan, zoals in augustus toen de gloednieuwe router een heel weekeinde uitviel. En over 'news' zullen mensen voorlopig kunnen blijven klagen. 'Er zijn zoveel nieuwsgroepen op Internet dat we wegens de beperkte ruimte op de newsserver een keuze moeten maken. Er is geen geld voor een extra server.' Ook de beperkte netwerkservice aan gebruikers buiten kantooruren is vooral een centenkwestie.

Toch moeten we aan het eeuwig geklaag ook niet al te veel waarde hechten, vindt Koppen. Elke klacht krijgt enorme 'over-exposure' in de nieuwsgroepen op het net. 'Er is altijd een groep studenten die lekker gaat zitten meejennen richting CIV. Dat is die cultus van het flamen: elkaar met inzet van maximale verbale begaafdheid voor rotte vis uitschelden.'

Dat is het lot van een dienstverlenende instelling, zeggen Koppen en Meijerink. Zij beseffen dat de klachten niet zullen ophouden als UTnet2 af is: 'Aan de UT lopen nu eenmaal massa's techneuten rond die systematisch op zoek blijven naar de grenzen van een netwerk.'

Verklarende woordenlijst:

- actieve componenten: elektronische apparatuur om het netwerkverkeer mee in goede banen te leiden, zoals routers en switches;

- ATM (Asynchronous Transfer Mode): een basistechnologie voor het snel en efficiënt transporteren van datapakketjes door een netwerk;

- backbone: kabelverbinding tussen de andere UT-gebouwen en het CIV; binnen de netwerkhiërarchie een hogesnelheidsverbinding waarop netwerken van kleinere omvang of met lagere snelheid zijn aangesloten;

- bandbreedte: transportcapaciteit, uitgedrukt in bits per seconde (hoe groter de bandbreedte, hoe sneller de verbinding);

- coax-kabel: kabel met twee stroomgeleiders, waarbij de ene de andere omvat;

- Ethernet: standaard-netwerktechniek met een bandbreedte van 10 Megabit per seconde;

- Fast Ethernet: Ethernetverbinding met een bandbreedte van 100 Megabit per seconde, vereist UTP-bekabeling en kleinere netwerksegmenten;

- fileserver: computer binnen netwerk waar bestanden op staan die via speciaal file transfer-protocol (FTP) kunnen worden opgehaald;

- horizontale bekabeling: bekabeling op een verdieping;

- HUB: schakelapparatuur die de kern vormt van een stervormig netwerk;

- Internet: wereldwijd netwerk van gekoppelde wetenschappelijke en commerciële datanetwerken;

- Intranet: Internet binnen een organisatie;

- IP: Internet Protocol, standaardtechniek voor dataverkeer over Internet;

- IP-verkeer: netwerkverkeer op basis van het Internet Protocol;

- nameserver: computer met software die bij een netwerknaam het juiste Internetadres (in de vorm van een nummer) zoekt;

- passieve componenten: bekabeling van een computernetwerk;

- router: computer die dataverkeer binnen netwerk regelt, controleert afzender bericht, zoekt ontvanger en verzorgt snelste route;

- segmentering: verdeling van een netwerk in subnetwerken om ongewenst meeluisteren en storen te voorkomen;

- server: computer of software die andere computers binnen een netwerk een specifieke dienst verschaft, zoals WWW-software, mail of news;

- SURFnet: het computernetwerk van de Samenwerkingsorganisatie Universitaire Rekenfaciliteiten (SURF), waarbij alle Nederlandse universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen zijn aangesloten;

- twisted pair kabel: kabel van twee of meer vervlochten en geïsoleerde koperdraden;

- UTP (Unshielded Twisted Pair): gecombineerde bekabeling voor zowel spraak als dataverkeer;

- verticale bekabeling: bekabeling tussen verdiepingen;

- wire center: kast waarin de bekabeling samenkomt met schakelapparatuur (HUB), per verdieping of per gebouw;

- WWW (World Wide Web): manier om tekst en grafische informatie via Internet aan gebruikers ter beschikking te stellen.

Bron: Nota UTNet2

Computerpracticumzaal (WB)
Computerpracticumzaal (WB)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.