Indalen
Soms daalt er onvermoed een woord uit onze rijke taal de dagelijkse conversatie in. Als een virus grijpt het woord om zich heen, je flapt het er te pas en te onpas uit, en voor je het weet ligt het op de tong van heel je omgeving.
'Indalen' is zo'n woord. Zoals bij jongetjes de teelbal afzakt in de champagnekoeler die we balzak noemen, zo is 'indalen' ingedaald op de werkvloer van deze redactie. Dat ging zoals indalen gaat: met een schurkend genoegen. Zoals een vermoeid hoofd in een opgeschud kussen zakt, zoals een koekoeks-ei in een spreeuwennest glijdt, zoals de stiffies van Bergkamp het net laten bollen. En met indalen is het zo dat wanneer het hoofd een keer te ruste ligt, het ei bebroed wordt, de boogbal een goal blijkt, de pret pas werkelijk begint. Indalen doe je namelijk om voorlopig niet meer weg te gaan, indalers zijn uitvreters. Als een teelbal veilig is geland doet-ie of 'ie thuis is, maakt het zichzelf gemakkelijk: pantoffels, krantje, duster van z'n gastheer, sigaartje uit diens doos. Type terug van nooit weggeweest, weer helemaal het balletje.
Om ons heen daalt sindsdien van alles in. Van Winnie Sorgdrager op de campus tot en met de inhoud van het kerstpakket in je ijskast. Dat indalen heeft overigens een actieve en een passieve kant: de mens kan indalen, maar ook láten indalen. Een nieuwe liefde bijvoorbeeld, die láát je indalen. Bij je familie, bij je vrienden, bij je collega's, voorzichtig als een piano aan een katrol. Jezelf parachuteer je daarentegen achter de linies van je schoonmoeder - operatie Market Garden. Voor haar dochter hanteer je de drietrapsmethode: integreren, infiltreren, en tenslotte penetreren - wat in het nieuwe jargon neerkomt op een driewerf indalen.
Democratie
Ze zijn bang van hem, de zachtgekookt aardappelen uit het Delftse college van bestuur. Doodsbang. Hij is namelijk links. Of beter, journalist Frank Biesboer was ooit links. Want na het voorzitterschap van de Delftse studentenvakbond werd hij nog redactielid van De Waarheid ook. En al is dat jaren en jaren geleden, Biesboer mag daarom geen hoofdredacteur van de Delftse universiteitskrant worden.
Althans, niet van het college van bestuur. De sollicitatiecommissie koos unaniem voor de oproerkraaier. De redactieraad was al net zo eenstemmig over de oud-communist. Alleen de heren bestuurders durfden het niet aan. De man zou eens kritisch kunnen zijn.
En een al te onafhankelijke universiteitskrant, dat kunnen collegeleden er tegenwoordig niet meer bij hebben. Onoverkomelijke bezuinigingen, de buitenwacht die vindt dat iedereen op de universiteit lanterfantert, calculerende studenten, onduidelijke machtsverhoudingen binnen de CvB's, bergen regels uit Den Haag, de heren en dames hebben het ook wel zwaar natuurlijk.
Bovendien zijn collegeleden sinds ze de MUB invoerden en de democratie afschaften geen échte tegenspraak meer gewend. 'Alleen dat verrekte krantje van ons', hoor je bestuurders soms roepen, 'dat blijft lastige dingen schrijven. Kunnen we daar geen nieuwsbrief voor medezeggenschapsraad en OR van maken?'
Hoe het hier in Twente gaat? Ach, af en toe belt een nijdige autoriteit met de hoofdredacteur, eist een dwarse decaan 'maatregelen' tegen een verslaggever, verstrekt een diensthoofd valse informatie of probeert het bestuurvan de Student Union zo ongeveer de complete inhoud van de krant te redigeren. Maar verder, verder schrijven wij - naar eer en geweten - wat wij denken te moeten schrijven. En dat is wel zo democratisch.