Het simulatiespel draaide om de technische bedrijfsvoering van een fictieve producent van v-snaarschijven, vertelt coördinator N. Gademann. Zijn vakgroep Produktie- en Operationeel Management deed samen met de vakgroep Produktie en Ontwerptechniek de organisatie van het project, waaraan twaalf groepen van zo'n acht studenten (totaal 93 deelnemers) meededen. Zij konden met het 17 weken lopende project tien studiepunten verdienen.
Het project is niet alleen vanwege de vorm van een simulatiespel een novum voor WB. Met het project is het WB-projectonderwijs nu ook voor het eerst doorgevoerd in het tweedejaarscurriculum. Het WB-projectonderwijs beoogt zoals bekend een intensieve integratie van theorie en praktijk.
Gademann: 'De studenten moeten in het spel zowel de logistieke als de technische kant van het produktieproces managen. Dat betekent dus inkoop- en produktieplanning, voorraadbeheersing en financiële administratie, maar daarnaast ook werkvoorbereiding: de studenten moeten steeds bekijken welke bewerkingen op welke machines voor de produktie nodig zijn. Afhankelijk van de beslissingen die de studenten nemen, gaat het spel voort.'
Voorop staat de wisselwerking tussen technische aspecten van de bedrijfsvoering en de logistieke besturing, aldus Gademann. 'Meer dan bij andere projecten draait het spel om overzicht en het nemen van de juiste beslissingen. De studenten moeten zelf prijzen vaststellen en orders binnenhalen, en worden daarbij met chaotische toestanden en tijdnood geconfronteerd. Echt een kennismaking dus met de praktijk van bedrijfsvoering.'
De selectie van het winnende team kwam op passende wijze tot stand. De verschillende bedrijven stonden genoteerd aan de 'Twentse effectenbeurs', en de financiële 'resultaten' werden tijdens het spel nauwkeurig bijgehouden. De groep wiens bedrijf aan het eind van het project de hoogste 'beurskoers' bezat, was winnaar. En zo kon de Novo-groep maandag na een multiple choicetoets de speciaal gefabriceerde trofee in ontvangst nemen: een doorgezaagde, blauw gespoten v-snaarschijf op een houten voet. Het echte afsluitende projecttentamen vindt ook deze week plaats.
Gademann noemt het project een succes. 'Het is een heel verschil met normaal onderwijs: je hebt veel meer discussie en commentaar. De studenten hebben er veel van geleerd, meer misschien nog dan ze zelf denken.' Ook voor de bedenkers en de docenten was het een nuttige ervaring.
Het onderwijsconcept is volgens Gademann nog volop in ontwikkeling, en er zal in de toekomst op een aantal punten nog wel het een en ander aan gesleuteld worden. Zo bleek de studiebelasting voor de studenten nogal hoog. Ook de docenten werden flink belast, want de ontwikkeling, organisatie en begeleiding van een nieuwe onderwijsvorm vergt nogal wat.
Volgens Gademann is het project is erg arbeidsintensief gebleken. 'Drie mensen zijn er full-time voor in touw geweest, en acht groepsbegeleiders waren er een dag in de week mee kwijt. Dat is veel begeleiding voor 93 tweedejaars. We moeten bekijken of dat een aanloopverschijnsel is of iets structureels', aldus Gademann. 'De waarde van de onderwijsvorm staat buiten kijf, maar of het op deze manier betaalbaar blijft is de vraag.'
