De kleindochter van Mahler was tevreden

| Redactie

De muziek zit nog in hun hoofd en hun handen spelen nog bijna gedachteloos de noten. Een maand lang leidden Renske Beetstra (Chemische Technologie) en Judith Dekkers (Toegepaste Wiskunde) een zwervend bestaan van concertpodium naar concertpodium: repeteren, optreden en daarna feest. Dag in, dag uit. Ze maakten deel uit van het Nederlands Studenten Orkest (NSO), dat in januari langs negen Nederlandse steden toerde.

Ambities om hun leven totaal aan de muziek te wijden hebben de twee studenten niet: 'Ik heb nooit het verlangen gehad verder te gaan in de muziek. Er zijn best veel harpisten, die strijden om slechts enkele orkestplaatsen. Je moet bijzonder goed zijn om in aanmerking te komen en dat ben ik niet. Toegegeven, als ik meer zou studeren, zou ik natuurlijk beter spelen, maar tot de Nederlandse top zou ik nooit behoren', aldus Beetstra.

'Op deze manier is het makkelijk om het als hobby te blijven zien. Het is nu niet zo dat wanneer je niet studeert, je ook niets meer kan. De droom om eerste viool te spelen is bovendien niet aan mij besteed. Daar ben ik op het podium veel te zenuwachtig voor', vult Dekkers aan.

Hoewel het niveau van de beide dames niet mag worden onderschat. De artistieke kwaliteit van het NSO is volgens de landelijke pers vergelijkbaar met die van de professionele regionale symfonie-orkesten. Dat niveau wordt niet alleen bereikt dankzij het talent van de 110 orkestleden. Ook de repetities in het Noord-Hollandse dorp Bergen dragen hun steentje bij.

Piccolo

Beetstra en Dekkers begonnen hun muzikale carrière als kinderen. Dekkers speelt vanaf haar zevende jaar viool. Daarvoor pielde ze wat op een blokfluit. 'Ik wist al heel vroeg dat ik viool wilde leren spelen. Als ik viool op de radio hoorde zei ik altijd, zo klein als ik was, dat ik dat instrument wilde hebben', aldus Dekkers. 'Over het algemeen oefen ik weinig, maar speel ik veel. Ik maak deel uit van verschillende clubjes en kwartetten. Door spelen leer je het ook het beste, vind ik.'

Beetstra begon met algemene muzikale vorming op de muziekschool. Toen ze de harp hoorde, was ze verkocht. Het enige nadeel van haar keuze vindt ze het formaat van haar instrument. Met een beetje passen en meten past de harp net in de kofferbak van een stationcar, en dan kunnen er nog maar twee mensen mee. 'De keren dat me word gevraagd waarom ik geen piccolo ben gaan spelen, zijn ontelbaar. Gelukkig staat er als ik les heb een harp voor me klaar.'

Beetstra volgt naast haar studie chemische technologie aan de UT ook het eerste jaar van het conservatorium in Enschede. Dat kost haar twee ochtenden per week, waarin ze zich toelegt op muziektheorie en het spelen zelf. 'Je krijgt echt goed les. Bovendien is het conservatorium goedkoper dan privéles, omdat je maar één keer collegegeld hoeft te betalen.'

Audities

De beide muzikanten zijn in oktober en november geselecteerd via audities voor leden van studentenorkesten. Begin december hebben ze deelgenomen aan een repetitieweekeinde waar de orkestleden voor het eerst met de muziek, dedirigent en elkaar kennis maakten. Daarna zagen ze elkaar weer tijdens de repetitieperiode, direct na de jaarwisseling, in Bergen. Daar werd na tien dagen intensief repeteren ook het try-out concert gegeven. Vervolgens concerteerde het orkest in negen verschillende steden door heel Nederland.

Tijdens de tournee verbleven de leden bij gastgezinnen. Voor de organisatie in de verschillende steden maakte de NSO traditiegetrouw dankbaar gebruik van plaatselijke comités: vrijwilligers die onder andere de publiciteit en de kaartverkoop verzorgen. De opbrengst van de concerten ging zoals altijd deels naar de Stichting voor Vluchteling-studenten. Daarnaast werd een bedrag uitgekeerd aan de Vereniging AVO Integratie Gehandicapten.

