Wat Veltman voor ogen heeft is een kruisbestuiving. UT-studenten die 'misschien wel in deeltijd aan de kunstacademie gaan studeren' en de AKI, die gebruik maakt van de faciliteiten van de UT. AKI-directeur Sipke Huismans: 'Wij hebben een zeer actieve afdeling multimedia: video, film, geluid en computerkunst, dus we kunnen best iets samen doen. Kunst en techniek zijn niet meer te scheiden. De kunstenaar maakt tegenwoordig van zoveel techniek gebruik, dat hij verworden is tot een techneut.'
Binnen de UT is voldoende ruimte voor dit initiatief, vindt Veltman. Zo kan de AKI gebruik maken van de faciliteiten van het TO-lab. Immers, 'ze hebben daar nou niet direct te kampen met een overschot aan studenten'. Voor Huismans is het TO-lab een nieuwigheid: 'Ah, een luilekkerland waar wij het bestaan nog niet van weten.' Een ander voorbeeld is de opleiding Civiele Technologie & Management. Veltman: 'Daar hebben ze zeker behoefte aan enig kunstzinnig inzicht. Ze zitten dan wel in de civiel-technische hoek, maar wat ze ontwerpen moet er toch een beetje aardig uitzien. Kijk maar naar wat er na de oorlog is gebouwd. Daar komt steeds meer architectuur bij kijken.'
De AKI heeft bovendien behoefte aan 'volwassen filosofie-onderwijs'. Dat is, aldus Veltman, aan de UT 'met dozen te verkrijgen' en 'het is nog heel goed ook'. Verder hoopt de collegevoorzitter de kunstbeleving van de UT-medewerkers 'een beetje op te krikken'. Veltman: 'Er komt een lichtkrant, maar vraag me niet hoeveel moeite dat heeft gekost. Ze wilden liever een ruiterstandbeeld.'
Bondgenoot
Voor de AKI betekent de verhuizing naar het UT-terrein tevens dat ze er een bondgenoot bij heeft gekregen in de strijd tegen de teruglopende studentenaantallen. Als de daling in de studentenaantallen doorzet, dreigt de AKI binnen enkele jaren onder de wettelijke bestaansgrens te komen. De AKI pleit daarom sinds enige tijd bij het ministerie voor een 'status aparte'. Hiervoor hebben Huismans en Veltman gezamenlijk een brief gestuurd aan de staatssecretaris. 'De staatssecretaris heeft onlangs aangegeven dat het aantal kunststudenten, in het bijzonder in het beeldende kunst-onderwijs, omlaag moet. Ook pleitte hij voor samenwerking met universiteiten. Eigenlijk lopen we daar nu gewoon op vooruit', zegt Huismans.
Veltman: 'Het zou best kunnen zijn dat de AKI door de koppeling met de universiteit aantrekkelijker wordt voor potentiële studenten. Naar de minister toe geven we met ons gezamenlijke verzoek aan dat onze samenwerking serieus is. Het is niet zomaar een kortstondige gril.'
Tenslotte werken de UT en de AKI al geruime tijd samen in de stichting TART (techniek en kunst). Veltman ziet de koppeling tussen kunst en techniek als een onderdeel van de academische vorming. Net zoals Studium Generale dat is. De komst van de AKI naar de UT betekent dat de banden nog strakker kunnen worden aangehaald. 'Onderzoek is een instrument om te zorgen dat je als student een academische attitude krijgt. Dat wordt echter snel eenzijdig en voor je het weet ben je verslingerd aan de wetenschap', vindt Veltman. Dat is voor 10 procent van de studenten voldoende, maar voor de rest is dat een te smalle basis. Zij hebben behoefte aan een bredere academische vorming. Zijmoeten leren zich te verweren tegen studenten die schreeuwen en ongelijk hebben. Met kunst bezig zijn kan daarbij prima helpen.'
