Vanuit dezelfde christelijke levensovertuiging, en waarschijnlijk ook vanuit dezelfde onbeholpenheid, heb ik bij de laatste Kamerverkiezingen mijn stem uitgebracht op het CDA. Ik dacht dat die C voor Christen stond, maar dat bleek een vergissing. Het CDA verhoudt zich tot het christendom zoals de Farizeeën zich verhielden tot de Zoon van God. Iedereen die z'n christenplicht probeert te vervullen wordt subiet door het CDA met de wet om de oren geslagen. In het drugsdebat heeft het CDA reeds spionnen uitgezonden om de Messias op het roken van een jointje te betrappen. Die timmermanszoon uit Nazareth moet niet denken dat hij straffeloos op de stoel van de staat kan gaan zitten.
Nu ben ik een tamelijk tolerante christen. Ik respecteer dat er politieke partijen zijn voor wie het Woord van God geen leidraad is, zelfs dat er partijen zijn die doen wat God verbiedt. Maar als mijn partij zich zo gedraagt dan heb ik daar toch problemen mee. Dan voel ik mij verantwoordelijk - medeplichtig aan inhumaan gedrag. Om het goed te maken grijp ik dan maar weer naar m'n chequeboek. De afgelopen jaren heb ik menig persoonlijk dankbriefje van Jacques de Milliano mogen ontvangen. Hij moest eens weten waar hij al die vrijgevigheid aan te danken heeft!
Jacques de Milliano, oprichter van Artsen zonder Grenzen, staat op de nieuwe kandidatenlijst van het CDA. In een interview bekritiseert hij de partij precies op die punten die mij de jongste zittingsperiode ook hebben verbijsterd. Maar De Milliano denkt de partij van binnen uit te kunnen bekeren. Op zichzelf een mooi gebaar; Jezus begaf zich ook onder de zondaars. En ik ben De Milliano nog nooit afvallig geweest, dus ik zal dat ook bij de komende verkiezingen niet zijn. Maar toch ben ik oprecht bevreesd dat mijn held in deze poel des verderfs geen stand zal weten te houden. Dat ik bij het eerste het beste Kameroptreden van het nieuwe CDA teleurgestelder dan ooit weer naar m'n chequeboek zal grijpen. Ik ben benieuwd wiens naam er dan onder het bedankbriefje zal staan.