Het NSO stond dit jaar voor de tweede keer onder leiding van de jonge dirigent Lawrence Renes. Dankzij zijn aanwijzingen kwamen het tweede hoornconcert van Richard Strauss, de zesde symfonie van Gustav Mahler en een compositie van Micha Hamel er, aldus de recensies, uitstekend uit. Hamel schreef zijn muziekstuk speciaal voor het NSO.

Kleindochter

Behalve de negen concerten in Nederland stonden ook twee uitvoeringen in het buitenland op het programma: in Antwerpen en in Wenen. Het concert in België ging niet door als gevolg van een tegenvallende kaartverkoop, maar de speciale gast tijdens het Weense optreden maakte alles goed. 'De kleindochter van Mahler zat in de zaal. Ze vond het erg mooi en zei dat het jammer was dat het orkest weer uit elkaar ging', zegt Beetstra trots.

Zenuwachtig waren de twee UT-studenten alleen tijdens het proefconcert in Bergen, na afloop van de repetitieperiode. Daarna nam het enthousiasme het over: 'Je speelt met zo'n grote groep. Een verkeerde noot valt met de harp meer op dan met de viool, maar ook dat valt eigenlijk wel mee', lacht Beetsta. 'Alhoewel', vervolgt Dekkers, 'als een van de dertig violen een lange noot speelt in plaats van een korte, klinkt het voor de zaal alsof alle violisten een lange noot spelen. Je moet wel degelijk oppassen.'

Vermoeid waren ze amper tijdens de tournee, ondanks het feesten na afloop van ieder concert. Het was maar goed dat de gastgezinnen hun logés sleutels meegaven, zodat ze niet voor hen op hoefden te blijven. Dekkers: 'Iedere keer barst je weer van de energie. Dat gebeurt vanzelf tijdens het inspelen. Het leukste is dat je als groep aan een project werkt, en dat je in die prachtige concertzalen mag spelen. Bijvoorbeeld in het Concertgebouw in Amsterdam. Een normaal studentenorkest kan dat echt niet betalen.'

Sfeer

De sfeer in het orkest was volgens de beide dames uitstekend. 'Je zou verwachten dat je tijdens zo'n maand weleens woorden hebt met iemand, maar dat is niet gebeurd.' Het enige dat Beestra echt vervelend vond was wanneer collega's juist op het moment dat zij haar instrument wilde stemmen, de tijd benutten om in te spelen. 'Verder ging er niets mis'.

Zoals ieder jaar werden de orkestleden door de organisatie in 'troetelgroepjes' opgedeeld met drie à vier spelers. Zij kopen troetels, knuffelbeesten, voor elkaar en verplichten zichzelf daarmee voor elkaar te zorgen. 'Je let op of de leden van jouw troetelgroep bij vertrek wel in de bus zitten, of je bent extra aardig wanneer iemand een baaldag heeft', vertelt Dekkers.

Ook op een andere manier wordt aan de eenheid gewerkt. In Bergen werd de groep voor de praktische zaken opgedeeld in commissies: van een koffiezetgroep tot een stuntcommissie. Deze laatste bedacht toneelstukjes die in Bergen op straat werden opgevoerd. 'Het NSO bestaat dit jaar 25 jaar en al die tijd is Bergen de repetitieplaats. Met toneel hebben we het dorp dit jaar laten weten dat we er weer waren', legt Dekkers uit. De uitbater van het hotel waar het orkest altijd verblijft wordt 'Moeke' genoemd. 'Ik zou haarechte naam niet eens weten', lacht Dekkers. 'Bergen heeft weinig last van ons. We repeteren overdag. Alleen de ansichtkaartenverkoop gaat met sprongen omhoog.'

Gastgezin

Behalve vermoeiend is het toeren ook zorgeloos. Er is een vast draaiboek en daar houden de orkestleden zich aan. Nadenken over wat ze 's avonds zullen eten hoeft niet, want dat gebeurt in de gastgezinnen. 'Alles wordt voor je beslist en dat is best lekker', vindt Dekkers. 'Je weet hoe laat je 's morgens weer in de bus moet zijn en verder loopt het wel.'

Hoewel beide studenten het heerlijk vonden een maand lang intensief met muziek bezig te zijn, zouden ze dat niet altijd willen doen. 'In een beroepsorkest gaat het wel anders hoor', relativeert Dekkers. 'Al is het alleen maar omdat je er dan geld mee moet verdienen.' Beetstra: 'In het NSO is iedereen nog enthousiast. Het is nieuw en anders. De dirigent vond dat wij er iedere keer nog helemaal voor gingen.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.