'Doel wordt niet gediend'

| Redactie

Een aantal studenten voelt zich door de huidige fracties in de Raad voor de Campusvoorzieningen (RCV) in de steek gelaten en bedrogen, zo staat te lezen in het UT-nieuws van donderdag 26 maart 1996. De partijen die nu in de RCV zitten zouden wellicht weinig kandidaten op hun kieslijsten willen zetten zodat het niet nodig is verkiezingen uit te schrijven. Campus OPen (COP) wil verkiezingen afdwinge

Een aantal studenten voelt zich door de huidige fracties in de Raad voor de Campusvoorzieningen (RCV) in de steek gelaten en bedrogen, zo staat te lezen in het UT-nieuws van donderdag 26 maart 1996. De partijen die nu in de RCV zitten zouden wellicht weinig kandidaten op hun kieslijsten willen zetten zodat het niet nodig is verkiezingen uit te schrijven. Campus OPen (COP) wil verkiezingen afdwingen om het democratisch gehalte in het bestuur van de Campus te houden.

De huidige partijen in de RCV kiezen niet voor niets een andere weg. Binnen de RCV wordt al sinds augustus breed gediscussieerd over de bestuursstructuur van de Campus. Deze discussie is niet ontstaan omdat er directe onvrede was met het huidige model, maar omdat de Campus streeft naar een zo goed mogelijk bestuur, dat de beste voorwaarden voor een goed functionerende Campus kan bewerkstelligen. Deze discussie wordt in alle openheid gevoerd en niet, zoals Van Soest in het UT-nieuws beweert, binnenskamers. Vergaderingen van de RCV zijn openbaar en er wordt overleg gevoerd met CvB en UR.

Naast het feit dat de RCV en het Campuscollege vanuit zichzelf willen nadenken over de beste bestuurlijke structuur zijn er de ontwikkelingen in het kader van de Modernisering Universitaire Bestuursstructuur (MUB). Doordat binnen de Campus de discussie reeds gaande was heeft de Campus een voorsprong in de discussie over de MUB. De fracties in de huidige RCV realiseren zich dat en willen deze voorsprong uitbuiten om een optimale bestuursstructuur te ontwerpen. Het is daarbij niet juist om te stellen dat de partijen hun achterban verloochenen: de partijen zijn democratisch gekozen en net als in de politiek gebruikelijk is, koppelen de fracties regelmatig terug naar hun leden.

In dat licht valt het op dat de mensen die COP vormen vrijwel allemaal oud- RCV-leden zijn en dus ook lid van één van de Campuspartijen. Binnen die partijen kwam het ontstaan van COP toch min of meer als een verrassing. De COP-mensen konden binnen die partijen meediscussiëren maar hebben niet van zich laten horen en derhalve niet geprobeerd invloed uit te oefenen op het door de fracties in de RCV gevoerde beleid.

Het enkele feit dat een paar leden van de UR en enkele oud-leden van CaBaal en de Alliantie zich verenigd hebben in COP betekent zeker nog niet dat deze nieuwe partij `een zeer brede achterban' heeft. De kiezers interesseren zich maar zeer matig voor de RCV-verkiezingen: er was slechts een opkomst van 22% bij de laatste verkiezingen. Bovendien is de bestuursstructuur van de Campus onder studenten of personeel nou niet bepaald een hot-item.

In het UT-nieuws zegt Van Soest dat de RCV in een nieuwe universitaire bestuursstructuur waarin de UR geen bevoegdheden meer heeft niet noodzakelijk zijn bevoegdheden hoeft te verliezen. Het College van Bestuur kan wellicht de bevoegdheden ten aanzien van de Campus delegeren aan een democratisch gekozen bestuursorgaan. Het zou `een sterk staaltje fatalistisch denken' zijn om te stellen dat dit a priori niet gebeurt. Van Soest en COP getuigen hier van verregaande naïviteit. Het College van Bestuur zal geen bevoegdheden afstaan aan een orgaan dat het niet zelf kan benoemen en ontslaan. Een delegatie aan een gekozen orgaan, waarvan de samenstelling dus niet door het CvB bepaald wordt, is zeer onwaarschijnlijk. De praktijk heeft dit reeds uitgewezen: het CvB heeft de bevoegdheden ten aanzien van de Restauratieve Voorzieningen niet aan de RCV willen geven, maar wel aan het Campuscollege, om precies de bovenstaande reden.

De huidige RCV kiest de koninklijke weg naar een nieuwe bestuursstructuur en houdt daarbij niet omwille van het principe vast aan democratie. Dit betekent niet dat studenten geen invloed meer in het bestuur van de Campus hebben, ze worden echter niet meer per definitie gekozen door medestudenten. Dit getuigt van een realistische houding waarbij het doel, een zo goed mogelijke Campus, steeds in het oog wordt gehouden. COP wil democratie om het principe, iets wat op landelijk niveau uitstekend te verdedigen valt, maar niet op Campus- ofuniversitair niveau. Inhoudelijk gaat COP niet verder dan dat. De UT moet toe naar integraal management, waarbij bestuur en beheer in één orgaan geconcentreerd is. Integraal management en de RCV gaan niet samen.

Het echte doel van een bestuur, de beste Campus, wordt met Campus OPen niet gediend. Studenteninvloed via verenigingen en sectorale koepels (Sportraad en Apollo) heeft al enige tijd meer zin dan relatief gekunsteld studentenzelfbestuur in politieke zin. In de hele Campusorganisatie wordt studenteninvloed in het dagelijks bestuur (Campuscollege, 2 van de 3 leden zijn student) wel serieus genomen. De huidige RCV realiseert zich dat tenminste en kiest ervoor het proces van veranderingen op Campusniveau zo soepel mogelijk te laten verlopen. Een nieuwe politieke partij met als enig punt een gekozen bestuur zal de overgang naar de MUB voor de Campus in belangrijke mate frustreren. Het resultaat zou heel goed kunnen zijn dat het CvB er voor kiest het gehele bestuur over de Campus zelf uit te voeren in plaats van bevoegdheden naar een dagelijks bestuur op de Campus te delegeren. De MUB komt er, laten we dat niet ontkennen. Campus OPen doet voor de Campus het boek echter dicht.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.